Er vanuit gaande dat dit laatste het geval is, stemt ook de
CDA-fractie met het te nemen voorbereidingsbesluit in.
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw de voorzitter, ik denk
dat wij de heer Greving dank moeten zeggen voor zijn atten
te lezing. Het is inderdaad zo dat het tweede deel erbij
moet staan. Temeer vanwege de grote haast die wij hebben
met de ontwikkeling van dit project kunnen wij eigenlijk
geen tijdverlies hebben. Vandaar nogmaals dank voor deze
aanvulling die het college graag zal overnemen.
Mevrouw Van Ulzen zegt dat Leeuwarden door Brussel wordt
geregeerd. Ik wil daar verder niet op ingaan. Het feit
blijft natuurlijk dat de bereikbaarheid van de binnenstad
en ook het stationsgebied door het openbaar vervoer een
groot goed is. De vergelijking met de discussie over de weg
naar Dokkum gaat denk ik niet helemaal op. Er zijn twee
verschillende aspecten aan de orde. Daar hebben wij het
over de reistijd voor zowel de bus als de auto, terwijl het
hier gaat om verschil aan te brengen tussen de snelheid
waarmee de auto binnen Leeuwarden ten opzichte van de bus
binnen Leeuwarden rijdt en die relatief 3^ minuut op ach
terstand wordt gezet. Dat is van belang als wij vinden dat
het openbaar vervoer een primaat moet hebben voor wat be
treft het woon- werkverkeer en daar hebben wij het hier
voornamelijk over.
De heer Terpstra heeft aangegeven wat de inzet van de CDA-
fractie was, ook in het commissie-overleg. Ik heb toen aan
gegeven dat het voorbereidingsbesluit, zoals dat hier geno
men wordt, op zichzelf geen enkele blokkade is van welk be
sluit wij ook gaan nemen voor wat betreft het al dan niet
afsluiten van het rechtsafverkeer Stationsstraat richting
Schrans
Mevrouw Van Ulzen: Ik wou mij aansluiten bij de heer Terp
stra, maar daar heeft de wethouder nu al antwoord op gege
ven. Wij zijn ook van mening dat dit nergens een claim op
mag leggen.
De Voorzitter: Ik concludeer dat het besluit aangepast moet
worden. Onder besluit moet een I. staan en er moet worden
toegevoegd: II. te bepalen dat genoemd voorbereidingsbe
sluit in werking treedt met ingang van de dag volgende op
die van de bekendmaking.
10
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van b. en w.
Punt 12 tot en met 17 (bijlage nr. 184, 177, 178, 172, 183
en 187
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
de voorstellen van b. en w.
Punt 17A (bijlage nr. 189).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging van de Verordening
op de heffing en invordering van lesgeld voor het volgen
van onderwijs aan het Gemeentelijk Muziekinstituut met in
gang van het cursusjaar 1992-1993.
Mevrouw Waalkens: Mevrouw de voorzitter, in eerste instan
tie heeft er een voorstel gelegen waarbij de bijdragerege
ling in de lesgelden van het GML aanmerkelijk zou worden
veranderd. Helaas is dat terug genomen. Nu ligt er een
voorstel om alleen de tarieven te wijzigen en niets te doen
aan de bijdrageregeling zoals die er nu ligt. Aan die bij
drageregeling zitten vele haken en ogen en is inkomensaf
hankelijk. De bijdrage vanuit de gemeente houdt duidelijk
een inkomenssubsidiëring in, dat is ook nog eens in strijd
met de wet
Daarom zullen wij als fractie tegenstemmen.
De heer Janssen (weth.Misschien is het goed om aan te
geven dat er een ambtelijk voorstel lag voor de adviescom
missie van het Muziekinstituut. Die adviescommissie advi
seert b. en w. over wat te doen. B. en w. heeft iets anders
besloten als in dat advies vermeld stond. Wat dat betreft
gaat het nu om het continueren van bestaand beleid en de
tariefaanpassing aan de geldontwaarding.
Ik vraag mij af, als mevrouw Waalkens daar tegen stemt, wat
haar standpunt dan ten opzichte van de tarieven precies is.
Mevrouw Waalkens: Het gaat er nu om dat wij de verordening
11