de vorming van brede scholengemeenschappen. Dan tegelijker tijd niet onverkort kiezen deze richting in te voeren en nader uit te werken. Zeker ook met de status aparte van het Stedelijk Gymnasium. Om dan toch met een dergelijk motie te komen, is een beetje vreemd. Ik ben het eens met de wethouder die zegt: de trajecten die de ouders starten van het Stede lijk Gymnasium wachten wij af, wij moeten maar kijken hoe dat gaat. Maar om in dit stadium dit type moties te gaan aannemen staat naar ons idee lijnrecht tegenover datgene wat ons voorstaat. Derhalve ook geen steun voor deze motie. De heer Krol: Voorzitter, één opmerking naar aanleiding van het antwoord van de wethouder. Ook wij willen de status aparte handhaven, ik heb mij alleen afgevraagd of het gymnasium nu zo gelukkig zou moeten zijn met de uitspraak van de rechter omtrent de status aparte, die hij heeft teruggebracht tot een simpele lessentabel. Meer heb ik eigenlijk niet willen zeggen. Natuurlijk zijn wij niet van plan om die status aparte vervolgens weer weg te halen, wij hebben daar immers voor gepleit. Dan heeft mevrouw Van Ulzen zitten roeren in de mctie van CDA- en PvdA-fractieIk denk dat dat van haar uit bekeken misschien verstandig is, maar van ons uit niet. Wij - en dat zeg ik nog eens met nadruk - hechten aan de letterlijke tekst en die letterlijke tekst luidt: "Blijkt uit opgedane ervarin gen dat integratie meer tijd vergt, dan wel niet over de volle breedte haalbaar is, dan wordt de situatie opnieuw bekeken." (Mevrouw Van Ulzen: De Krol zei dat er dan een nieuwe situatie was ontstaandat is wat hij in zijn eerste betoog heeft gezegd en dat is heel wat anders dan hij nu zegt.) Dan moet mevrouw van Ulzen beter luisteren. Dan heeft mevrouw Van Ulzen, zo zegt zij, mij één en ander maal gevraagd om antwoord te geven op een heel belangrijke vraag en ik ontwijk die en meer van dat soort dingen. Nu moet zij goed luisteren, want ik zeg het maar één keer. Deel uitmakend van het bevoegd gezag van het openbaar onder wijs is het legitiem (dus wettelijk toegestaan) om tot be sluitvorming te komen conform de besluiten zoals die nu voorliggen. Ook voor een CDA-fractie. Dat sluit ons princi pieel voorstander zijn van bijzonder onderwijs dus niet uit, het is inherent aan de pluriforme samenstelling van datzelfde openbaar onderwijs. Dat is het antwoord. Dan ga ik naar de moties. Motie 1 van de D66-fractie over de één of twee bestuurscom missies. Het zal u duidelijk zijn dat wij stemmen voor één 48 bestuurscommissie, gelet op de motivering in eerste termijn. Als wij een keus zouden willen maken, zouden wij liever kiezen voor de onmiddellijke invoering van twee centrale directies dan voor twee bestuurscommissies. Ik heb gezegd dat, gelet op andere overwegingen, het zo maar moet. Motie 2 van de D66-fractie om het Stedelijke Gymnasium voor alsnog buiten het fusiebesluit te houden. Vooralsnog, de wethouder heeft dat ook al gezegd, is een woord waar je alle kanten mee op kunt. Wij hebben daar ook ervaring mee. Dus zou ik de D66-fractie willen vragen wat zij daar nu precies mee bedoelt. Het is niet zo'n heldere motie, voorzitter. Nochtans zijn wij daar niet voor, gelet op de motiveringen in eerste termijn, de status aparte en dergelijke. De motie van de heer Greving hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant is het een motie die zegt: in die status aparte kan ik mij helemaal vinden, kijken of integratie haalbaar is, niet haalbaar, commissie wijze mannen en dergelijke. Aan de andere kanten zegt hij, mocht tijdens dat proces van drie jaar blijken dat de staatssecretaris moet besluiten, kan besluiten of wil besluiten - hoe dat ook maar mag heten - dat zij aan alle wettelijke voorwaarden voldoen om te komen tot het stichten van een eigen school, dan dragen wij onmiddel lijk dat hele zaakje over. Dat kan natuurlijk niet zo zijn. Als je ervan uitgaat dat er gymnasiaal onderwijs binnen een brede scholengemeenschap moet blijven dan draag je niet over, dan probeer je het zo goed mogelijk van de grond te krijgen. Daar is de status aparte voor bedoeld, niets meer en niets minder. Dus zullen wij ook niet voor die motie stemmen. De heer De Jong: Voorzitter, ik ga eerst nog even in op het huisvestigingsplaatje. De wethouder heeft daar in haar eerste termijn ook op geantwoord. Het verhaal over de mavo Nijlan is volstrekt helder. Maar waar het mij om gaat is, en de wethou der heeft ook gezegd in haar eerste termijn dat zij nog overleg voert met andere schoolbesturen, dat dit het uit gangspunt is. Dan is er dus de mogelijkheid dat nog de nodige zaken veranderen. Mijn vraag daarbij is op welke termijn wij het huisvestigingsplaatje zoals dat er straks op 1 augustus 1993 uit komt te zien, in de commissie kunnen krijgen. Een vraag die ik zelf gesteld heb, maar waar de wethouder nog niet op ingegaan is, is of de wethouder het initiatiefvoor stel van onze Tweede Kamerfractie inzake privaatrechtelijke bestuur voor het openbaar onderwijs, in de commissie in de komende periode aan de orde wil stellen. Dat biedt een moge lijkheid naast de gemeenschappelijke regeling, artikel 61 49

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 25