het college. Dat is niet zo; dat komt omdat wij als college
niet de mogelijkheid hebben gehad om daarover te praten
omdat die reactie nog van zeer recente datum is. Ik heb wel
zeer nadrukkelijk naar de inhoud van de reacties gekeken en
ben nagegaan of er in die reacties nog nieuwe elementen
stonden ten opzichte van de informatie die wij hadden toen
wij dit besluit namen. Naar mijn idee is dat niet het ge
val, dus dat heeft het college, neem ik aan hoewel wij daar
niet over gesproken hebben, geen aanleiding gegeven om van
standpunt te veranderen.
Ik denk dat het goed is dat ik daar wat verder op inga,
omdat er een motie ligt waarvan voor mij de essentie is dat
het college opdracht krijgt om een voorstel uit te werken
waarbinnen de Vrijwilligers Vacature Bank kan blijven
voortbestaan. De Vrijwilligers Vacature Bank is nu op een
bepaalde manier georganiseerd die een aantal kosten met
zich meebrengt. Ik weet dat niet precies, maar als je kijkt
naar personeelskosten, naar kosten die direct met de Vrij
willigers Vacature Bank te maken hebben, als je kijkt naar
huisvestingskosten, wat dan een deel van een groter geheel
is, en naar overige overheadkosten, zijn wij er van over
tuigd dat dat erg dicht bij f 1 ton zit. Je praat dan over
zo'n 500 bemiddelingen in 1990, waar wij de laatste cijfers
van hebben. Wij hebben afgesproken met de Vrijwilligers
Vacature Bank dat wij niet alleen de nieuwe aanvragen zul
len toetsen op de mogelijkheid om daar met name JWG-plaat-
sen van te maken, maar wij zullen dat ook met het bestaande
bestand doen. Het zal best zo zijn dat een heleboel plekken
door allerlei omstandigheden daar niet zo geschikt voor
zijn, maar het doel van dat onderzoek is ook om te kijken
of je in overleg met de betrokken werkgevers, zeg ik dan
maar, niet een opzet kunt vinden die wel aan de eisen van
JWG tegemoet komt. De JWG kent geen inleenvergoeding, zoals
u weet, dus dat kan niet een probleem zijn voor de inlenen
de organisaties. Dat zal naar mijn stellige overtuiging
leiden tot een daling van het aantal vrijwilligersplaatsen
en een stijging van met name het aantal JWG-plaatsen. Je
moet je dus afvragen of je dan die f 1 ton, die je inzet
binnen de randvoorwaarden waarbinnen wij nu opereren, nog
overeind wilt houden. Dat betekent dus binnen de taakstel
ling die er op PMZW ligt een teruggang van het aantal werk
ervaringsplaatsen. Daar kom je dan op terecht. Zeg je dat
je dat daarbinnen niet moet afwegen maar binnen andere be
leidsterreinen, dan is het meest voor de hand liggend dat
je dat binnen het welzijnsterrein afweegt. Dat heeft het
college gedaan en gezien de taakstellingen die op dat ter
rein nu nog invulling behoeven aan de ene kant en de druk
die er van de andere kant is om daar allerlei belangwekken
de zaken te realiseren, heeft het college een afweging ge
20
maakt dat wij die f 100.000,niet binnen dat terrein zou
den kunnen vinden. Ik denk dat er in het voorstel is aange
geven dat wat betreft het bijeenbrengen van vraag en aanbod
er alternatieven zijn die ongetwijfeld van een slechtere
kwaliteit zullen zijn. Maar ik denk dat het ook niet aan
gaat om de suggestie te wekken dat zonder dat het een be
sparing van die f 1 ton oplevert, je ook de Vrijwilligers
Vacature Bank in leven zou kunnen houden. Ik denk dat het
een kwestie van kiezen is. Waar ik met de motie moeite mee
heb, is dat ik die keuze in die motie niet verwoord zie.
Het is naar mijn idee, wat de heer Den Oudsten terecht op
merkte, een soort vooruitschuiven van het probleem naar de
toekomst. Ik zou u dat niet willen adviseren. Wij zijn een
hele tijd bezig geweest met dit proces. Wij hebben een ver
haal naar buiten gebracht voor de zomervakantie waarin wij
nadrukkelijk hebben aangegeven wat de keuzes zijn. Als wij
nu zaken gaan uitzoeken zonder als raad daarbij uit te
spreken dat wij bereid zijn om toch minimaal een substan
tieel bedrag van die f 1 ton daarvoor te willen reserveren,
lijkt mij dat toch wachten op het goede nieuws in de toe
komst dat er naar mijn idee niet komt.
De heer Hoogeveen: Mevrouw de voorzitter, er kan veel ver
anderen in een paar jaar. "Gelet op de huidige betekenis
van de WB als faciliteit voor vrijwilligers en voor in
stellingen die met vrijwilligers werken en mede gelet op de
eventueel uit te bouwen functies van de WB voor de ontwik
keling en ondersteuning van vrijwilligersinitiatieven, me
nen wij aan het voortbestaan van de WB in het kader van
Projecten Mensen Zonder Werk een hoge prioriteit te moeten
toekennen." Dit citaat haal ik uit de nota die nog niet
eens zo lang geleden geschreven is, april 1987. Het is de
ontwerp-notitie Faciliteiten voor Vrijwilligerswerk. Die is
de inspraak ingegaan, de reacties waren lovend, Leeuwarden
liep voorop met zijn vrijwilligersbeleid. Alleen de nota is
nooit vastgesteld en dat is nu te merken, kennelijk hebben
wij toch geen vrijwilligersbeleid in Leeuwarden. Wij blij
ven er van overtuigd dat vrijwilligerswerk een heel belang
rijke plaats zal blijven innemen in Leeuwarden. Het gaat
niet alleen om werkervaringsplaatsen, het gaat ook om men
sen die zich gewoon nuttig willen maken voor de samenle
ving. Er blijven ook een groot aantal organisaties die ge
woon niet met JWG-ers of banenpoolers kunnen gaan werken of
in ieder geval niet al hun werkzaamheden daardoor kunnen
laten verrichten. Het gaat niet alleen om het geld, het
gaat ook om de mogelijkheid om mensen op een goede manier
te begeleiden.
Wij handhaven dan ook de motie.
21