De heer Graving: Mijnheer de voorzitter, zoals mevrouw Waal- kens al heeft gezegd zitten hier eigenlijk drie aspecten aan. De invoering van de fiscalisering stonden wij in de commissie oorspronkelijk toch wel positief tegenover, ook al gezien de budgettaire consequenties die hier denk ik mogelijk zijn. Maar er zitten nog een aantal andere aspecten in het verhaal. Ik wil daarvan noemen de uitbreiding van het aantal parkeer terreinen waar betaald parkeren zal gaan gelden. Mij is nog steeds niet duidelijk, nadat ik er herhaaldelijk naar ge vraagd heb, of daar in dit besluit toe besloten wordt, want wethouder Heere heeft in de commissie gezegd: dit is slechts een vooraankondiging van. Ik vind dat daarover een stukje duidelijkheid moet zijn. Eigenlijk vind ik ook dat als het wel een besluitvorming is, die op dit moment nog niet genomen moet worden en behoeft te worden, maar dat dat duidelijk in relatie gezien moet worden met wat wij nog van plan zijn ten aanzien van het schilparkeren. Dan iets over de tarieven en de vergunningen. Ons parkeerbeleid zal klantvriendelijk moeten zijn zowel voor bewoners als bedrijven in de binnenstad. Dat heeft ook alles te maken met de concurrentiepositie die hier in het geding is, zowel voor het wonen in de binnenstad als ook voor de bedrijven in de binnenstad. Ik moet u zeggen dat de differen tiatie zoals die nu voorgesteld wordt door het college naar tijdsduur, zoals het dan heet, voor bewoners en bedrijven helemaal niet is onderbouwd. Er wordt wel gesuggereerd dat er intensiever gebruik zal worden gemaakt door bedrijven van de parkeervoorzieningen, maar er wordt geen enkel onderzoek overlegd daarnaar. Ik vind het daarom ook niet terecht dat dit hier zo wordt gepresenteerd. Ook de omgekeerde relatie die wordt gelegd tussen een vergunning voor 24 uur die de helft goedkoper zou zijn dan een vergunning voor 12 uur spreekt mij niet aan. Ik vind dat ook eigenlijk onrechtvaar dig, om het maar zo te zeggen. Daarom wil ik eigenlijk voor stellen om deze tariefdifferentiatie maar uit het voorstel te halen. Ik vond het heel verstandig dat dit voorstel terug genomen is voor de voorlaatste raadsvergadering en ik wil nu pleiten voor een uniform tarief, een enkelvoudig tarief, van f 240,per jaar voor zowel bewoners als beroepsbeoefenaren in de binnenstad. Overigens heb ik mij nog afgevraagd, dat als je een parkeervergunning hebt voor 12 uren als bedrijf, hoe het dan op de donderdag loopt als de parkeermeters wel lopen van 8 uur 's morgens tot 's avonds 9 of 10 uur. Samenvattend vind ik het voorstel dat er nu ligt eigenlijk onder de maat. Het is een leuk juridisch foefje wat het college hier op tafel legt, maar het zal geen draagvlak vinden bij de bevolking. Het kan ook inhouden dat daarmee de 78 GPV/RPF/SGP-fractie dit totale voorstel zal gaan verwerpen. Er zitten teveel zaken in die met fiscalisering op zich niets te maken hebben. Het parkeerbeleid moet mijns inziens inte graal worden aangepakt en uitgevoerd, ook in relatie met de regio en ook in relatie met het schilparkeren. Ik wacht graag de reactie van de wethouder af. De heer Heins: Onze fractie gaat akkoord met het voorstel dat er ligt. Jammer dat Binnenlandse Zaken een tariefdifferenti atie naar bewoners en bedrijven niet wil accepteren, alhoewel met de koppeling naar tijdsduur en lokatie nagenoeg hetzelfde effect wordt bereikt. Echter, het maakt de regeling er niet eenvoudiger op, in tegendeel. Er leven op rijksniveau toch nog vele onzinnige regels waar in het kader van bestuurlijke vernieuwing wel eens de bezem door mag. Ik wil ook nog een opmerking kwijt over de wielklem. Binnen onze gelederen is daar uitvoerig over gesproken en niet ten onrechte. Het mag zo zijn dat de automobilist zich de laatste tijd ergert dat de binnenstad slecht bereikbaar is door werkzaamheden aan de oostelijke rondweg en de Vrouwenpoorts- brug, de voetganger en de fietser eigeren zich al vele jaren aan het gedr-g van sommige automobilisten in de binnenstad. Rijden op plekken waar het niet mag, regelmatig gaan er auto's van de Nieuwestad naar de Peperstraat om maar eens een bekend voorbeeld te noemen en regelmatig staan auto's op koopavonden geparkeerd op de Nieuwestad en op de Voorstreek. Toch blijft het een kwestie van inschatting of deze problema tiek zo groot is dat je het soort maatregelen als vaker wegslepen en het toepassen van de wielklem nu al moet inzet ten. In de raadsbrief staat "wanneer de ervaringen daartoe aanleiding geven alsnog tot toepassing van de wielklem zal worden besloten". Het aantal parkeerovertredingen is in de eerste helft van dit jaar toegenomen en ook de ergernis neemt toe. Wij zouden graag zien dat volgend jaar omstreeks deze tijd de bedoelde afweging opnieuw wordt gemaakt. Wij denken dat er dan niet aan de wielklem en een stringenter wegsleepbeleid te ontkomen zal zijn. Zeker als het aantal parkeerovertredingen verder zal toenemen. Graag een reactie van het college hierover. Ten slotte - en ik denk dat de heer Greving wel een beetje gelijk heeft - het doet wat raar aan dat je eerst het instru ment in touw zet en daarna pas het beleid op een goede manier verwoordt. Maar dat is in het verleden wel eens vaker gebeurd en ik denk dat je dan maar eens een keer pragmatisch moet

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 40