Punt 24 (bijlage nr. 84). De Voorzitter: Aan de orde is vaststelling van het bestem mingsplan Wirdum-Negentig. Mevrouw Van Ulzen: Wij hebben bezwaar tegen de wijze waarop met de Dorpennota wordt omgegaan. In 1989 wordt een Dorpen nota vastgesteld, na heel veel overleg en procedures. Dan mag je toch verwachten dat men zich ten minste drie jaar aan zo'n nota houdt. In 1992 al afwijken van de in 1989 vastgestelde nota, maakt de betekenis van een nota niet groter, zeker niet als de hier genoemde argumenten ook al in 1989 van kracht waren. Daarbij moet ik bovendien opmer ken dat zodra wij als raad een keer afwijken de voorzitter er dan als de kippen bij is om te roepen: toen en toen heeft u besloten enz. Nogmaals deze gang van zaken zal er onzes inziens niet toe bijdragen de burger te motiveren mee te doen, waarom zou hij ook? Er resten mij een aantal vragen. Wat is de status van deze nota? Wilt u voortaan zeer duidelijk aan het begin van procedures meedelen in heel gewoon helder Nederlands, bijvoorbeeld: U krijgt koffie, u kunt uw mening geven en als die strookt met de onze dan zit u goed, als wij er over 2% jaar anders over denken dan heeft datgene dat er vanavond besproken wordt afgedaan. Wilt u mij vertellen wat ongeveer het maken van deze nota gekost heeft? Daar raken wij steeds meer in geïnteresseerd. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw Van Ulzen brengt hier een situatie naar voren, waarin in essentiële mate is afgeweken van de Dorpennota zoals wij die enige tijd geleden met elkaar, na lang overleg met de dorpen, hebben vastgesteld. Ik constateer dat het bestemmingsplan zoals dat hier ligt niet afwijkt van de Dorpennota met uitzondering van één klein onderdeel. Aanvankelijk werd in de Dorpennota ge dacht, op grond van de toen globale kennis, aan wellicht een eerdere aanwending van een stukje grond links van de weg. Wij starten nu met aanwending van de gronden ten behoeve van de woningbouw rechts van de weg. Dat is het enige verschilpunt ten opzichte van de Dorpennota. De Dorpennota is een visie waar je een aantal ideeën in aangeeft en heeft geen juridische binding, noch voor de burger noch voor de gemeente, maar is wel een belangrijk 20 stuk op grond waarvan je de bestemmingsplannen, die wel juridische consequenties hebben, zult baseren. Dat is gebeurd. Enkele aanwonenden, dat erken ik, krijgen eerder te maken met achterbebouwing dan in de situatie zoals wij toen dachten dat het wellicht zou gaan gebeuren. Maar niet in plaats van, alleen iets eerder. Overigens heb ik mogen constateren dat het overgrote gedeelte van de bewoners en ook de Vereniging Dorpsbelangen met deze benadering zeer wel kan instemmen. Voorzitter, de status van de nota heb ik aangegeven. De kosten van de nota hebben wij drie jaar geleden al besproken. Mevrouw Van Ulzen: Het is dus duidelijk dat de nota geen enkele juridische binding heeft. Waar ik bezwaar tegen heb, is dat de argumenten die nu naar voren gehaald worden, ook al in 1989 golden. Daar gaat de wethouder over heen, daar gaat de wethouder niet op in. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, de Dorpennota - iedereen kent hem uit zijn hoofd - kent een globale aandui ding van waar de woningbouw komt met een eerste omschrij ving van wat de ontwikkelingsrichting zal zijn. Dat is toen niet gebaseerd op een exacte verkavelingsstudie en op welke wijze je ook in financiële zin het verstandigst met de ontwikkeling van het gebied bezig gaat. Als wij drie jaar geleden die verkavelingsstudie zouden hebben gedaan, zou mevrouw Van Ulzen gelijk hebben. Dat hebben wij niet ge daan, het is een globale aanduiding geweest. Bij de nadere uitwerking bleek het verstandiger om een iets andere fase ring te plegen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met de aantekening dat mevrouw Van Ulzen van de WD-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd Punt 25 en 26 (bijlage nrs. 86 en 87). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 11