Zoals gezegd, stelde wethouder Koopmans dat Leeuwarden geen
goedkeuring zou krijgen voor de begroting wanneer de bezui
nigingsvoorstellen voor 1994 tot en met 1996 niet ingevuld
zouden worden. Op grond van de wettelijke voorschriften voor
de gemeente kunnen GS dat niet. Leeuwarden voldoet aan de
wettelijke voorschriften.
Het hoofd van de provinciale afdeling, die zich bezig houdt
met de goedkeuring van gemeentelijke begrotingen heeft mij
uitgelegd wanneer GS hun goedkeuring aan een begroting, niet
kunnen onthouden.
Goedkeuring door GS moet worden verleend, wanneer een gemeen
tebegroting en de meerjarenramingen sluitend zijn.
Goedkeuring moet ook worden verleend, wanneer de begroting
structureel sluitend is, ook al zijn de meerjarenramingen dat
niet
Goedkeuring moet worden verleend, wanneer de begroting niet
sluitend is, maar uit de meerjarenramingen valt op te maken,
dat dit op termijn wel het geval is.
Met ons voorstel, om alleen te praten over de bezuinigings
voorstellen voor 1992 en 1993 en niet te praten over de
voorstellen voor 1994 tot en met 1996, doen wij dus niet
iets, wat automatisch leidt tot het onthouden van de goedkeu
ring door GS.
Het enige wat er volgens ons moet gebeuren, is dat het colle
ge aan GS duidelijk maakt, dat onze meerjarenraming op ter
mijn sluitend zal zijn, wanneer er overgegaan wordt tot een
herwaardering. De voorstellen voor die herwaardering vanaf
1994 worden nog niet vastgesteld door de raad op dit moment,
maar wanneer ze door de raad overgenomen worden, dan is er
zelfs in 1996 een overschot op begrotingsbasis van, zo uit
het hoofd, f 1,5 miljoen.
Naar onze mening moet dan voor de zomer het college van
burgemeester en wethouders een meerjarenraming 1994-1997 aan
de raad aanbieden, waarin de bezuinigingsvoorstellen voor de
korte en de lange termijn opgenomen zijn. Het lijkt mij
sterk, dat GS aan deze gang van zaken geen goedkeuring zou
willen verlenen.
Ik stel dan ook aan de raad voor om de volgende motie van de
PAL/Groen Links-fractie te steunen.
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993,
overwegende
- dat de discussie over de kerntaken nog geen zicht
196
geeft op het mogelijk afstoten dan wel intensive
ren van taken van de gemeente;
- dat de raad nog geen zicht heeft op de bezuini
gingsvoorstellen op lange termijn;
dat de positie van het personeel van de gemeente
nog steeds onzeker is, nu er nog geen sociaal
convenant is overeengekomen;
en verder overwegende:
- dat in de Gemeentewet en de Gemeentelijke Compta-
biliteitsvoorschriften gesproken wordt van het
ten minste gelijktijdig aanbieden van meerjaren
raming en begroting;
- dat er in de Gemeentewet en de Gemeentelijke
Comptabiliteitsvoorschriften alleen wordt gespro
ken over het vaststellen van de begroting;
- dat de begroting 1993 door de raad is vastgesteld
en dat daarbij meerjarenramingen zijn aangeboden;
dat de begroting 1993 en de meerjarenramingen
sluitend zijn wanneer er tot een bezuinigingsope
ratie wordt overgegaan;
besluit
het bedrag dat in 1993 tekort is op begrotingsba
sis te dekken middels incidentele en structurele
voorstellen zodat de begroting sluitend is;
- om de bezuinigingsvoorstellen voor 1994 tot en
met 1996 nog niet vast te stellen;
- om de door Burgemeester en Wethouders voorgestel
de bezuinigingen vanaf 1994 te gebruiken als
mogelijke dekking voor de tekorten in de jaren
1994 tot en met 1996;
Burgemeester en Wethouders op te dragen om voor
de zomer van 1993 te komen met meerjarenramingen
voor 1994 tot en met 1997 en met dekkingsvoor-
stellen voor de daarin becijferde tekorten;
Burgemeester en Wethouders op te dragen om op
basis van dit besluit goedkeuring te verkrijgen
voor de begroting 1993 van Gedeputeerde Staten."
(De Voorzitter: Is dat een prestatieverplichting of een
inspanningsverplichting?(De heer Den Oudsten: Ik zou de
heer Brinks willen vragen - dit lijkt mij meer een ordevoor
stel dan een motie bij de behandeling van het totaal dat wij
nu aan de orde is hebben - waarom hij niet bij het begin van
de behandeling een ordevoorstel heeft ingediend. Er is pre
cies duidelijk gemaakt wat er nu op tafel ligt, wat er ter
behandeling voorligtblijkbaar laat hij dat gewoon lopen en
komt hij als een duveltje uit een doosje met de opmerkingin
de motie verwoorddat hij eigenlijk vindt dat alleen maar de
begroting 1993 behandeld moet worden. Dan behoort daar dus in
197