recteur Onderwijs en Samenlevingszaken Dienst Welzijn,
R. Neij, directeur Dienst Economische en Sociale Zaken,
J. Swint, afdelingshoofd Financiën-concern, J.J. Vogelaar,
directeur Dienst Stadsontwikkeling en Milieu, P. v.d. Woude,
directeur Dienst Stadsbeheer.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wij zijn bezig met
de behandeling van punt drie: de algemene en financiële
beschouwingen, vaststelling van de begroting en vaststelling
van het beleidsplan, inclusief nieuw beleid. Wij hebben de
besprekingen gehad. Ik stel mij voor de stemmingen te doen
plaatsvinden aan het eind van de rit. Nadat de moties en
dergelijke afgewikkeld zijn, weten wij precies welke invloe
den het ene op het andere gehad heeft. Derhalve dient thans
in discussie gebracht te worden het nieuw beleid en vervol
gens punt vier: de herwaardering.
Het komt mij voor, gelet op de signalen die mij hebben be
reikt, dat een gecombineerde behandeling van nieuw beleid en
herwaardering in de lijn ligt van wat de raad verwacht. Is
dat een juiste conclusie? Dat is een juiste conclusie.
Dan is derhalve aan de orde de bespreking van nieuw beleid en
herwaardering. Ik geef daartoe gaarne het woord aan de heer
Den Oudsten.
De heer Den Oudsten: Voorzitter, het is denk ik niet meer
nodig om aan te geven hoe precair de financiële situatie van
onze gemeente is. Dat hebben wij voortdurend in de afgelopen
maanden aan de orde gehad. Wij hebben in de afgelopen jaren
eigenlijk niets anders gedaan dan, met de regelmaat van de
klok bijna, praten over herwaarderingsoperaties, waarbij wij
bij iedere herwaarderingsoperatie of bezuinigingsoperatie -
dat vind ik nog steeds een beter woord - het idee hadden dat
wij nu wel de grenzen bereikt zouden hebben en dat het steeds
moeilijker werd om opnieuw bezuinigingen te vinden binnen de
politieke context. Die grenzen blijken vrijwel voortdurend
ook weer opgerekt te kunnen worden.
Naar onze mening is het zo dat, zeker nu wij praten over de
herwaarderingoperatie die de grootste is denk ik in de ge
schiedenis van Leeuwarden, je alleen maar zinvol de schaarse
middelen kunt verdelen, dus ook zinvol kunt praten over
bezuinigingen en besparingen, als je dat dost vanuit heldere
politieke doelstellingen. Voor de PvdA-fractie zijn die
politieke doelstellingen helder. Het is logisch dat wij
streven - en ik denk dat iedereen dat doet - naar een Leeu
warder samenleving waar iedere burger de mogelijkheid moet
hebben om zich zo volmaakt waardig te ontplooien. Dat daarbij
144
extra aandacht met bijbehorende financiële middelen moet
worden gegeven aan zwakkere groepen in onze samenleving is
voor de PvdA-fractie een even vanzelfsprekend als principieel
uitgangspunt
De rol van de overheid in deze visie is dat de overheid
probeert processen op gang te brengen, faciliteiten te bie
den, infrastructuren te bieden, waar burgers gebruik van
kunnen maken. De overheid is niet verantwoordelijk, alles
omvattend, voor de kwaliteit van onze samenleving, dat zijn
de burgers zelf. Maar zonder een actieve overheid, die daarin
in een continu proces blijft investeren in voorzieningen en
faciliteiten, komen burgers ook niet ver. Zeker niet die
burgers die behoren tot de zwakkere groepen in onze samenle
ving. In de afgelopen jaren heeft de gemeenteraad voortdurend
geïnvesteerd in die kwaliteit. Dan gaat het niet alleen om de
grote gebouwen, waarvan nog steeds - overigens ook in deze
raad - een volstrekt verkeerde meningsvorming heeft post
gevat, dat dat de belangrijkste oorzaak van de bezuinigings
operatie is van nu. Iedereen die dat nog steeds zegt, ik hoor
nog steeds die geluiden, weet dat het effect van het bouwen
van het Stadskantoor maar ook van andere grote projecten op
deze bezuinigingen buitengewoon gering is. De PAL/Groen
Links-fractie begon gisteren weer over het Aegon-complex en
het Stadskantoor en zet die naast de omvang van de bezui
nigingen nu.
Noodgedwongen moeten wij natuurlijk keuzes maken, tijdelijke
keuzes. Echter ook zonder het financiële zwaard van Damocles
boven ons hoofd is het nodig om activiteiten die wij al jaren
doen, te herijken. Ook zonder dat wij zouden moeten bezuini
gen, zouden wij ook regelmatig moeten kijken of wij ons geld
binnen de gemeente naar alle activiteiten die wij ondersteu
nen, nog wel zinvol besteden. Het is niet zo dat uitsluitend
in het kader van bezuinigingen activiteiten onder de loep
worden genomen, hoewel dat wel eens zo lijkt. Essentieel is
daarbij dat nu meer dan vroeger de rol van de overheid wordt
meegewogen. De kerntakendiscussie is daar een voorbeeld van.
Het is een begin, dat hebben wij in een eerder stadium al aan
de orde gehad, maar het is buitengewoon belangrijk om met
elkaar na te denken, alleen al voor het denkproces en voor
het met elkaar door exerceren van die gemeentelijke taken, om
te weten waar je accenten liggen en waar je financiële afwe
gingen maakt.
De bezuinigingsoperatie, die wij nu aan de orde hebben, ver
scherpt een dergelijke politieke afweging, want zonder dat
politieke fundament zou een willekeur aan de orde zijn. Dat
is niet onze stijl. Als wij kijken naar het inhoud geven van
het begrip participatie-democratie, wat ik overigens al een
tijdje niet meer gehoord heb maar wat nog steeds geldt, dan
zie ik dat wij als PvdA-fractie geprobeerd hebben om niet
145