op dit punt moet maken. Wij hebben die afweging gemaakt en gezegd dat wat ons betreft zal deze post geschrapt zou kunnen worden. Wij hebben op dit punt overigens geen motie inge diend, maar zullen uiteindelijk bij de besluitvorming vragen onze tegenstem in de annalen op te nemen. Ten slotte, voorzitter, is er een initiatief genomen om te komen tot wijkcoördinatoren, oftewel stadsdeelcoördinatoren. U weet dat wij zelf één van de initiatiefnemers waren om te komen tot een betere relatie en dat ook organisatorisch hebben ingevuld met wijken. Wij vinden nog steeds dat de systematiek, die het college nu voorstelt, de goede is. Wij denken alleen, en wij worden daarin ook wat gesterkt door een studiedag die over die coördinatie heeft plaatsgevonden, dat ook hier een pas op de plaats in het kader van bezuinigingen gemaakt moet worden. Wij zouden willen voorstellen om te besluiten één wijkcoördinator minder te benoemen, dat zou dan leiden tot een vermindering van de post nieuw beleid met f 80.000, Dit is wel weer in een motie verwoord, die luidt "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 en 25 januari 1993, gezien het voorstel tot het aanstellen van vier stads deelcoördinatoren; overwegende dat stadsdeelcoördinatie de contacten tussen de wijken dan wel buurten enerzijds en de gemeente anderzijds sterk zal verbeteren; - dat de stadsdeelcoördinator een cruciale rol zal gaan vervullen in de afstemming van plannen en activiteiten op gemeentelijk en wijk niveau; - dat wij desondanks van mening zijn, mede gelet op de uitkomsten van de studiedag over stadsdeelco- ordinatie d.d. 15 januari 1993, uitgegaan kan worden van drie stadsdeelcoördinatoren; besluit het budget bestemd voor stadsdeelcoördinatoren te verla gen met f 80.000,-- ingaande 1993 en gaat over tot de orde van de dag." (De Voorzitter: Dit is motie nummer 24.) Dit was overigens de laatste motie van onze kanc, voorzitter. Ik wou nog één opmerking maken over de herwaardering lange termijn en wel over het uitgangspunt van het college het zoveel mogelijk uitbesteden van uitvoerend werk. Ik denk dat het goed is om hier toch even bij stil te staan. Op zichzelf onderschrijven wij dit uitgangspunt, alleen er 160 zijn verschillende vormen van het uitbesteden van werk en juist dit uitgangspunt heeft in het ambtelijk apparaat nogal wat, ik wil niet direct spreken van onrust, maar onzekerheden met zich meegebracht. Op welke wijze gaat het college dit invullen, over welke taken wordt dan gesproken, wat verstaat men precies onder uitbesteden? Kortom, er bestaat behoefte aan duidelijkheid op dit punt. Dat is ook logisch, want dat zelfde geldt ook op politiek niveau. Als wij praten over het uitbesteden van uitvoerend werk, denk ik dat het goed is om daar ook politiek de kaders voor te trekken. Ik zou mij kunnen voorstellen, dat het college dit punt nog eens in een eerstvolgende vergadering, voordat die zaken nader zijn inge vuld, in de Commissie Middelen aan de orde wil stellen, zodat wij daar eens in aftastende zin met de commissie over kunnen spreken. Ik denk dat wij nu ook verplicht zijn, ook naar het ambtelijk apparaat, om daar duidelijkheid voor te geven. Hier zou ik het in eerste termijn bij willen laten. De heer Bilker: Mijnheer de voorzitter, de gemeente moet een gezonde financiële huishouding voeren, dus met een sluitende begroting. Dat was het uitgangspunt van de CDA-fractie en dat blijft het. Het genoemde uitgangspunt betekent, dat voortdurend naar de uitgaven moet worden gekeken of ze verantwoord zijn. Wij kunnen onze ogen niet sluiten voor ontwikkelingen die ons er toe dwingen de begroting opnieuw door te lichten. Dit brengt ons bij de grote financiële operatie waar wij nu voor staan. Een herwaardering tot f 20 miljoen. In het januari nummer van Informatief legt wethouder Koopmans uit dat deze hoge herwaardering nodig is om de komende vier jaren uit de sores te zijn. Dit in plaats van een jaarlijks terugkerende herwaardering. Er wordt op deze manier in één keer schoon schip gemaakt. Wij hopen van harte dat daarmee voor de eerstkomende jaren kan worden volstaan. Wat is nu de reden van een herwaardering van een dergelijke omvang? Ten eerste, de nieuwe rijksombuigingen. Gemeenten leveren daarin een evenredig aandeel. Ten tweede, de regionaal-economische ontwikkelingen. Die vragen forse investeringen voor het behoud en het versterken van de werkgelegenheid, daar ben ik gisten uitvoerig op ingegaan Ten derde, decentralisatie van taken door de rijksoverheid. Die taken worden geheel, maar de financiën daarbij gedeelte lijk overgedragen. Ten vierde, tegenvallers in het huishoudboekje van de ge- 161

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 10