Op twee punten hebben wij een paar vragen.
Ten eerste de f 30.000,voor financiële ondersteuning van
particuliere initiatieven. Dat vinden wij een goede zaak. Nu
zijn er nog geen criteria voor de besteding van dit bedrag,
alleen de omschrijving dat het zaken moeten zijn die in de
lijn liggen van de Milieunota. Wij kunnen daar wel mee leven,
maar ik zou toch de wethouder willen vragen om toezeggingen
en afzeggingen ter kennisname aan de commissie te brengen.
Geen regels, nota's of uitgebreide criteria, maar ik zou wel
graag in het begin even op de hoogte gehouden willen worden
van wat nu wel in de lijn en wat niet in de lijn ligt.
De interne milieuzorg, ik heb daar in de commissie ook al een
paar vragen over gesteld. Het project loopt al sinds 1991 en
pas op één dienst zijn de eerste resultaten enigszins merk
baar. Nog steeds is er geen milieuvriendelijk of kringlooppa
pier op alle diensten ingevoerd, geen integrale gescheiden
inzameling nog, om maar eens een paar voorbeelden te noemen.
Wat te denken van het rapport van het MUP 1993 zelf, dat ik
al drie keer toegestuurd heb gekregen en velen met mijIk
kan mij met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat
er f 200.000,voor nodig is om een milieuzorgsysteem voor
de Dienst Stadsbeheer in te voeren, want dat lees ik uit
datgene er staat. Wij blijven het onbegrijpelijk vinden dat
dit zoveel geld kost. In totaal f 2 ton waarvan f 130.000,
voor een extern bureau. Veel geld voor een systeem dat toch
niet al te moeilijk moet zijn. Doet het VNG hier helemaal
niets aan en zijn wij niet het wiel aan het uitvinden? In
september 1993 wordt het Facilitair Bedrijf opnieuw inge
steld, de invoer van nieuw papier en al die andere waardevol
le ideeën die in 1991 al eens op papier zijn gezet, kunnen
dan toch volgens mij in één keer worden ingevoerd.
Hoe zit het met de subsidie-afhankelijke instellingen en
onderwijsinstellingen? Kan de gemeente niet gewoon voor
schrijven dat deze instellingen met een milieuzorgsysteem
moeten komen?
Wij onderschrijven de voorbeeldfunctie die ervan uit moet
gaan om binnen de diensten een milieuzorgsysteem op stapel te
zetten, maar ik verwacht daar niet zoveel van als er dit
soort bedragen voor nodig zijn. Met een dergelijk bedrag gaat
naar ons idee de voorbeeldfunctie verloren. Ik zou toch graag
willen dat de commissie wellicht hier nog eens wordt nader
over geïnformeerd wordt, want ik denk dat die informatie maar
heel minimaal is.
De heer Burg: Voorzitter, de WD-fractie gaat akkoord met het
Milieu-uitvoeringsprogramma 1993-1996 en met het werkprogram
ma 1993, zij het dat wij voor wat betreft de financiële
88
onderbouwing afhankelijk zijn van het besluit dat wij de
volgende week zullen nemen, over het inzetten van middelen
voor nieuw beleid. Maar daar ben ik niet zo bang voor.
Tijdens de behandeling van het werkprogramma 1993 heb ik over
twee zaken een opmerking gemaakt, waar ik later op de afde
ling Milieu nog uitvoerig op ben ingegaan.
Ten eerste de intensivering uitvoering Hinderwet waarvoor in
1993 f 85.000,extra zal worden besteed. Ik heb begrepen
dat het een voorwaarde is van het ministerie voor het ver
strekken van de BUGM-gelden, zodat ik dat voorbehoud kan
intrekken.
Ten tweede, alle begrotingsposten voor evaluatie inbreng MUP
en afstemmingsoverleg. Voor het merendeel hiervan hebben wij
vorig jaar een bedrag vastgesteld wat op aannames is geba
seerd. Totaal alle sectoren bij elkaar geteld kom ik dan op
een bedrag van f 165.000,en met drie nieuwe posten voor
afstemmingsoverleg evaluatie en invoering inbreng MUP komt er
voor 1993 nog eens f 40.000,bij. Dus is het nog erger dan
mevrouw Dikken veronderstelde. Wij komen dan totaal op
f 205.000,alleen voor overleg evaluatie en inbreng MUP.
Dat betekent tussen de drie en vier formatieplaatsen per
jaar, alleen voor deze punten. Ik zou de wethouder willen
vragen van dat bedrag op zo kort mogelijke termijn iets te
gebruiken om te evalueren hoeveel wij hiervan daadwerkelijk
in 1992 nodig hebben gehad. Wanneer hier efficiënt gewerkt
zou worden, lijkt het mij sterk dat op de meer dan f 2 ton
niet bezuinigd zou kunnen worden. De resultaten van het
onderzoek - het hoeft voor mij niet een omvangrijk rapport te
worden gezien de werkdruk op de afdeling - zou ik graag op
korte termijn in de commissie willen bespreken, zodat wij
zonodig een financiële bijstelling kunnen voorstellen. Men
heeft op de afdeling ook toegegeven dat het om aannames gaat
en dat alleen een evaluatie van deze posten voor wat betreft
1992 een oplossing kan geven voor de vraag of het ook daad
werkelijk nodig is.
Dus graag op korte termijn in de commissie, voorzitter.
De heer Biemans: Voorzitter, mijn fractie constateert dat het
nu voorliggende uitvoeringsprogramma en het werkprogramma
zoveel mogelijk in de lijn van de Milieunota zijn opgesteld.
Er zijn weliswaar financiële beperkingen en mijn fractie
betreurt die, maar er zijn beperkingen voor zoveel zaken waar
wij in deze raad mee te maken krijgen. Gelet op die omstan
digheden kunnen wij met het uitvoeringsprogramma en het
werkprogramma instemmen.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw Dikken is
89