Punt 27 (bijlage nr. 113). De Voorzitter: Aan de orde is vaststelling van het bestem mingsplan Stationskwartier/Van Swietenstraat Er ligt op uw tafels een kopie van een brief van 8 april 1992 van mevrouw Beek-Meijer, Spieghelstraat 11 te Leeuwar den. Het origineel daarvan heeft al bij de stukken ter inzage gelegen. De brief is weliswaar gericht aan de Com missie Stadsontwikkeling maar moet geacht worden te zijn gericht aan de raad, conform de daarvoor geldende spelre gels. Ik stel u voor de inhoud van die brief te betrekken bij de behandeling van dit agendapunt. Er zijn nog telefonisch informaties ingewonnen bij mevrouw Beek en gebleken is dat de brief in feite bedoeld is voor de raad, met andere woorden dat deze brief als een bezwaar schrift moet worden gezien tegen het ontwerp-bestemmings- plan. De brief is evenwel niet binnen de wettelijke termijn ingediend, evenmin zijn er feiten en omstandigheden aange voerd die een overschrijding van bedoelde termijn zouden kunnen rechtvaardigen. Om die reden wordt voorgesteld reclamant in haar bezwaren niet ontvankelijk te verklaren. Overigens heeft dit bezwaarschrift betrekking op hetzelfde onderwerp als waar reeds in rubriek 1 van het raadsvoorstel op wordt ingegaan, namelijk het opleggen van uitsluitend een woonfunctie op de verdiepingen van de panden gelegen aan de Willemskade, in dit geval Willemskade 5. Daar kan ik nog aan toevoegen dat mevrouw Beek schrijft dat zijn ten gevolge van verwarrende voorlichting niet in staat is geweest om alsnog haar bezwaren aan de Commissie Stads ontwikkeling kenbaar te maken. Wat daar dan ook de beteke nis van mag zijn. De agenda voor de commissievergadering van 7 april j.l. is op de gebruikelijke manier bekend gemaakt in de rubriek "Aan de Grote Klok" van het blad "Huis aan Huis". De heer Schreuder: Mijnheer de voorzitter, op één onderdeel van dit bestemmingsplan kan de fractie van D66 niet akkoord gaan. Het betreft het mogelijk maken van bebouwing op grond gelegen aan de zuidzijde van het spooretablissement nabij de Hollanderdijk en de spoorwegovergang in de Schrans. Tegen deze bestemming zijn twee bezwaarschriften ingediend, namelijk door de bewoners van het flatgebouw Winiaherne alsmede door de eigenaar/verhuurder de Vereniging van Volkshuisvesting. Het college is volgens ons onvoldoende tegemoet gekomen aan deze bezwaren. Daarnaast hebben wij 22 grote bedenkingen ten aanzien van de zeer forse overbebou- wing over het spoorgedeelde op deze lokatie. Ten slotte zijn wij van mening dat de verkeerssituatie op de Hollanderdijk in relatie tot het fietsverkeer en het parkeerbeleid zodanig slecht is dat bij bebouwing van bedoeld gebied een goede verkeersoplossing mogelijk wordt geblokkeerd Daarom kan de fractie van D66 niet akkoord gaan met de punten A.l en A.2 van het voorliggende raadsbesluit. Mevrouw Van Ulzen: Ik heb vanavond ook even de brief inge keken. De tekst op bladzijde 2 is mij toch niet helemaal duidelijk. Na de eerste alinea staat "Ten aanzien van deze bezwaren merken wij het volgende op. De panden aan de Willemskade kunnen vanwege de ligging en de bebouwingskara- teristiek beschouwd worden als gelijkwaardig aan die in de binnenstad." Daar staat dus niet dat dat zo besloten is en gezien deze tekst heb ik daar wat moeite mee. Naar aanleiding van wat mevrouw Beek hier aanvoert heb ik in de commissie gevraagd of dat wonen boven winkels ook voor de RABO-bank gold - ik heb niet eens aan al die ande ren banken gedacht. Ik heb daar toen geen antwoord op gekregen. Ik voel mij nu toch wel wat gesteund door deze brief. Misschien dat de wethouder alsnog eens zijn mening daarover wil geven en kunnen wij binnenkort verwachten dat er kamers verhuurd gaan worden in het Avero-gebouw of bij de nieuwe RABO-bank en nog meer van die soort kantoren. De heer Greving: Het is voor mij wat kort dag geweest om de stukken te beoordelen. In eerste instantie stonden die op de agenda van de commissievergadering van 7 april j.l. Uiteindelijk zijn ze 14 april behandeld. Ik heb toen onvol doende tijd gehad om de stukken goed door te nemen en heb ook gevraagd om uitstel van behandeling in de commissie. Dat is toen niet gehonoreerd. Ik heb nu wel een voorlopige indruk van het geheel, waarbij ik zeg dat er een erg zwaar accent ligt op het zuidelijk gedeelte en het noordelijk gedeelte nogal wordt ontzien. Ik heb wat zorgen over de ontwikkeling in het zuidelijk gedeelte, met name het gebied Stationsweg en de kantoorruimte die daar nog bij gereali seerd gaat worden. Dat brengt mij er toe om te zeggen dat ik geen eindoordeel heb over het stuk; ik heb er ook geen concrete vragen over. Als het stuk in stemming komt, wil ik geacht worden mij van stemming te hebben onthouden. (De Voorzitter: Dat kan niet. U moet of voor of tegen stemmen of u moet de zaal verla ten.Dan ga ik er uit. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 12