een merkwaardige schijn van objectiviteit. Met het lijstje in de hand zouden wij volgende week bij de herwaardering van onder naar boven taken weg kunnen gaan strepen, net zo lang tot de begroting sluitend is. Dat heeft volgens ons niet zo gek veel met politiek te maken. Ik kom dan tot slot bij het besluit zoals dat nu voorligt. In het raadsbesluit staat dat de raad van deze gemeente vanavond het rapport met de bijbehorende bijlagen als leidraad voor de verdere discussie wil aanvaarden. Nu heeft vanmorgen wethou der Koopmans in de Commissie Algemene Zaken zich laten ont vallen dat het er in feite om gaat dat de raad het stuk voor kennisgeving aanneemt. (De Voorzitter: Dat is niet gezegd. Er is gezegd dat het een elegante formulering is van voor ken nisgeving aannemen. Er staat namelijk: als leidraad voor het doen van keuzen.) Een tweede opmerking die ik daarbij wil maken is dat er in de raadsbrief ook nog gesproken wordt over een leidraad voor de toekomst. Nu staat in het besluit "een leidraad". Ik vind het wat flauw om een motie in te dienen waarin één woord verschil zit, maar wij zitten toch met een aantal pijnpunten in dit prioriteitenlijstje. Ik heb daar straks een aantal voorbeel den van genoemd. Ik zou het college sterk in overweging willen geven om nog eens te kijken of dat besluit anders genomen kan worden. Daartoe heb ik een motie voor mij liggen. Die luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 18 januari 1993, kennis genomen hebbende van de Rapportage Discussie Kerntaken gemeente Leeuwarden en de bij de rapportage behorende bijlagen; besluit: de ordening van taken in de Rapportage Discussie Kernta ken Leeuwarden voor kennisgeving aan te nemen." De motie is door de heer Heins en mij ondertekend. (De Voor zitter: De motie maakt deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, vorig jaar rond deze tijd gaf de raad het startsein voor een gemeentebrede en fundamentele herijking van gemeentelijke taken. Daar lagen verschillende aanleidingen aan ten grondslag. Ten eerste: onze fractie stelt een ingrijpend vernieuwings programma voor. Ons Collegeprogramma spreekt niet voor niets over sociale vernieuwing, stedelijke vernieuwing, bestuurlij ke vernieuwing en milieu als hoofdprioriteiten van gemeen 18 telijk beleid. Wij zijn ervan overtuigd dat er het volgend jaar nog heel veel gedaan moet worden en willen wij dat realiseren, dan moeten wij echt ruimte creëren. Ten tweede: even belangrijk zijn de veranderende maatschappe lijke opvattingen over de rol van de overheid. Tijden veran deren, de omgeving waarin de gemeentelijk overheid zit veran dert en het is dus ook goed om het takenpakket systematisch en fundamenteel tegen het licht te houden. De overheid blijkt immers overbelast, waardoor het zicht verdwijnt op haar kerntaken. Een deel van het takenpakket is geworteld in het verleden en beantwoordt soms niet meer aan de behoefte van de burgers van morgen. Er is een politieke wens dat de bureau cratie vermindert, dat meer verantwoordelijkheid gelegd wordt bij individuen en groepen individuen en dat de marktsector, daar waar belangen van sociaal zwakken niet in het geding komen, meer kan worden ingeschakeld. Ten derde: de overheid wordt geconfronteerd met een omvang rijke financiële problematiek. De relatie kerntakendebat en bezuinigingen is daarmee gelegd. Met andere woorden: de taak analyse en de beslissingen daarover zullen concrete besparin gen moeten opleveren. Dat neemt niet weg dat daarbij vanzelf sprekend de kwaliteit van de overheid in het geding is. Er zal een politiek bepaalde benedengrens zijn om nog te kunnen spreken van kwalitatief voldoende niveau bij de produkten van de gemeente. Tot slot van deze algemene inleiding wil ik zeggen, mijnheer de voorzitter, dat wij in de discussie over kerntaken helder moeten zijn over het feit dat er geen objectieve wetenschap pelijke of universele criteria zijn vast te stellen om tot beslissingen te komen. Er zijn wel wettelijke taken die uitgevoerd moeten worden. De uiteindelijke beslissing op welk niveau die wettelijke taken uitgeoefend moeten worden en of een taak daarnaast wel of niet tot een gemeentelijke over- heidsaangelegenheid moet worden gerekend, heeft primair te maken met de politieke waarden en normen ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken en met het beeld van de samen leving dat politici hebben. Het is een hoofdkenmerk van de politiek om keuzes te maken na afweging van vaak strijdige belangen. Dat is ook in deze discussie het geval. Mijnheer de voorzitter, er is het afgelopen jaar heel hard gewerkt aan het doorlichten van een groot deel van de gemeen telijke taken. Dat levert winst op. In de eerste plaats ligt er nu een onderscheid tussen wettelijke taken en andere taken, dat is winst. Er ligt een ambtelijke inventarisatie waar nog veel meer informatie in zit dan wij op dit moment 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 10