De heer R. Terpstra: De wethouder wijst op de beantwoording en op de mogelijkheid van het aanreiken van extra argumenten. Ik wou daar een bijdrage aan proberen te leveren, want de consequenties die de vertaling van dit voorgestane beleid van het kunstplan nu heeft op de korte termijn zijn nadelig. Maar ik denk dat het niet uitsluitend om die op de korte termijn gaat maar zeker ook op de langere termijn. Het kunstenplan - overigens dergelijke plannen moeten bij wet verboden worden want zoveel pagina's en zoveel ruis, het duurt eeuwig tot je tot de kern komt, maar goed ik heb het dan begrepen - heeft in ieder geval toch een paar centralistische trekjes en is gericht op de internationalisering van de kunsten en het versterken van topkunsten. De culturele voorzieningen en activiteiten worden nog sterker in de Randstad en op de topkunsten gericht. Dat blijkt ook uit de cijfers die nu geschreven worden: 10 miljoen voor de Randstad en - 4 miljoen voor de regio. Dat is vanuit het standpunt van de minister natuurlijk een begrijpelijke keuze wanneer je de topkunst wilt versterken en de positie van de Nederlandse cultuur op het internationale podium. Want dat internationale podium moet gezocht worden opdat de identiteit van de Neder landse cultuur in de toekomst behouden kan blijven. Een gevaarlijk standpunt omdat zij defensief gericht is, maar ook omdat niet expliciet gekozen wordt voor de wezenlijke waarde van de kunsten, om de basis te versterken waardoor een conti nue doorstroom vanuit die basis naar de top wordt veilig gesteld. Het is juist de regio die een bijdrage kan leveren aan het versterken van die basis. Bovendien is in de regio de vraag naar cultuur het sterkst. Het is niet voor niets dat het Herenakkoord en ook nu weer dit Kunstenplan hier zoveel reacties oproept. De uitgaven van de overheid per inwoner zijn hier het laagst en dat is ook niet een klein beetje het geval. Vergelijk, het gewone budget beeldende kunsten per provincie is 3,92 per inwoner in Friesland en 44,59 in Noord Holland (lees Amsterdam). Deze verschillen zijn wel heel erg groot. Erger en merkwaardig vind ik eigenlijk nog dat de angst voor het bedreigde Nederlandse cultuurgoed zich niet vertaald in de extra zorg voor nog bedreigender cultuurgoederen, namelijk die in en van deze regio. Een bijzondere benadering van het Friestalig toneelgezelschap lijkt m.et mogelijk. De heer Bilker is daar al op ingegaan. Een extra investeren voor de internationalisering van de Nederlandse cultuur draagt niet bij aan het realiseren van voorzieningen voor de eigen bevol king en aan het vergroten van de betrokkenheid van die bevol king 34 De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, het is duidelijk dat de Minister van WVC het hele Noorden na de bezuinigingen die al zijn toegepast, door deze nieuwe bezuinigingen in een onmogelijke positie manoeuvreert. Voor Leeuwarden komt deze bezuiniging erg hard aan gezien de afspraken die destijds gemaakt zijn. Leeuwarden heeft aan zijn verplichtingen vol daan en verwacht dat ook van anderen. Een man een man, een woord een woord. Omdat de heer Greving niet aanwezig is, heb ik dat even opgezocht in het Nederlands spreekwoordenboek en gezegden van doctor Stoet, daar staat: "zowaarlijk als een man in de beste zin van het woord een man is van eer zo is ook zijn woord te vertrouwen". De WD-fractie, maar ook zoals u in de krant heeft kunnen lezen het bestuur van de WD Leeuwarden, zal alles doen wat in haar vermogen ligt om de uitvoering van de Nota Cultuurbeleid 1993-1996 bij te stellen en volledig uitvoering van het zogenaamde Herenakkoord te bewerkstelligen. De heer Brinks: De PAL/Groen Links-fractie steunt de motie, dat is wel duidelijk door de medeondertekening. De gevolgen van de nota van de minister zijn al verwoord door de andere raadsleden, dus het lijkt mij niet verstandig om dat nog een keer te herhalen. Nog wel even dat voor ons in ieder geval de overweging echt van belang is geweest waarin staat dat de voorstellen van de minister eenzijdig zijn gericht op ontwik keling van topkunst en de concentratie daarvan, waardoor de eigen wijze van invullen van het cultuurbeleid in het Noorden en de waarde daarvan voor de regio wordt ontkent. Ik zou daar eigenlijk nog aan toe willen voegen dat ook de waarde van regionale cultuur en het belang van regionale cultuur voor topkunst ook ontkent wordt door de voorstellen van de minis ter. De PAL/Groen Links-fractie steunt juist deze overweging van harte en dus ook de motie. De heer Janssen (weth.Voorzitter, de heer Hiemstra heeft zich afgevraagd of deze actie nu wel de indruk die nodig is bij de minister zal vestigen. Ik denk dat de minister voor ons nu een gepasseerd station is en dat het nu gaat om de kamerleden, wat die vinden van het voorstel. Het Kabinet heeft immers al een standpunt bepaald. Hij gaf als suggestie om ook de andere gemeenteraden in het Noorden te vragen om een motie als deze aan te nemen. Ik zeg hem toe dat ik in het Noordelijk overleg dit in zal brengen om te zien of dit een goede weg is om te gaan. Dan heeft de heer Terpstra nog eens vanuit zijn invalshoek met name de cultuurinhoudelijke invalshoek, op het plan van 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 18