uur. Dan praat je over 12 uur. Ik heb bedoeld te zeggen dat normaal gesproken je dat niet hoeft te controleren, omdat in veruit de meeste gevallen dat gewoon binnen die 12 uur kan plaatsvinden. (De heer Greving: Ik heb gevraagd voor welke tijdstippen die vergunning gaat gelden. Ik neem aan dat die 's morgens om 8 uur gaat beginnen en 's avonds om 8 uur eindigt. Wij hebben geen parkeerschijven die 12 uur kunnen beslaan op een dag. Dus de wethouder kan niets anders doen met die parkeertijd dan exact een tijd aan te geven op die vergunningDie begint 's morgens om 8 uur en die eindigt 's avond om 8 uur of die begint 's morgens om 7 uur en ein digt 's avonds om 7 uur. Maar je kunt niet zeggen, wij gaan er maar vanuit dat hij misschien zo en zo laat daar gekomen is, want dan is het geen vergunning voor 12 uren.) Dat hoeft helemaal niet, je hebt een bepaalde aanduiding dat je daar 12 uur mag staan en in die enkele gevallen dat iemand de auto ook 's nachts laat staan, komt dat wel een keer naar boven. Maar wij moeten natuurlijk uitkijken dat wij niet een regel gaan maken die zo ingewikkeld gaat worden dat die volstrekt voorbij de feitelijke praktijk gaat, dat is wat met dergelij ke systematiek wordt beoogd. (De heer Greving: Die tijdsduur moet toch controleerbaar zijn, op het moment dat een vergun ning voor een bepaalde tijdsduur wordt uitgegeven moet kunnen wordt gezegd: u hebt hier meer dan 12 uur gestaan. Anders moet je zeggen wij zetten op voorhand de controle op nul.) Het is een systematiek die wij niet hebben bedacht. Maar ook in ondermeer Apeldoorn geldt dit en daar blijkt het goed te werken. In de werkelijke praktijk gebruikon winkeliers die parkeerplaats niet 24 uur per dag, als zij dat wel doen wonen zij daar en dan krijgen zij, zoals de heer Heins terecht heeft aangegeven, gewoon een bewonersvergunning. Dus de praktijk is dat het goed kan werken zonder dat je precies die tijden daarbij vastlegt. De heer Heins heeft gelijk als hij constateert dat mijn afdoening van de motie van de heer Bakker in eerste instantie formeel was. Het motief is natuurlijk geweest dat het college niet echt onder de indruk was van de nuance tussen kleine ondernemers, nog los van de vraag of dat een punt van overwe ging voor hen zou zijn om de binnenstad te verlaten. De praktijk is dat er nog steeds een grote wachtlijst is van kleine ondernemers die graag een parkeervergunning in de binnenstad willen hebben. Ik dacht dat ik daarmee ook de aangepaste motie van de heer Bakker heb ontraden. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. 88 Ik breng eerst in stemming de motie ingediend door de heer Bakker van de D66-fractie. De heer Bakker: Gezien de discussie lijkt het mij verstandig om de motie in te trekken. De Voorzitter: De motie wordt ingetrokken. Aan de orde is de stemming over punt 23. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-en de GPV/RPF/SGP-fractie geacht willen worden te hebben tegenge stemd en de D66-fractie geacht wil worden tegen het tarief genoemd in 2.3.1 te hebben gestemd, met inachtneming van de toezegging van de wethouder Punt 24 (bijlage nr. 236). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25 (bijlage nr. 223). De Voorzitter: Aan de orde is Bijdrage fototentoonstelling over de actuele situatie in Zuid—Afrika. De heer Greving: Mijnheer de voorzitter, wij hebben hier via de steunfractie ook al op ingesproken binnen de commissie. Mijn fractie is tegen dit voorstel. Wij vinden het niet een taak van de gemeentelijke overheid om hieraan invulling te geven. Wij vinden dat dit hoort bij een stuk mondiaal beleid. Wij vinden ook dat wij ons moeten concentreren op de taken die op ons gemeentebordje liggen. Daarom willen wij geacht worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het 89

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 45