Mijnheer de voorzitter, ik stap over naar het Friestalig toneelgezelschap Tryater. In het advies van de Raad voor de Kunst werd Tryater als toonbeeld van functioneren naar voren gehaald. Wie schetst onze verbazing dat Tryater doodordinair in de Nota Cultuur beleid staat in de rij van Nederlandstalige theaterinstellin gen. Tryater is het schoolvoorbeeld van hoe theater moet werken. Avond aan avond, de hele provincie door een optreden verzorgen, professionele acteurs die toneel toegankelijker maken voor alle lagen van de bevolking. Welk ander toneelge zelschap doet datzelfde op geheel artistiek verantwoorde wijze? En om de minister te gerieven, met soortgelijke bezoe kersaantallen? Wij wijzen onherroepelijk af dat Tryater onder de generale korting valt die de minister wil toepassen en dat Tryater gehouden wordt aan de inspanningsverplichting om een groter aandeel te leveren in het verwerven van eigen inkom sten. Tryater is ook nog het enige Friestalige professionele toneelgezelschap dat, het zij herhaald, uitstekend functio neert. Reden ten over dus om het voorstel ten aanzien van Tryater botweg af te wijzen. Bij toneel geldt zeer zeker dat er een eenzijdigheid te constateren valt, het Noorden met twee professionele gezelschappen komt er zeker ten opzichte van het Westen zeer bekaaid af. Mijnheer de voorzitter, er zou nog veel meer gezegd kunnen worden om uiting te geven aan ons ongenoegen ten opzichte van de Nota Cultuurbeleid die als titel nota bene meedraagt "Investeren in cultuur". Cultuurbeleid is een zaak van alge meen belang, de voorstellen die er in omschreven worden zijn alleen financieel van aard. Naar onze opvattingen wijzen die eerder op afbraak van een voorziening dan op een investering. Er zijn personen en instanties die het zogenaamde Herenak koord bij dit geheel betrekken, dat vinden wij onjuist. Het Herenakkoord behelsde in 1989 een totaalpakket dat los staat van de voorstellen waar wij nu over spreken. Wij moeten ons evenmin laten verleiden om in die discussie mee te gaan. Het Herenakkoord dient tot op de laatste letter te worden uitge voerd, dat staat als een paal boven water. En als het Heren akkoord is uitgevoerd, ook dan mag er daarna niet aan worden getornd. Ook dat is zonneklaar. Vandaar ook dat het NNO helemaal geen 10 formatieplaatsen kan inleveren, want dat is destijds niet overeen gekomen. Onbegrijpelijk dat dit toch gebeurt. Dat is bestuurlijk gezien niet mogelijk. Elke sug gestie die thans wordt gedaan of lijkt te worden gedaan om het Herenakkoord bij deze cultuurnotavoorstellen te betrek ken, wijzen wij sterk af. Naar Den Haag toe en intern hier in het noorden is het hoogst onverstandig discussies daarover te gaan suggereren. 30 Voorzitter, toch nog een enkele vraag aan het college. Op 22 mei zou een overleg in Groningen plaats vinden tussen Noordelijke kamerleden en vertegenwoordigers van G.S. van Groningen, Drenthe en Friesland en de stadsbesturen van Gro ningen en Leeuwarden. Wat is daar het resultaat van? Voor zover het uiteraard mogelijk is uitspraken daarover in het openbaar te doen. Een andere vraag is: welke stappen onderneemt het college wel of niet samen met andere bestuurscolleges, om de negatieve gevolgen van de Cultuurnota af te wenden en ze in positieve zin bij te stellen? Mijnheer de voorzitter, in overleg hebben alle fracties in deze raad besloten onze opvattingen en onze gevoelens omtrent de voorstellen in genoemde Cultuurnota vast te leggen in een motie, niet alleen ter ondersteuning van het al door het college ingezette beleid - wat dat betreft onze complimenten aan het adres van de wethouder van Cultuur - maar vooral ook om van onze afkeuring richting Staten Generaal en de minister blijk te geven. Daartoe wil ik namens alle raadsfracties de volgende motie indienen: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 mei 1992; constaterende dat: - de Minister van WVC blijkens haar Nota Cultuurbe leid 1993-1996 voornemens is ingrijpende bezuini gingen toe te pasen op de subsidies voor de cul turele voorzieningen in het Noorden; als gevolg daarvan onder meer de personele bezet ting van het Noord Nederlands Orkest met ca. eenderde moet worden ingekrompen en het Friesta lig toneelgezelschap Tryater een forse verhoging van de eigen inkomsten moet realiseren; overwegende dat: als gevolg van het afsluiten van het Herenakkoord 1989 op de orkestvoorzieningen in het Noorden al een vermindering van de rijkssubsidies van ca. 5 miljoen is toegepast en ook overigens de culturele voorzieningen in Leeuwarden ernstig zijn aangetast; de voorstellen van de minister leiden tot een verdere afkalving van de culturele infrastructuur in Friesland en daardoor ook de economische ont wikkeling opnieuw wordt aangetast; - de voorstellen van de minister eenzijdig zijn gericht op de ontwikkeling van topkunst en de concentratie daarvan in het Westen, waardoor de eigen wijze van invulling van het cultuurbeleid 31

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 16