spreekt mij op zich niet zo aan. Het argument dat voor mij de doorslag geeft is dat f 250,voor ons wellicht niet veel is, maar dat het voor een kleinschalig toneelgezelschap een heleboel geld kan zijn. Ik wil mij graag aansluiten bij de motie die is ingediend door de PAL/Groen Links-fractie. Mevrouw Dijkstra: De antwoorden van de wethouders hebben op zich voor ons geen aanleiding gegeven tot een reactie in tweede termijn. Ik wil alleen reageren op de motie van de PAL/Groen Links fractie. De wethouder zegt terecht dat de gezelschappen niet hebben gereageerd. Ik denk dat dat een heel belangrijk punt is, waarmee al aangegeven wordt dat men dat bedrag waarschijnlijk ook wel kan missen en dit niet al te grote problemen tot gevolg heeft. Met name de hoogte van de perceptiekosten zijn voor ons een belangrijk argument om tegen deze motie te stemmen. Mocht er een gezelschap toch helemaal in de problemen komen, dan zou gebruik gemaakt kunnen worden van de algemene subsi dieverordening waarin, dacht ik, een regel staat dat in een probleemgeval b. en w. kan handelen en een beroep zou kunnen doen op die regel om af te wijken van de verordening. Daarmee is voor ons de motie niet noodzakelijk. Mevrouw Van Ulzen: Ik wil zeggen dat mijn fractie op mij na de motie niet zal steunen. Ik wil straks graag verklaren waarom ik hem wel steun. De heer Graving: Ik wil graag even op de motie reageren. Het is al gezegd, het is eigenlijk een heel keurige grens die hier getrokken wordt. De wethouder heeft gezegd dat dat ook te maken heeft met de perceptiekosten. Dat is natuurlijk gezien van de kant van de subsidiegever. Maar het is ook zo dat degene die subsidie aanvraagt nogal wat kosten moet maken, daar heeft de heer Van Olffen ook al op gewezen, om überhaupt die subsidie-aanvraag op tafel te kunnen leggen. Als wij die dingen allemaal naast elkaar zetten, vind ik dat wij reëel moeten zijn en dan is een ondergrens van f 500, ook juist bij de subsidievrager heel reëel. Ik zal mij dus niet aansluiten bij de motie van de PAL/Groen Links-fractie. Mevrouw Waalkens: Namens het overige deel van de WD-fractie een verklaring ten aanzien van de motie van f 500,als ondergrens. Wij kunnen ons daarin vinden, gezien de kosten 102 die gemaakt moeten worden om dingen te onderzoeken en, zoals mevrouw Dijkstra ook al heeft gezegd, er kan altijd in cre- peergevallen afgeweken worden. Dus wij zullen de motie niet steunen. De heer Janssen (weth.Voorzitter, ik denk dat het om twee punten gaat. De heer Heins heeft gesproken over het verschil tussen programmering en produkties. Ik denk dat dat dan toch met zijn invalfunctie te maken heeft. Bij programmering gaat het er om dat er een opvoering wordt georganiseerd en daar kun je subsidie voor krijgen, voor die uitvoering zelf. Bij produktie gaat het er om dat je subsidie kunt krijgen om een opvoering te maken. Dat onderscheid is voor mij glashelder. Je zegt gewoon, wij hebben dan en dan een openbaar toeganke lijke voorstelling, daar is een kostenplaatje bij en wij dienen een subsidieverzoek in. Dan kan men subsidie krijgen als die keuze gemaakt wordt. Bij produktie zeg je, wij zijn van plan om een voorstelling te maken die er ongeveer zus en zo gaat uitzien, daar hebben wij een heleboel attributen etc. voor nodig en daar willen wij graag geld voor hebben. Daar lopen wij dus tegen het probleem aan dat alle amateuristische toneelverenigingen bijvoorbeeld ook bezig zijn met het reali seren vai. produkties en één of twee keer per jaar een voor stelling geven. Wij zeggen niet dat het moeilijk is dat onderscheid te maken, nee, wij hebben een werkgroep met mensen uit de praktijk er aan laten sleutelen hoe wij daar nu met om moeten gaan. Die mensen zeggen dat je eigenlijk dat onderscheid niet kunt maken. Het is maar net de subsidietitel waar men een beroep op doet. Vanuit die overwegingen hebben wij gezegd dat wij dat dan ook niet meer moeten doen. Dus dat onderscheid, laat daar geen misverstand over zijn, dat is glashelder. De motie begint voor mij zo langzamerhand mug en olifant- vormen aan te nemen. Het gaat om theorie en praktijk. Als je kijkt naar één van die blauwe boeken deel 2, Inventarisatie en uitvoering, bijlage 10, dan zie je een hele trits van amateuristische verenigingen die f 90,subsidie krijgen, f 168,subsidie, f 144,subsidie en als ik dan de bewoor dingen in de motie over verschraling van het aanbod en zo lees, dan denk ik dat dat geen verhouding is. De heer Heins zegt, dat ik als argument gebruik dat er geen protest is en het daarom wel kan. Het is niet zo dat men uit "Aan de Grote Klok" heeft moeten halen dat er een commissievergadering is waar dit één van de agendapunten is. Nee wij hebben voor de zomervakantie hoorzittingen georganiseerd waarbij alle in- stelxingen die subsidie krijgen van de gemeente en die onder deze nota vallen, zijn uitgenodigd per categorie. Bij de 103

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 5