is geen planologische grondslag voor het artikel. In feite is
door de heer Van Dijk ook de verkeerde weg bewandeld.
Wij als PAL/Groen Links-fractie blijven echter van mening dat
aantoonbaar is dat hier een particulier het slachtoffer is
geworden van de reconstructieplannen van het Stationskwar
tier. Uit oogpunt van klantvriendelijkheid en passend binnen
de beginselen van behoorlijk bestuur, is het dan gerechtvaar
digd dat het uiterste wordt gedaan om de schade voor het
individu zoveel mogelijk te beperken. De huidige lokatie van
de viskraam aan de Valeriusstraat is geen vergelijkbare
lokatie met wat hij daarvoor had, dat is zeker. Ik geloof de
heer Van Dijk als hij zegt dat zijn omzet gehalveerd is. Ik
ga hier even op in omdat b. en w. morgen, zover mijn informa
tie correct is, wellicht gaan besluiten over de invulling van
de kiosken op het Zaailand en ik heb vernomen dat de heer Van
Dijk zich daarvoor heeft laten inschrijven. Nu is Hit een
openbare inschrijving en het ligt dan in de lijn dat degene
die het hoogste inschrijft de plek krijgt. Maar ik wil het
college toch dringend verzoeken te zien of het niet mogelijk
is om de heer Van Dijk een plek op het Zaailand te geven,
omdat hier sprake is van een bijzondere situatie, zoals ik
daarnet heb betoogd. Ik verwijs naar een uitspraak van de
heer Timmermans van destijds, dat in 1990 geen betere plek
dan de Valeriusstraat voor handen was. Nu is dat wel het
geval bij de invulling van de nieuwe kiosken op het Zaailand.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, wij hebben in 1990
inderdaad die discussie gevoerd, waarbij de aspecten klant
vriendelijkheid en ook de feitelijke formele posities aan de
orde zijn geweest. Voor wat betreft de discussie over de
klantvriendelijkheid is toen van mijn zijde aangegeven dat
het college alle mogelijkheden heeft onderzocht en ook vrij
langdurig overleg heeft gepleegd met de desbetreffende kraam-
houder om een goede lokatie te vinden. Die is toen niet
gevonden, de heer Heins heeft dat zelf ook geformuleerd.
Vervolgens moet ik toch iets rechtzetten in die zin dat er
geen rechten zijn als het gaat om standplaatsen. Als -ie de
juridische omschrijving van de vergunning leest kunnen er
geen rechten ontleend worden aan de situatie, dat is toen ook
nadrukkelijk aan de orde geweest. Er was dus geen bijzondere
situatie. Ik kan u verzekeren dat voor alle houders van een
kraam in deze gemeente diezelfde positie geldt. Wij hebben de
lijn uitgezet dat wanneer er nieuwe plaatsen zijn, het wel zo
is dat wanneer ons bekend is dat een kraamhouder graag een
andere plek wil hebben, hij daar dan ook op wordt gewezen.
Maar vervolgens is het denk ik een volstrekt correcte manier
om de marktwaarde, want dat is dan natuurlijk gewoon aan de
orde, van een bepaalde vestiging in het binnenstedelijk
openbaar gebied te gelde te maken. Ik denk dat wij die ver
antwoordelijkheid hebben. De heer Van Dijk heeft die moge
lijkheid gehad en heeft die niet kunnen invullen of willen
invullen.
De heer Heins: De bijzondere situatie waar ik over heb ge
sproken ligt vooral in het feit dat hier een particulier het
slachtoffer is geworden van een aantal ontwikkelingen die
waren bedoeld voor de hele stad. Daar gaat het dan over en
dan denk ik dat het klantvriendelijk is dat wel bij de desbe
treffende persoon, die niet de juiste juridische weg heeft
bewandeld, gesproken moet worden van een bepaalde schade die
hij heeft geleden en nog lijdt. Ik denk dat het dan helemaal
niet zo raar is om een bijzondere situatie te creëren voor
een dergelijk persoon. Dat verstaan wij ook onder klantvrien
delijk opereren. Je hoeft niet altijd de juridische weg te
bewandelen, je kan ook op een wat soepeler manier met je
eigen burgers omgaan.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, slachtoffer geworden
gaat mij een beetje te ver, want dat zou betekenen dat er
sprake zou zijn van echte rechten en die waren er niet. Het
was heel duidelijk voor de heer Van Dijk. (De heer Beina:
Diezelfde discussie is de vorige keer gevoerd.) Wij hebben in
overleg met de heer Van Dijk de voor hem beste lokatie uitge
zocht en dat is de Valeriusstraat geworden. Nu is er een
nieuwe situatie waarbij hij heeft kunnen inschrijven. Ik denk
dat wij met precies dezelfde handelwijze, ook ten aanzien van
andere kraamhouders die op diezelfde lokatie hebben gezeten,
hebben gewerkt.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 17 en 18 (bijlage nrs. 233 en 234).
Zonder hoofdelijk stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
65