meente over voorgaande jaren.
Ten vijfde, er moet geld beschikbaar zijn om te kunnen inspe
len op nieuwe ontwikkelingen of vraagstukken die zich aandie
nen
De punten één tot en met vier nopen tot een ombuiging van
f 12 miljoen. Voor punt vijf is naar schatting f 8 miljoen
nodig. De begroting wordt hiervoor niet met een zelfde bedrag
verhoogd, maar er wordt als het ware bestaand beleid ingele
verd voor nieuw beleid.
Voor ik inga op de herwaardering zelf, wil ik iets zeggen
over het financieel beleid en enkele achtergronden daarvan.
Het is goed dat nu een structureel begrotingsbeleid wordt
vastgesteld. Met dit beleid kunnen financiële tegenvallers
van het rijk of bij een regionaal-economische terugval worden
opgevangen. Jaarlijkse ingrepen in begrotingen worden zo
vermeden
Het stelt je ook in staat uitgaven ten behoeve van grotere
projecten op te vangen. Als geen sprake is van structureel
beleid, moet daarvoor van geval tot geval geld worden vrij
gemaakt. Dit is eigenlijk geen goede zaak. Het lijkt dan ook
of er geen consistent beleid is. Aan de ene kant wordt bezui
nigd en aan de andere kant wordt geld vrijgemaakt voor grote
en minder grote investeringen. Daar ben ik bij de algemene
beschouwingen al op in gegaan. Het gaat daarbij om brood
nodige voorzieningen voor Leeuwarden, zoals ik dat noemde.
Opeenvolgende herwaarderingen geven de burgers onzekerheid.
Hij vraagt zich af, wat kan ik verwachten. Die onzekerheid
neemt toe als er dan ook nog eens sprake is van lastenver
hogingen. In het licht hiervan is de CDA-fractie blij dat de
gehele herwaarderingsoperatie zonder lastenverzwaring voor de
burgers kan worden uitgevoerd, dat is knap.
De CDA-fractie pleit voor een begrotingsbeleid dat er op is
gericht tegenvallers op te vangen. Niet alleen tegenvallers
van onze eigen rekening, maar ook tegenvallers als gevolg van
rijksbezuinigingen. Een beleid ook waarin, voor zo ver moge
lijk, rekening wordt gehouden met conjuncturele economische
ontwikkelingen en daaruit voortvloeiende extra uitgaven. Als
daarbij ook nog rekening wordt gehouden met de gemeentelijke
belastinginkomsten, kan naar de burger een duidelijk en
helder verhaal worden gehouden.
College en raad zijn met het nu ingezette beleid op de goede
weg. Het getuigt van moed en daadkracht van het college de
raad nu ombuigingsvoorstellen voor te leggen, tot f 20 mil
joen, voor een periode van vier jaar.
Hiermee wordt duidelijkheid in de begroting verkregen. De
162
noodzaak jaarlijks te bezuinigen vervalt en de nu reeds voor
de komende periode voorziene tegenvallers kunnen worden
opgevangen. Toch zit hierin een blijvende onzekerheid, want
in Den Haag wordt nu al gesproken over mogelijke ombuigingen
in de komende kabinetsperiode. De suggesties lopen al in de
miljarden. Het maakt het gemeenten in elk geval heel erg
moeilijk nog beleid te voeren.
Wellicht is het ook voor het rijk een suggestie een struc
tureel begrotingsbeleid te gaan voeren. Mogelijk geeft dat
een beter inzicht in het financieringstekort. Het huidige
onvoorspelbare karakter doet velen de das om, vooral gemeen
ten. Die worden geconfronteerd met bezuinigingen die, omdat
het veelal om uitvoering van taken gaat, vertaald moeten
worden naar burgers.
Er zijn kamerleden die hardop zeggen dat de gemeentelijke
lastendruk te hoog is. Ook ontstaan er inkomensverschillen,
omdat de lastendruk per gemeente verschilt. Maar kun je
gemeenten op die manier vergelijken? Putten is immers geen
Amsterdam of Leeuwarden. Het verdient aanbeveling de kamer
leden maar eens uit te nodigen. Zij kunnen dan ter plaatse
met de neus op de feiten worden gedrukt. Bijvoorbeeld het
aantal werkzoekenden, het aantal uitkeringsgerechtigden, dat
de gemeente Leeuwarden opvangt en begeleidt. Van de Tweede
Kamer wordt gevraagd met een structurele oplossing te komen.
Zoals het nu gaat is het moeilijk een consistent financieel
beleid te voeren.
Het voorgaande betekent niet dat wij onze ogen sluiten voor
positieve ontwikkelingen, zoals een betere verdeling van de
middelen uit het Gemeentefonds. Er wordt nu meer naar de
specifieke functies gekeken die de onderscheidende gemeenten
vervullen. Helaas is dit voor Leeuwarden niet afdoende.
Nog twee opmerkingen over ons eigen begrotingsbeleid.
Ten eerste, de management rapportages. De bedoeling is duide
lijk, maar de praktijk lijkt weerbarstig. Wij constateren dat
de Maraps nog wat aan de te late kant zijn om ter beoordeling
te worden voorgelegd. Hierdoor is het moeilijk er conclusies
aan te verbinden.
De kwalitatieve analyses zijn niet wat er van mag worden
verwacht. Als er geen duidelijke conclusies kunnen worden
getrokken, is de bruikbaarheid bijvoorbeeld bij het opstellen
van de begroting niet erg groot. De Maraps schieten op deze
manier het doel voorbij. Kinderziektes moeten snel worden
overwonnen, wil het instrument nog praktisch nut opleveren.
Ten tweede, budgetfinanciering.
In de praktijk blijkt dat het budgethouderschap goed functio
neert. Men weet dat de besteding van het bedrag onder eigen
163