de argumenten van het college. Onze voorkeur gaat daarom uit naar één bestuurscommissie besturend op afstand waarbij de dagelijkse gang van zaken wordt bepaald door een centrale directie per scholengemeenschap met gedelegeerde bevoegdhe den. Dat scholengemeenschap B daarbij een overgangsfase kent van uiterlijk drie jaar, nemen wij dan voor lief, mede gelet op andere afspraken binnen datzelfde cluster en wellicht ten overvloede de beslissingsbevoegdheid met betrekking tot fusie blijft voorbehouden aan de gemeenteraad en niet de bestuurs commissie. Daarmee kunnen ook de tegenstanders van één be stuurscommissie wat ons betreft rustig gaan slapen. Met de toezegging van het college om binnen acht jaar ingaan de 1 augustus 1993, twee beleidsperioden dus, geen voorstel len te ontwikkelen aangaande de alom gevreesde ene brede scholengemeenschap, kunnen wij leven. Hoewel dit wat ons betreft eigenlijk overbodig is. Dan het Gymnasium. Er is op 27 mei 1991 besloten tot een driejarige overgangsfa se voor het Gymnasium. De zogenaamde status aparte gericht op integratie. Blijkt uit de opgedane ervaringen dat integratie meer tijd vergt, dan wel niet over de volle breedte haalbaar is, dan wordt de situatie opnieuw bekeken. Een letterlijk citaat uit de motie van de PvdA- en CDA-fractie. Dat is de situatie en ik denk dat het Gymnasium nu zelf aan zet is, ondanks pogingen te eisen dat er duidelijkheid moet zijn omtrent de situatie na 1 augustus 1996. Die duidelijkheid zit ingebakken in de status aparte. Ik vraag mij af of het Gymnasium zo gelukkig moet zijn met de uitspraak in kort geding, want daar is de status aparte volgens mij terug gebracht tot een lessentabelprobleem. Ik denk dat die uitspraak ook voor de mensen van het Gymnasium niet zo gelukkig moet zijn, want daarmee zou je kunnen zeggen - ik doe dat met de heer Den Oudsten samen - is nu weggeval len het verhaal rondom de status aparte. Ik denk dat wij niet zo flauw moeten zijn om dat te doen, maar het lijkt er op. Daarmede blijft er openbaar gymnasiaal onderwijs in Leeuwar den. Ondanks hardnekkige pogingen het tegendeel te beweren. De personele gevolgen. Wat de nu te overziene personele gevolgen betreft blijven wij aandringen op gelijke berechtiging van alle bij de gemeente Leeuwarden in dienst zijnde personeel wat het onderwijs betreft. Geen gesloten protocol en gelijke personele facili teiten bij gedwongen ontslag voor beide scholengemeenschap pen. Is er al meer bekend omtrent de door ons voorgestelde tussenoplossing aangaande die gesloten protocollen? 20 De financiën. In het raadsvoorstel wordt ervan uitgegaan dat alle nadelige financiële gevolgen voor rekening van de gemeente Leeuwarden komen aangaande de nevenvestigingen in Sine Annaparochie, Kollum en Dokkum. Voorzitter, dat kan niet zo zijn. De CDA- fractie vindt dat het niet meer dan normaal is dat bij de akte van overdracht het zo wordt geregeld dat de gemeenten waarin zich de nevenvestigingen bevinden zich bereid tonen om bij te dragen aan een eventueel tekort veroorzaakt door het instandhouden van die nevenvestigingen. Tot slot, voorzitter. Er is de afgelopen jaren hard en met veel inzet gewerkt door alle betrokkenen. Niet in het minst door het college en door de wethouder. Dat is een groot compliment waard. Hopelijk gaat men met dezelfde energie verder om de scholengemeen schappen ook daadwerkelijk van de grond te tillen. De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter, vanavond komt poli tiek gezien voorlopig een einde aan het langdurige voortra ject van de fusies in het voortgezet onderwijs in deze ge meente. Het einde, maar tevens het begin voor de scholen om in het korte t jdsbestek dat nog rest zich voor te bereiden op de nieuwe situatie per 1 augustus 1993. De komende maanden zal erg veel gevraagd worden van de scholen. Tegelijkertijd invoering van basisvorming en door fusies opbouwen van nieuwe en herkenbare schoolculturen. Dat is een zware opgave. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon in het onderwijs. Want het kenmerk van onderwijs is dat het voortdurend veran dert als antwoord op veranderingen in de samenleving. In de afgelopen maanden is ten aanzien van de voorstellen van het college veel zo niet alles gezegd. Diverse inspraakron des, commissievergaderingen. Daarom wil ik mij vanavond beperken tot enkele punten. Terecht zegt het college dat ze veel wil overlaten aan de scholen zelf - groeperingsvormen enz. De D66-fractie vindt het van realisme getuigen dat er gekozen wordt voor een aparte stroom voor de i-leerlingen. Overigens denken wij dat de opvang van die aparte stroom blijvend zal zijn. In eerder verband heb ik twijfels geuit aan vergaande hetero- genisering. Over het algemeen hebben scholen daar onvoldoende instrumenten voor. De praktijk is dan ook dat in veel (brede) scholengemeenschappen met steeds meer dakpannen wordt ge werkt De voorgestelde herschikking in scholengemeenschap A en een scholengemeenschap B heeft enorme gevolgen voor de scholen en 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 11