De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen nota "De toekomst
van de onderwijsbegeleiding in de gemeente Leeuwarden".
Mevrouw Garms: Vanavond stellen wij de beleidsnotitie "De
toekomst van de onderwijsbegeleiding in de gemeente Leeuwar
den" vast. Naar aanleiding van het onderzoek door het RION en
door hard werken van ambtenaren en de mensen van met name het
GCO is deze notitie tot stand gekomen. Daarmee is tevens
ruimschoots voldaan aan de opdracht die de raad heeft gegeven
bij de vaststelling van de laatste herwaarderingsoperatie. Je
kunt je echter afvragen wat het nut hiervan is geweest, als
je nu al weet dat er in het voorjaar 1993 mogelijk al weer
bijstellingen zullen plaatsvinden, omdat er opnieuw bezuinigd
moet worden. Maar goed, ik denk dat het cynisme wat mij nu
bekruipt mij de komende maanden wel vaker parten zal spelen.
Voor dit moment, want blijkbaar is het niet meer, gaan wij
akkoord met de notitie met daarbij één aantekening.
Zoals in de commissie gezegd, vinden wij dat het DAT-onder-
zoek in het pakket moet blijven zolang nog niet duidelijk is
waar de verantwoordelijkheid voor de schoolkeuzetest terecht
komt. Het DAT-onderzoek heeft de afgelopen jaren zijn waarde
meer dan eens bewezen, zeker ten opzichte van de Cito-toet-
sen. Wij hadden voorgesteld deze post pm te ramen. Gezien de
reactie in de commissie zal dit niet haalbaar zijn, dus
zullen wij tegen dit onderdeel in de beleidsnotitie stemmen.
Dan blijft er nog altijd f 3 ton en een pm over, dus de
taakstelling is gehaald.
De heer Krol: Voorzitter, een korte reactie met betrekking
tot deze nota.
De CDA-fractie gaat akkoord met de financiële taakstelling
uitmondend in 1996 op een bedrag van f 437.000, Wel willen
wij nog herinneren aan de toezegging van de wethouder met
betrekking tot de door het GCO uitgevoerde test in groep 8
van het basisonderwijs. Alom wordt deze test gewaardeerd,
vandaar ook dat wij willen bepleiten deze test te handhaven
middels een alternatieve financiering door bijvoorbeeld de
instellingen voor basisvorming per 1-8-1993 dat te laten
betalen
Voorts kunnen wij ons vinden in de filosofie zoals neergelegd
in de vast te stellen nota.
Voor wat betreft het zogenoemde fonds additionele ondersteu
ning wachten wij de studie af voor wij tot een definitief
oordeel hieromtrent komen. Overigens komt één en ander in een
gans ander daglicht te staan wanneer bijvoorbeeld door ver
dergaande bezuinigingen het aanvullend pakket nog verder zal
8
worden terugbracht.
Mevrouw Dikken: Mijnheer de voorzitter, het GCO is één van de
organisaties in onze gemeente die fo:*s moet bezuinigen,
namelijk f 437.000,Het RION-rapport heeft samen met de
nota "De toekomst van de onderwijsbegeleiding in de gemeente
Leeuwarden" ons inzicht gegeven in het gewenste minimale
niveau van schoolbegeleiding. Een belangrijk uitgangspunt is
op een verantwoorde manier dit bedrag te bezuinigen. In wezen
nemen wij vanavond een voorschot op een discussie die voor
alle gemeentelijke diensten gaat gelden, namelijk de kernta—
kendiscussieDeze discussie is ook gevoerd met het GCO en
verwoord in deze nota. Uitgangspunt is dat wij vinden dat
schoolbegeleiding een basisvoorziening is en daarbij behoort
een basispakket. Verder moet er duidelijkheid komen over wat
het extra pakket precies inhoudt. Het lijkt ons dan ook van
essentieel belang dat omschreven wordt wat de taken van het
GCO in het basispakket zijn en welke diensten zij in het
extra pakket kunnen verlenen. De verhouding school en school
begeleidingsdienst zal de komende jaren sterk veranderen. De
scholen worden afnemer van het dienstenpakket van het GCO en
zij krijgen daarvoor een budget. Het lijkt ons uitstekend dat
scholen zich bewust worden wat de diensten verleend door het
GCO zuller kosten. Verder zal het aanbod moeten worden afge
stemd op wat de scholen daarbij nodig hebben. Vanuit het GCO
zal naar de afnemer toe een kostprijsberekening moeten komen.
Wat wordt gedaan voor welke prijs?
Wat de bezuinigingen vcor personele consequenties hebben is
nog niet helder. De wethouder heeft in de commissie toegezegd
dat hij samen met het GCO wil overleggen of en waar deze
mensen eventueel geplaatst kunnen worden. Het is heel begrij
pelijk dat er onrust ontstaat bij de personeelsleden als er
formatieplaatsen moeten verdwijnen. Alles moet er aan gedaan
worden om duidelijkheid te scheppen voor wie het consequen
ties heeft en wat de verdere mogelijkheden zijn.
Afsluitend wens ik het GCO veel wijsheid en sterkte toe om in
een tijd waarin binnen het onderwijs enorm veel nieuwe ont
wikkelingen plaats vinden in te spelen op die vraag terwijl
de financiële middelen verminderen. Wij hopen dan ook dat er
aen slagvaardig, toegespitst op vraag en aanbod, dienstenpak
ket ontstaat, dat het onderwijs begeleidt en ondersteunt daar
waar zij dat nodig heeft.
De heer De Jong: Voorzitter, in een eerde-- stadium heeft de
D66-ftactie gesproken over dat f 3 ton de limit zou moeten
9