miljoen naar minder dan f 5 miljoen, dat ons dwingt tot een
herbezinning. Het uitstel van de stelpost Infrastructuur en
uitstel investeringen tot 1994, tot eenmalig f 775.000,te
verlagen van de storting in het Stadsvernieuwingsfonds. Dat
dan ten laste brengen van de apparaatskosten aan het Stads
vernieuwingsfonds, heeft grote gevolgen voor de uitvoering
van stadsvernieuwing 1993. Dit, en de met ingang van 1994
sterk teruglopende rijkssubsidies, nopen ons op korte ter
mijn, ons te buigen over de vraag, hoe verder met de stads
vernieuwing? Bij de bepaling van de prioriteiten nieuw beleid
dient dit punt duidelijk een rol te gaan spelen. Bezuinigin
gen voor dit lopende jaar zijn dan wel acceptabel voor ons,
als er maar zicht wordt gegeven op de vraag, hoe verder?
Mijnheer de voorzitter, dan kom ik bij het overzicht her
waarder ingsvoorstel len korte termijn.
Ik begin bij de Dienst Bestuurszaken op bladzijde 17, voor
stel het aantal wethouders met één verminderen.
Alhoewel wij het bepalen van het aantal wethouders een zaak
vinden om niet nu vast te stellen of te behandelen, omdat wij
vinden dat dit vooral af hangt van de verkiezingsuitslag en
van de gevoerde resultaten van de college-onderhandelingen,
kunnen wij nu al stellen, dat wij inhoudelijk er ook grote
moeite mee hebben, gezien de vele taken die op de schouders
van collegeleden liggen. Het lijkt ons moeilijk ons te kunnen
beperken tot vier wethouders, zeker ook in vergelijking met
andere steden van soortgelijke grootte en zeker ook vanwege
de positie en de problematiek waar in Leeuwarden verkeert.
Wij zullen dan ook tegen dit voorstel stemmen. Dat staat ook
in die verzamelmotie
Dan op dezelfde bladzijde, herbestemming Stadhouderlijk Hof.
Het college stelt voor een nader onderzoek in te stellen naar
de bestemmingsmogelijkheden van het Stadhouderlijk Hof. Wat
ons betreft kan dat onderzoek wel doorgang vinden, maar wij
hechten meer dan bijzonder aan de historische betekenis van
het gebouw. Wij hechten ook aan de p.r. en de representatieve
functie van het gebouw. Dat moeten wij niet onderschatten.
Wij willen ons oordeel geven als de resultaten van het onder
zoek bekend zijn en zeker ook als zich een concrete oplossing
zou voordoen. Op voorhand gaan wij in ieder geval niet ak
koord met verkoop van het Hof. Het huisvesten van de wethou
ders in het Stadskantoor is ook niet direct het gevolg van
onze opstelling, dat hangt ook mede af van de beschikbare
ruimte in het nieuwe Stadskantoor. Bij de planontwikkeling en
bij de vaststelling bouwkrediet is daar ook niet vanuit
gegaan
Ik kom dan voorzitter, op het voorstel bladzijde 18, bespa
166
ring op voorbereiding en op verslaglegging raadsadviescom-
missies. Commissievergaderingen kunnen efficiënter worden
voorbereid, zo staat op bladzijde 18 te lezen. Het college
stelt voor de verslaglegging te doen plaatsvinden zoals dat
nu ook gebeurt bij het college van burgemeester en wethou
ders, waarvan wij de besluitenlijst onder ogen krijgen. Wij
willen dat wel eens proberen.
Om commissievergaderingen en raadsvergaderingen overdag te
laten plaatsvinden, is niet alleen voor onszelf als raadsle
den met een baan overdag moeilijk te realiseren, maar ook uit
democratisch oogpunt is het niet verkieslijk. Wij zullen
tegen dit onderdeel van het voorstel stemmen. Dat staat ook
in de motie vermeld.
Voorzitter, dan ga ik naar bladzijde 34, taakstellende bezui
niging op de openbare verlichting.
Er staat in de tekst van dit voorstel dat aan ingrijpende
wijzigingen van structurele aard niet kan worden ontkomen.
Wij zijn eerlijk gezegd huiverig voor wat hier nu precies mee
bedoeld wordt. De discussies in de commissies hebben ook niet
de nodige duidelijkheden gebracht. Daarom stellen wij zelf
maar voor hoe wij het lezen. De openbare verlichting mag
niet, qua tijdsduur, nog minder branden dan nu het geval is.
Nu al is volgens onze fractie de limiet bereikt. Bovendien
mag ten aanzien van de veiligheid ook geen nadelig effect
optreden. Conclusie, het kan bij dit voorstel alleen gaan om
enkele gebieden waar de openbare verlichting 's nachts be
perkter aan kan, zoals bij grote verkeerspleinen en kruispun
ten, maar echt veel mogelijkheden zien wij niet. Daarom is
het genoemde onderzoek wel nodig om daarmee onze conclusies
te vergelijken.
De Dienst Economische en Sociale Zaken, bladzijde 37.
Ik wil nog enkele opmerkingen maken over het herwaarderings
voorstel ten aanzien van de apparaatskosten bij de Sociale
Dienst. Het gaat daarbij om een bedrag oplopend tot
f 850.000,-- in 1996. In de commissie heeft onze fractie zich
uiterst kritisch getoond ten aanzien van dit voorstel. Deze
kritische opstelling komt voort uit onze bezorgdheid voor de
financiële positie van de gemeente. In het herwaarderings
voorstel zijn enkele randvoorwaarden genoemd om de bezuini
ging te laten sluiten. Wij hebben, gelet op die randvoorwaar
den, vragen gesteld over de haalbaarheid van de voorstellen,
want helaas neemt het aantal uitkeringsgerechtigden weer toe.
Dat heeft samen met andere omstandigheden z'n effect op de
werkdruk bij de dienst. Daarnaast is de gemeente de laatste
tijd geconfronteerd met een aanscherping van de regelgeving
op het terrein van handhaving en toezicht op fraude bij
uitkeringsgerechtigden. Negatieve publiciteit op dit laatste
167