Mevrouw Van Ulzen: Het stukje grond waar wij het hier over hebben ligt tussen een snelweg, een benzinepomp en een spoorlijn. De landschappelijk onaanvaardbare aantasting waarover gesproken wordt, is onzes inziens sterk overdre ven. Ik zou de wethouder willen verzoeken een onderzoek te laten verrichten om op dit gedeelte eventueel een bedrij- venterreintje te vestigen. In een ander verband is in de commissie de suggestie gedaan, over een ander stukje door mevrouw Jongedijk. Er zijn mensen die daar toen wat om gelachen hebben, maar door haar suggestie ben ik op dit idee gekomen en ik denk dat Wirdum daarmee ook uit de problemen geholpen zou kunnen worden. Het stuk grond waar wij het hier over hebben is een heel rare punt. De bedoe ling nu is een voorbeeld van een overgangsgebied van klei naar zand te creëren. Maar dat kan natuurlijk verderop ook. Het wil er bij mij niet in dat dit onooglijk stuk grond nodig is voor de genoemde planologische visie tussen de spoordijk en de autoweg. Gezien de voorgeschiedenis zullen wij nolens volens niet tegen stemmen, maar ik wou toch de volgende opmerkingen maken. De gemeente heeft 14 jaar lang nagelaten handelend op te treden. Als de gemeente regels en/of verordeningen maakt moet er op toegezien worden dat deze uitgevoerd worden en niet pas na 14 jaar. Ik breng u ook even in herinnering dat het er naar uit ziet dat dit het einde van het bedrijf betekent, terwijl toe stemming voor het plaatsen van een loods het aanzien zeer aanvaardbaar verbetert en dat dit een stukje werkgelegen heid in tact laat. Hoe je het ook wendt of keert, het blijft voor een burger niet goed te begrijpen hoe je door de provincie in een plan kan worden opgenomen, maar dat daarna de gemeente geen toestemming geeft. Met handelend optreden bedoel ik onder andere dat mij ter ore is gekomen dat in al die 14 jaar dat dit zich afspeelt, nog nooit iemand die brieven heeft geschreven daar in levende lijve is aangetroffen. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw Van Ulzen is begonnen om ons te vertellen waar het perceel ligt. Zij heeft vervolgens aangegeven dat voor wat betreft haar fractie er allerlei argumenten zijn om toch maar in te stemmen met de ontwikkeling zoals die door de heer Van der Veen wordt voorgestaan. Zij maakt de opmerking dat het voor een burger niet te begrijpen is als overheden zo opereren. Ik kan mij voorstellen dat het voor een burger helemaal niet te begrijpen is als er een pleidooi gehouden wordt door een gemeenteraadsfractie om tegen iets te zijn, die dan vervolgens voor stemmen. 18 De discussie die hier vanavond gevoerd wordt is volstrekt identiek aan de discussie die wij tot twee keer toe in de Commissie Stadsontwikkeling hebben gevoerd en ook hier al één keer in de gemeenteraad. Ik wou op de inhoud van de naar voren gebrachte argumenten nu maar niet meer ingaan, want er zijn op dit moment geen nieuwe argumenten. Als ik op de suggestie van mevrouw Van Ulzen om toch maar te komen tot inrichting van een bedrijventerreintje hier, zou ingaan, zou het voorstel zoals dat hier vanavond ligt, er niet mogen liggen. Mevrouw Van Ulzen: De wethouder heeft mij eigenlijk niet uitgelegd hoe het kan dat hier 14 jaar lang niet handelend is opgetreden. Waarom stemmen wij hiermee in? Wij vinden het ook niet terecht dat iemand die daar illegaal zit, daar kan blijven zitten. Maar dat laat onverlet dat iemand daar 14 jaar heeft gezeten. Dat zijn voor de wethouder geen nieuwe argumenten, die zijn er ook wat mij betreft niet, maar ik breng hem nogmaals in herinnering - en kennelijk kan ik dat niet vaak genoeg doen - dat dit einde bedrijf betekent. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, ook de vorige keer hebben wij het woord illegaal al van tafel moeten halen, omdat het niet gaat om een illegale situatie, het gaat om een legale situatie waarvan al 14 jaar bekend is dat die op lange termijn daar niet gehandhaafd zal kunnen worden. Het bedrijf wist dus dat er een moment van afscheid van die lokatie voor haar zou komen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22 en 23 (bijlage nr. 79 en 110). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 10