Nogmaals, ik heb deze motie ingediend om uit de impasse te
komen, om ook in de toekomst kort gedingen te voorkomen.
Laten wij het traject maar ingaan en wijs de ondervereniging
eventueel op de mogelijkheid zoals die hier ligt.
Alleen onder die voorwaarden gaan wij akkoord.
Mevrouw Oaras: Even kort ingaan op mijn vraag of het inder
daad zo is dat eventueel die heterogeniteit volledig aan de
scholen wordt overgelaten. Dit kan tot gevolg hebben dat er
soms zelfs sprake kan zijn van een homogene instroom. Mijn
fractie zou dat als zodanig, als dat de consequenties zijn,
heel jammer vinden. Ik vind ook dat daarmee geen recht wordt
gedaan aan de inhoudelijke argumenten waarop uiteindelijk ook
gekozen is voor de brede scholengemeenschap. Maar goed, het
is duidelijk, het is de verantwoordelijkheid van de scholen.
Ik wou hen in ieder geval die boodschap, omdat zij hier toch
in vrij grote getale aanwezig zijn, meegeven. Zonder dat ik
daarbij onderschat dat het werken in gedifferentieerde groe
pen niet eenvoudig zal zijn.
Dan de moties.
De eerste motie met het voorstel om te komen tot twee be
stuurscommissies. Eigenlijk heeft mijn fractie niet zozeer op
praktische argumenten als wel op principiële gronden iedere
keer gezegd dat wij in ieder geval vinden - en daar passen
ook de argumenten die het college heeft genoemd bij - dat het
van groot belang is dat er juist gekozen wordt voor één be
stuurscommissie artikel 61. Daaruit mag u constateren dat wij
deze motie niet zullen steunen.
De tweede motie is nogal wazig. Het woordje "vooralsnog" komt
mij wat vreemd over. Als ik ooit een tijd geleden mijn zin
had gekregen zou er nu helemaal geen sprake zijn van een
aparte status. Wij vinden het van essentieel belang dat er
een gymnasiale afdeling onderdeel uitmaakt van de brede
scholengemeenschap. Wij zullen dan ook deze motie niet steu
nen.
Ten slotte de motie van de heer Greving.
Ik vind dat wat een ingewikkelde motie. Ik denk dan van, wij
hebben een eigen besluitvormingstraject met daarin eigen
verantwoordelijkheden ten aanzien van het openbaar onderwijs
in de gemeente Leeuwarden. Daaronder valt ook het Stedelijk
Gymnasium. Wanneer dat eenmaal onderdeel uitmaakt van die
brede scholengemeenschap valt dat dus onder de openbare
gymnasiale afdeling. Het besluit dat in Den Haag genomen moet
worden is een besluit waar zij zich daar maar druk over
moeten maken. Ik denk dat je die twee zaken niet moet mengen.
56
Dat is dan ook de reden waarom wij deze motie niet zullen
steunen.
Mevrouw Vlietstra (weth.Voorzitter, de heer Den Oudsten en
de heer Krol geven mij geen aanleiding om nog weer op hen in
te gaan. Als mijnheer Krol de vraag stelt of het Gymnasium
gelukkig is met de uitspraak van de rechter, dan denk ik dat
die vraag het beste aan het Gymnasium gesteld kan worden. Ik
waag mij niet aan het beantwoorden van die vraag.
Mijnheer De Jong heeft gevraagd wanneer een eventueel huis
vestingsplaatje in de commissie zou kunnen komen. Op dit
moment kan ik dat niet overzien. Wij hebben een eerste ge
sprek gevoerd met O. en W.wij zijn ook met andere schoolbe
sturen aan het praten. Zodra daar meer duidelijkheid over is
zullen wij dat aan de commissie voorleggen.
Ik heb inderdaad verzuimd om in te gaan op zijn verzoek om
het initiatiefvoorstel van D66 over de bestuursvorm van het
openbaar onderwijs in de commissie aan de orde te stellen.
Wij hebben een afspraak gemaakt in de commissie dat wij over
de bestuursvorm van het openbaar onderwijs zullen gaan pra
ten. Nog bij de laatste commissievergadering lag er een
schriftelijk mededeling, een voorstel eigenlijk, van onze
kant om daar even mee te wachten totdat het voorstel van het
Kabinet over een nieuwe bestuurlijke vorm, dat eind oktober
wordt verwacht, er ligt. Ik denk dat het verstandig is om
daar op te wachten en bij de discussie in de commissie zowel
het voorstel van het Kabinet als de initiatiefvoorstellen die
er nu liggen van de D66-, PvdA- en CDA-fractie, want er ligt
intussen al een heel stapeltje, te betrekken. Dus wat dat
betreft positief, maar dan iets breder. Misschien dat de WD-
fractie intussen ook nog komt met een voorstel, dan hebben
wij het plaatje aardig compleet.
Dan heeft de heer De Jong nog iets over de moties gezegd. Ik
denk dat het weinig zin heeft om nog weer de argumenten te
wisselen waar het gaat om de één of twee bestuurscommissies.
Wij zijn het inhoudelijk niet met elkaar oneens, maar het
gaat er om welke weging je aan welke argumenten geeft en die
maken wij verschillend.
Over motie 2 van de D66-fractie heeft de heer De Jong nog
gezegd dat hij niet uitsluit dat als de nodige duidelijkheid
er is - dan heb ik het over het Gymnasium - hij er anders
tegen aan gaat kijken. Die duidelijkheid zal er het komend
jaar en daarna in de periode 1993-1996 moeten komen. Ik denk
dat wij dat traject maar eens in moeten gaan. Dat is overi-
57