bezoekers van de binnenstad gebruik wordt gemaakt. (De heer Grevlng: De wethouder kijkt niet naar lokatie maar naar tijdsduur, dat vind ik onterecht.Maar de vergunningen voor degenen die het aangaan zijn wel weer lokatiegebonden. Dus dat zit daar al achter. Overigens heeft de heer Greving gelijk dat het systeem zoals wij dat noodgedwongen hebben gekozen een zekere mate van gekunsteldheid heeft. Dat bete kent dus ook dat het controleren van die winkelier die om acht uur aanwezig zou zijn tot de avond 21.00 uur, ik denk dat wij dat niet kunnen controleren. Maar dat wisten wij en dat was ook helemaal niet de bedoeling. De heer Heins heeft gesproken over de wielklem en de weg- sleepregeling en gevraagd om na een jaar die zaak te evalue ren. Ik denk dat wij die toezegging kunnen doen. Ik laat even in het midden of wij halverwege het jaar met de raad nog zullen bespreken of het al tijd is om dat te doen. In princi pe dus wel, maar wellicht dat een jaar tekort is om zinvol die evaluatie te plegen. Maar daar hebben wij dan nog een discussie over. Ik constateer dat de heren Terpstra in hoge mate namens hun fracties overeenstemmen, dat zij afzien van het voorbehoud. De heer Bakker spreekt over de ins en outs van het parkeerbe leid. Ik ben daar op ingegaan. Die f 8 ton is op basis van een redelijke vergelijking met vergelijkbare steden. Het voorbeeld van Groningen dat hij noemt, dat hangt er natuur lijk ook in hogemate van af hoe die hele begroting daar in elkaar zit, wat toegerekend is aan kosten ten opzichte van de situatie zoals wij die hier hebben. Dus die cijfers kunnen niet zo worden vergeleken. De motie om de ondernemers en dan met name de kleine onderne mers, één vast tarief aanbieden van f 240, Het is een motie die precies de zwakte in zich heeft wat de reden was waarom wij de vorige keer het besluit hebben moeten terugne men, namelijk dat je niet naar functie mag differentiëren, maar naar tijd. Dus die motie is technisch en juridisch niet uitvoerbaar. Mevrouw Waalkens: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de wethouder een beetje selectief heeft geluisterd. Hij heeft gehoord dat wij voor de fiscalisering zouden willen zijn. Hij heeft echter daarna niet meer gehoord dat wij tegen de verho ging van die mate van de parkeervergunningen zijn en tegen het differentiëren. Ik heb gevraagd of hij het gat dat even tueel geslagen zou worden als er niet wordt verhoogd, zou 84 willen meenemen in de mee- en tegenvallers. Daar heeft hij niet op geantwoord. Ten aanzien van de inflatiecorrectie kan ik hem uit de droom helpen, dat geld is voor dit jaar en verder niet met terug werkende kracht. Dan de vergelijking met andere steden. Als ik bijvoorbeeld Zwolle neem, dan is daar een parkeergarage waar je voor één gulden per dag kunt staan. Dat betekent dus voor een onderne mer dat je daar je auto ~ou kunnen neerzetten. Als je hem perse voor de deur wilt hebben, zou je er iets meer voor moeten betalen. Dus kun je niet stellen dat je diverse ge meentes zo maar even met elkaar kunt vergelijken en misschien hebben die anderen wel een zelfstandig gymnasium. Wij gaan dus niet mee met de voorstellen van: als zij het daar doen doen wij het ook. De motie van de D66-fractie. Wij zijn tegen de verhoging naar f 240,dus zijn wij ook tegen die motie. De heer Greving: Voorzitter, het verhaal van de wethouder heeft bij mij niet zoveel verduidelijkt moet ik zeggen. Ik begreep op een gegeven moment het verhaal even helemaal niet meer, toen hij het had over dat straks als de nota Parkeerbe leid er lig*", het een en ander duidelijk zal gaan worden over hoe er nu gestuurd zal gaan worden tussen de verschillende lokaties. Ik heb ook niet begrepen waarom ondernemers of beroepsbeoefenaren - hoe wij ze dan ook maar noemen - juist de duurste parkeerplaatsen op dit moment in beslag zouden nemen. Wat ik ook niet begrijp is, waarom er dan juist niet lokatiegerichtwant de mogelijkheid dus is met de landelijke normen, eventueel die vergunningen met een al dan niet stij gend tarief worden ingevoerd. Ik vind dit nog steeds zo oneigenlijk, de wethouder zegt dat wij niet mogen differenti ëren tussen bewoners en beroepsbeoefenaren en toch willen wij het lekker wel doen en dus zeggen wijDat wil er bij mij niet in, dat vind ik onrechtvaardig. Ik vraag mij ook nog steeds af voor welke tijdstippen nu op donderdag die vergun ning wel uitgegeven zal gaan worden voor de ondernemers, mocht dit aangenomen worden. Ik heb mij helemaal verbaasd over de opmerking van de wethou der dat er uiteraard niet gecontroleerd zal worden, dat dat de bedoeling niet is als er mogelijk een overschreiding op die donderdag zou plaatsvinden. Ik wil graag dat de wethouder dat nog een keer verduidelijkt. De heer R. Terpstra: Even een reactie op de motie. Wij kunnen helemaal instemmen met de reactie van de wethouder, want daarom gaat het natuurlijk in feite. Ik begrijp dat de D66- 85

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 43