zijn visie ook alleen maar over gesproken te worden. Derhalve zou ik de voorzitter willen vragen of het niet verstandig is om deze motie gelijk in stemming te brengen, dan hoeven wij over de rest niet meer te praten, als die motie wordt aan vaard Daar wil ik direct wel op reageren. Waarom is het niet een ordevoorstel over de begroting? Daarvan zeg ik dan, wij stellen wel degelijk de begroting 1993 vast, anders krijgen wij nooit en te nimmer goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Wij stellen eveneens de meerjarenraming vast, anders krijgen wij nooit goedkeuring van Gedeputeerde Staten. In de meerja renraming zit inderdaad een voorstel om over te gaan tot herwaardering, de bedragen zijn bekend oplopend tot 1996 tot f 8 miljoen. Op dit moment praten wij over de herwaarderings- voorstellen. Herwaarderingsvoorstellen die al dan niet inge voerd moeten worden om de begroting sluitend te krijgen. Ons voorstel is, dat wij de begroting en meerjarenraming op dit moment gewoon kunnen vaststellen. Dat is helemaal geen pro bleem. Want de herwaarderingsvoorstellen maken namelijk op dit moment nog steeds geen deel uit van de begroting. (De heer Den Oudsten: Maar wel van de meerjarenramingen.) Nee, ook niet, want ze dienen alleen maar om het bedrag dat in de begroting en de meerjarenraming is opgenomen als herwaarde ringstaakstelling zichtbaar te maken, van hoe willen wij die herwaarderingstaakstelling invullen. In de begroting en meerjarenraming - je kunt dat nakijken - wordt alleen maar gesproken over: er is een herwaarderingstaakstelling want wij komen tekort op begrotingsbasis en op basis van meerjarenra mingen. Daarom is dit ook het moment om met deze motie te komen, omdat wij niet spreken over het niet behandelen van begroting, het niet behandelen van meerjarenraming. Die kunnen wij gewoon behandelen. Wij praten uitsluitend over het niet behandelen van de herwaarderingsvoorstellen van 1994 tot en met 1996. En dat is nu, op dit moment, aan de orde. (Mevrouw De Haan: De heer Brinks vraagt het college door te gaan met de herwaardering lange termijn en hij vraagt het college door te gaan met de herwaardering korte termijn, dus het levert materieel niets op.) Wat is nu echt het voordeel ervan? Het voordeel materieel is, dat wij straks voor de zomer een kerntakendiscussie verder uitgediscussieerd hebben en dat er veel meer duidelijk is over wat voor zaken je kunt intensiveren, wat voor zaken je zou kunnen afstoten. Een verder voordeel is, dat wij dan weten wat de herwaarderings voorstellen op lange termijn voor voorsteilen zijn en wat voor bedragen daarbij aan de orde zijn. Wij weten dat nu nog niet, want geen enkel herwaarderingsvoorstel op lange termijn is ingevuld met een bedrag daarnaast. Wij kunnen dus ook niet een duidelijke keuze maken tussen wat wij nu in 1994 vast invullen en wat wij eventueel niet willen invullen, wat wij 198 eventueel zouden kunnen verschuiven door middel van die herwaarderingsvoorstellen op lange termijn. Dat is het hele grote voordeel. (De heer Den Oudsten: Weet je wat nu het interessante is, even los van het college dat de heer Brinks hier heeft gegeven over hoe het feitelijk en gemeentewette- lijk in elkaar zit, hij wil terug naar de structuur waarin de raad in het verleden heeft gewerkt. Wat wij doen, ook met de vaststelling van die voorstellen langere termijn, is dat wij zeggen: college zoek het in die richtingDan keuren wij als het ware de richting van de collegevoorstellenzonder dat die bedragen zijn goedgekeurdWat de heer Brinks wil, is dat hij kant en klare voorstellen wil hebben, zodat hij het eindresultaat kan af leggenDat betekent dat hij niet vooraan wil zitten - besturen op hoofdlijnen - maar dat hij achteraan wil zitten en eerst alles tot op de punt en komma uitgezocht wil hebben. Ik denk dat hij daar absoluut niet ver mee komt en dat hij hiermee zijn politieke verantwoordelijkheid ont loopt.) Wij hebben gesproken in de commissies over voorstel len lange termijn, daar hebben wij ook onze mening over uitgesproken. Dat is inderdaad besturen op hoofdlijnen, zoals de heer Den Oudsten zegt, maar ik vond het af en toe wel eens wat al te detaillistisch. Wat ik wil en wat deze motie ook inhoudt, is een afweging te kunnen maken tussen de voorstel len die nu voorliggen en de voorstellen die uit de onder zoeken komen, zodat ik op dit moment misschien iets niet hoef af te wijzen wat ik later toch nog, gezien de uitkomsten van de herwaarderingsvoorstellen op de lange termijn, belangrij ker vind dan een aantal van die voorstellen. Die afwegingsmo gelijkheid wil ik houden en die afwegingsmogelijkheid krijgen wij als deze motie aangenomen wordt. Dat is de inzet van deze motie. (De heer Bilker: Maar de heer Brinks onderschat wel de ernst van de situatie, want hij haalt de druk van de ketel af. Dat is voor ons een belangrijk argument.) Nee, ik haal absoluut niet de druk van de ketel af, want in begroting en meerjarenraming staat dat er een herwaardering moet plaats vinden. In onze motie staat ook dat wij voor 1993 het bedrag dat tekort is invullen, dat wij de voorstellen nog niet vaststellen voor 1994 tot en met 1996, maar dat wij de door b. en w. voorgestelde bezuinigingen vanaf 1994 eventueel gebruiken als mogelijke dekking voor de tekorten. Dus noemt u het wat mij betreft een leidraad, noemt u het wat mij betreft een richtlijn voor de invulling. (De Voorzitter: Je kunt veel kanten uit met leidraad.) Daarom noem ik dat woord ook, want dan kan iedereen daar zijn eigen kant mee uit. Voor mijn gevoel is het wel duidelijk. (De Voorzitter: Dit is motie nr. 35. Ik ben het overigens wel eens met de heer Den Oudsten als hij zegt dat het ook met de orde heeft te maken. Het heeft ook met de volgorde te maken waarin je zaken in behandeling neemt. Dus wat dat betreft 199

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 29