functie verdween. Dit alternatief vond evenmin genade. Inmid dels zijn er nieuwe randvoorwaarden geformuleerd die onder andere inhouden dat de hoogte van de luchtbrug zelf beperkt dient te blijven tot maximaal 3 meter en de vloerbreedte eveneens, met daarbij de aanvullende eis dat op deze plaats een bouwwerk met een kwalitatief hoogwaardige ruimtelijke en architectonische uitstraling dient te komen. Mij lijken deze eisen niet te verenigen. Voor mij zijn de geformuleerde stedebouwkundige randvoorwaarden zo verengend dat deze mijns inziens nauwelijks een basis kunnen vormen voor het ontwikke len van een nieuw en aangepast voorstel. Ik ben voor een luchtbrug, maar niet voor een kippeloop. Inmiddels hebben wij in het Fries Dagblad en later in de Leeuwarder Courant kunnen lezen dat het bestuur van het Fries Museum een totaal ander plan aan het uitwerken is. Daarin stapt men af van het principe van één gebouwencomplex, men kiest voor een publieksfunctie voor de Kanselarij. Een rea listisch besluit, kennelijk genomen uit onzekerheid over de uitkomst van vanavond. Er dreigt echter een financiële strop die mede is ontstaan door de toch wel lange besluitvorming. En laten wij vaststel len dat het tot stand komen van een hoogwaardig museum voor onze stad van eminent belang is. Daarom verzoek ik b. en w. om bij een, indien nodig, volgende alternatieve oplossing in de financiële onderhandelingen een soepele houding aan te willen nemen. Aan het bestuur zou ik de volgende suggestie willen doen. In Engeland bestaat zoiets als de National Trust, deze houdt historisch belangrijke gebouwen in stand. Rondleidingen en toezicht worden door kort opgeleide vrijwilligers verzorgd. Mij is gezegd dat in deze stad en omstreken hier ook belang stelling voor bestaat. Misschien zou dit onder andere kunnen bijdragen tot het in de hand houden van kosten die niet gedekt worden door de kaartverkoop. De heer Heins: Ook ik zal mij beperken tot het voorgestelde besluit In de commissie heb ik al gezegd dat twee leden van onze fractie tegen het luchtgebouw zijn en ikzelf er voor ben. Dat is nog steeds zo, ook na een uitgebreide discussie in de steunfractieIk behoor bij een kleine minderheid in deze raad die "ja" had willen zeggen tegen het plan van Gunnar Daan. Naar mijn stellige overtuiging heeft het plan van Daan een dermate grote architectonische kwaliteit dat hier sprake was geweest van een nieuw monument zonder dat de bestaande monumentale waarde van de Kanselarij was aangetast. Juist de 14 combinatie van oud en nieuw had naar mijn mening hier een vergroting van de belevingswaarde van deze saaie straat tot gevolg gehad. Ik vraag mij af hoe groot het percentage is van de Leeuwarder bevolking dat met mij dit plan had aangedurfd. Misschien is dat aandeel zo klein nog niet. De meerderheid van onze fractie sluit zich aan bij de beoor deling van de meeste andere fracties en is de mening toege daan dat hier eerder sprake is van een aantasting van het bestaande monument en is bang dat het luchtgebouw te dominant zal zijn. Zij zullen dan ook voor het eerste deel van het besluit zijn. Bij de stedebouwkundige randvoorwaarden bleek wel een duide lijke eensgezindheid binnen de PAL-gelederen, zowel de frac tie als de steunfractie waren unaniem daarin. Wij komen tot de conclusie dat de stedebouwkundige randvoor waarden er zijn bijgesleept en zijn opgesteld met als bedoe ling het bouwplan af te kunnen wijzen. Daarom kunnen ze volgens ons niet gebruikt worden om het bouwplan te toetsen. Je zou dat een soort rondzingen kunnen noemen. De schaal van het bouwwerk, zo staat geschreven, dient be perkt te zijn, daaraan gekoppeld is de maximale maatvoering opgevoerd van 3 bij 3 meter. Deze randvoorwaarde was naar ons idee alleen maar nodig om het bouwplan af te blazen. Maar heeft men zich wel voldoende gerealiseerd dat wij als raad met deze randvoorwaarde allerlei houten, stenen en glazen luchtbruggen en slurven toelaten? Het tweede deel van het besluit zet de raad buiten spel tegenover architectonische wangedrochten die wel passen binnen de randvoorwaarden. Dan heb ik het nog niet eens over de interne tegenstrijdigheden van enkele van de randvoorwaar den, zoals ik in de commissie al naar voren heb gebracht. Het zou mij niets verbazen als deze randvoorwaarden alleen maar nodig waren om hec college op één lijn te krijgen. Enige algemene stedebouwkundige waarde waarmee toekomstige plannen op juiste waarde kunnen worden getoetst, mag er niet aan worden toegekend. Met andere woorden, je kunt er voor de toekomst niets mee. Wat had de PAL-fractie dan gewild, is dan altijd de vraag die volgt als wij ergens tegen zijn. In de commissie heb ik al naar voren gebracht dat het beter was geweest om de wijze waarmee wij als gemeentebestuur met de beschermde binnenstad omgaan opnieuw tegen het licht te houden. Wij hobbelen elke keer achter de feiten aan. Denk aan het winkelcentrum Mercu- rius, de Avero-kantoortoren, de nieuwe Harmonie en noem maar op. Het beleid wordt telkenmale aan de plannen aangepast. 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 8