plaatsen zijn daarbij belangrijk, zo heb ik in eerste in
stantie al gezegd, maar ook de bemiddeling tussen vraag en
aanbod van vrijwilligers die om andere redenen, die heb ik
in mijn eerste instantie voorgelegd, vinden wij van groot
belang. Wij zijn dan ook niet overtuigd door de motieven
die de wethouder aanhaalt om dit project op deze manier aan
de kant te zetten. Wij gaan daarin niet mee. Wij blijven
bij onze ondersteuning van de motie.
De heer Biemans: Voorzitter, mevrouw Garms heeft het over
f 9 ton, ik heb het over f 550.000,Ik constateer alleen
dat voor het verschil het PMZW kansen te over heeft om de
taakstelling kleiner te maken. (Mevrouw Garms: De heer Bie
mans kan toch wel een simpele rekensom makenAls hij kijkt
naar het budget dat er op dit moment voor beschikbaar is
f 1.450.000wat in 1993 terugloopt naar f 1,1 miljoen
en uiteindelijk in 1996 f 550.000,dan kan ik niet an
ders constateren dan dat het om f 9 ton gaat.) Voor het
verschil tussen f 9 ton en f 5,5 ton heeft het PMZW kansen
om op projectbasis de financiering weer terug te krijgen.
Dat is het verschil. (Mevrouw Garms: Wat moet ik dan met de
personele consequenties? Allemaal tijdelijke aanstellingen
voor mensen die nu allemaal een vaste dienst hebben?) Dat
is de consequentie, dat is een duidelijke keuze. Ik heb ook
in mijn eerste termijn aangegeven dat wij duidelijk keuzes
gemaakt hebben. (Mevrouw Garms: Dat ziet er goed uit.)
Over de motie heb ik in eerste termijn al aangegeven dat
wij de taakstelling op PMZW niet willen aantasten. Deze
motie geeft het college de opdracht om dat wel te doen. Wij
zullen die motie dan ook niet steunen.
De heer Den Oudsten: Voorzitter, toch nog even reageren op
de motie.
Mevrouw Garms hield een vlammend pleidooi en noemde zelfs
de houding van het college betreurenswaardig. Overigens
maakte zij ten aanzien van dit punt in de commissievergade
ring geen voorbehoud, maar dit even ter zijde.
Wij begrijpen best dat het vrijwilligerswerk en met name de
rol van de Vrijwilligers Vacature Bank daarin belangrijk
is. Het vrijwilligerswerk is natuurlijk voor iedereen be
langrijk, u zult niemand hier in deze raad horen zeggen dat
het vrijwilligerswerk niet belangrijk is, in tegendeel. Wij
denken ook dat als je kijkt naar datgene wat er aan taak
stelling is, wat er moet worden gerealiseerd en wat voor
voorstellen er liggen om binnen die taakstelling te blij
ven, er weinig of geen ruimte is om die Vrijwilligers Vaca
24
ture Bank binnen dit geheel overeind te houden. Als je dan
zegt, kijk dan naar andere subsidiepotten, dan krijgen wij
via een andere weg ditzelfde verhaal weer terug. Ik schat
in dat ook allerlei andere subsidiepotten min of meer uit
geput zijn waardoor dit erg weinig kans maakt.
In die zin zou ik ook de motie niet willen ondersteunen.
Enerzijds is het een kwestie van vooruitschuiven en in de
tweede plaats zien wij ook niet dat wij op een andere ma
nier tot realisatie van het instandhouden van die Vrijwil
ligers Vacature Bank kunnen komen.
De D66-fractie zegtdaarnaastmisschien zijn er wel externe
financieringsbronnen. Dat is op zichzelf heel interessant,
maar dan moet je niet op het college gaan zitten wachten,
dan moet je voorstellen maken. Maar ik denk dat zelfs al
vind je een extern financieringsbron dat het dan altijd nog
maar om een heel gering gedeelte zal gaan van de totale
kosten van zo'n bank.
Wij steunen de motie niet, voorzitter.
De heer Janssen (weth.): De heer Hoogeveen heeft geciteerd
uit een nota van april 1987. Hij zegt: wat kan een zaak
toch snel veranderen in een paar jaar. Dat is dan op zich
natuurlijk een zeer subjectieve discussie. Ik zou haast
wi.1 len zeggen, voor een eendagsvlieg is april 1987 een
eeuwigheid geleden. (De heer Hoogeveen: Voor zover ik weet
is deze nota officieel zelfs nog in voorbereidingHij is
de inspraak ingegaan en zou nog een keer in de raad komen.)
Het stuk dat de heer Hoogeveen citeerde is wel opgeschreven
in april 1987. Ik denk dat dit een punt is waar je bij elke
herwaarderingsronde tegen aan loopt, namelijk dat je vanuit
goede bedoelingen in het verleden bepaalde beleidsmatige
activiteiten gefinancierd hebt, maar als je moet bezuinigen
op je totale budget je niet anders kunt doen dan een deel
van die goede bedoelingen terug te draaien. Dat is nu een
maal een gegeven als het om herwaardering gaat. Wat dat
betreft ben ik eerlijk gezegd niet zo ondersteboven van de
opmerking van de heer Hoogeveen dat het in strijd is met
het in april 1987 geformuleerd beleid. Ik denk dat wij dat
bij herwaarderingszaken wel vaker tegenkomen.
De heer Hoogeveen heeft gezegd dat in de gemeenteraad de
afweging gemaakt moet worden. Dat ben ik helemaal met hem
eens. Daarom verbaast het mij ook dat hij die afweging niet
maakt en in de motie niet aangeeft wat hij als fractie over
heeft voor de Vrijwilligers Vacature Bank. Want dan is er
een gegeven waar het college mee uit de voeten kan, als zij
die opdracht van de raad krijgt. Wat wij gedaan hebben is
25