overheerst. Laat ik voorop stellen dat een ieder die de suggestie heeft dat de PvdA het gymnasiaal onderwijs in Leeuwarden de nek om wil draaien en weet wat er in de plannen staat ook willens en wetens weet dat dat niet het geval is. Wij zijn er juist op uit het gymnasiaal onderwijs niet alleen op korte maar ook op lange termijn te behouden voor Leeuwar den en de omliggende gemeenten. Dat moge ook blijken uit het feit dat in tegenstelling tot een aantal andere onderwijsin stellingen die ook opgaan in de brede scholengemeenschap, er juist voor het Stedelijk Gymnasium een driejarig aparte status is toegestaan en aan de orde ie. Juist die status is bedoeld om te proberen toe te groeien naar een model waarin die gymnasiale eindtermen ook binnen de scholengemeenschappen gehaald kunnen worden. Er ligt inmiddels één uitspraak van een rechter. Het is uiteraard ieders goed recht om naar de rechter te lopen als er iets gebeurt wat hem niet bevalt. Dat geldt natuurlijk ook voor de tegenstanders van deze plannen. Alleen als je kijkt naar wat de uitspraak inhoudt, zie je dat er nu een lessenta- bel ligt waarvan ik aanneem dat de wethouder straks nog wel even ingaat op de zorgvuldigheid waarmee die tot stand is gekomen. Het heeft ons natuurlijk niet verbaasd dat het Stedelijk Gymnasium het daar niet mee eens is, wij hadden dat ook niet verwacht. Maar zolang de geschillenprocedure nog niet is doorlopen, zolang er nog uitspraken zijn van qo rechter die te verwachten zijn maar nog niet zijn gedaan, zolang er nog hoger beroep zaken aan de orde zijn, zullen wij daar niet nader op ingaan. Wat wij ons wel afvragen is of een belangrijk deel van de argumentatie onder de aparte status van het Gymnasium, als mocht blijken dat de lessentabel toch formeel kan worden goedgekeurd, niet hiermee is vervallen. Misschien kan de wethouder daar nog even nader op ingaan. Wij vinden het overigens wel uiterst merkwaardig dat voor standers van een categoriaal gymnasium voor hun eigen zaak zelf in het kort geding van aanstaande woensdag de vorming van brede scholengemeenschappen in zijn geheel in de waag schaal stellen. Niet alleen voor Leeuwarden is dat een be langrijke zaak, maar vooral ook voor de omliggende gemeenten. Immers voor de omliggende gemeenten is het aanhaken bij de Leeuwarder plannen de enige mogelijkheid om het voortgezet onderwijs in hun eigen regio in stand te houden. Voorzitter, de raadsbrief zelf geeft mij eigenlijk weinig aanleiding om in z'n geheel door te nemen. In commissiever band is daar uitgebreid op ingegaan. Wat wel denk ik van belang is om nog even te vragen, is dat er een aantal huis vestingssituaties in genoemd staan. Ik heb begrepen dat daar nog een aantal gesprekken over plaats vinden. Het is denk ik goed om toch even te weten of daar nu vanavond een definitie 18 ve vaststelling van kan plaatsvinden. Ter afsluiting nog het volgende. Het eindpunt van vanavond is natuurlijk geen echt eindpunt, het is een beginpunt. Het is een beginpunt van een daadwerke lijke herstructurering waarbij nog heel wat werk verricht zal worden. Een snelle vormgeving van de bestuursstructuur, een snelle benoeming van de trekkers is essentieel om te komen tot een snelle start van de daadwerkelijke uitvoering van de activiteiten die hierbij horen. Wij hebben nog tien maanden te gaan. Wij zijn er van overtuigd dat wij dia tien maanden ook echt nodig zullen hebben. De heer Krols Voorzitter, vanavond spreken wij als bevoegd gezag van het openbaar voortgezet onderwijs in besluitvor mende zin over de toekomst van datzelfde voortgezet onder wijs. Niet voor het eerst overigens, want op 6 december 1988 kwam dit onderwerp voor het eerst in de raad aan de orde. Een richtinggevend voorstel werd het toen genoemd met de bedoe ling te komen tot herstructurering van het openbaar voortge zet onderwijs. Overigens was één en ander gebaseerd op de nota Voortgezet Onderwijs uit de raadsperiode 1982-1986. Wij hebben toen op 6 december 1988 de argumenten die hebben geleid tot een positieve beoordeling op hoofdlijnen uitdruk kelijk naar voren gebracht. Hoewel het bijna vier jaar gele den is, zijn die argumenten nog steeds van kracht, vinden wij. Over een consistent beleid gesproken, voorzitter. Ik wil die argumenten in het kort nog even noemen. 1. Na de basisschool gelijke kansen voor alle leerlingen; 2. talenten zo optimaal mogelijk ontplooien. Een typisch CDA-standpuntmevrouw Van Ulzen; 3. gelet op het aantal uitvallers, bijvoorbeeld bij het Gymnasium meer dan 20%, is uitstel van studie— en be roepskeuze van groot belang; 4. invoering van de basisvorming, vier jaar geleden nog onzeker, nu invoering definitief per 1 augustus 1993; 5. een veranderend financieringssysteem waarbij schaalver groting financieel aantrekkelijk lijkt; 6. de verslechterende positie van zowel LBO als mavo. Nogmaals, voorzitter, argumenten van de CDA-fractie die anno 1992 nog steeds geldig zijn. Ook met betrekking tot het huidige voorstel. De CDA-fractie gaat dus akkoord en dat zal na de laatste commissievergadering geen verrassing zijn. Maar toch nog een paar opmerkingen. De keus tussen één of twee bestuurscommissies is voor ons geen principiële keuze, eerder een pragmatische gelet ook op 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 10