dat ondanks het feit dat Utrecht een artikel 12 gemeente is,
daar verschillende heffingen lager zijn dan in onze gemeente.
Wellicht is dat mogelijk, alleen ik moet haar zeggen dat
niemand van het college van burgemeester en wethouders en ik
vermoed bijna ook de gemeenteraad, er naar streeft om artikel
12 gemeente te worden. Ik denk dat dat het laatste is wat wij
zullen moeten nastreven. (Mevrouw Waalkens: Als dat belas
tingverlaging tot gevolg heeft.) Daar moet mevrouw Waalkens
niet op rekenen, dat kan meteen wel zeggen.
Inmiddels ben ik ingegaan op het betoog van de heer Brinks en
ook de motie om alleen de Begroting 1993 te behandelen en
verder niet in te gaan op de herwaardering korte en lange
termijn. Ik denk dat het de heer Brinks inmiddels wel duide
lijk is geworden dat het college die motie niet zal overnemen
en van de hand wijst. Maar ik kan mij haast niet voorstellen
dat dat een verrassing is.
Voorzitter, ik kom dan bij de opstelling voor wat betreft het
beleidsplan van de D66-fractie. Zij hebben een voorstel
gedaan dat vrij alternatief is, als ik het zo mag zeggen. Ook
daar moet het college van zeggen dat het niet acceptabel is,
nog afgezien van de vraag dat de verschillende voorstellen
die daarin worden gedaan niet acceptabel zijn, maar dat zal
straks duidelijk worden als de moties worden behandeld. Dit
nog nagelaten, zit er een gat van f 1 miljoen in, heb ik
geconstateerd. Dat gat wordt dan gedekt uit mogelijke her
waarderingen, maar dat is nu juist het probleem, dat is geen
structurele dekking. Dan zegt de heer De Jong, het college
doet dat toch ook. Nee, het college doet dat niet. Het colle
ge gaat lange termijn voorstellen creëren en uitvoeren met
het oog op toekomstig nieuw beleid en met het oog op toekom
stige, nog niet benoemde tegenvallers, die wij ook nog niet
kennen, van het rijk.
De heer Greving heeft nog een opmerking gemaakt over het
kostendekkend zijn van leges. Hij heeft gezegd dat dat niet
marktconform is. Dan maakt hij de vergelijking met andere
gemeenten. Ik zou natuurlijk ook heel goed een vergelijking
kunnen maken met het bedrijfsleven of met instellingen die,
als ze diensten verstrekken, dat op zn minst tegen kostprijs
doen. Ik zou me zelfs kunnen voorstellen, de wetgeving laat
dat niet toe maar het is vroeger ooit zo geweest, dat wij
gaan spreken van een matige winst. Ook dat zou ik marktcon
form kunnen noemen.
Dan heb ik nog één vraag over voordat ik met de moties begin.
Dat is een vraag van de heer Brinks over de maaltijdvoorzie
ning. Hij heeft daarvan gezegd, dat wij nog eens zouden
216
moeten kijken naar de mogelijkheid om gedifferentieerde
prijzen mogelijk te maken. Wij hebben daar, ik moet zeggen
vrij oppervlakkig op dit moment nog, naar gekeken. Als het
voorstel van het college om dit subsidie niet meer te geven,
wordt overgenomen, valt er niets meer te differentiëren, want
dan heeft de gemeente op dit punt geen enkele zeggenschap
meer. Ik dacht dat ik dat in de commissie ook al had gezegd.
(De heer Brinks: Het gaat er voornamelijk om dat wij zeiden,
hoe zou je die bezuiniging nu ook op een andere manier in
kunnen vullen. Dat betekent dat er nog eens gekeken zou
moeten worden naar gedifferentieerde tarieven voor verschil
lende inkomensgroepen.Daar hebben wij ook naar gekeken. Wij
denken dat dat een verschrikkelijk veelomvattende werkmethode
is, waarvan de perceptiekosten verschrikkelijk hoog zullen
zijn, zodat je eigenlijk moet constateren dat het een vrij
onuitvoerbare zaak zal zijn.
Voorzitter, ik kom dan bij de moties, voor zover ze betrek
king hebben op mijn portefeuille.
Ik kom eerste bij motie nr. 8, die is ingediend door de heer
Greving en waarvan hij, zoals het er nu voor staat, de tekst
heeft aangepast. Ik denk dat de heer Greving er veel vreugde
aan beleeft als ik zeg dat het college die motie overneemt.
(De Voorzitter: Mag ik de heer Greving en de raad vragen, of
zij van oordeel zijn dat daarmee motie nr. 8 verder buiten
behandeling kan blijven? Dat heeft uw instemming? Dan komen
wij daar niet meer op terug.)
Ik kom dan bij de moties nrs. 14, 25 en 29.1, welke betrek
king hebben op buurthuis De Meenthe en het dorpshuis De
Twirre in Wytgaard. Het college heeft besloten de moties over
te nemen.
(De Voorzitter: Ik vraag de indieners van de moties of zij
met mij van oordeel zijn dat ook deze moties, deze elementen
van ingediende moties, verder buiten behandeling kunnen
blijven? Dat is blijkbaar het geval, wij komen daar dan ook
niet meer op terug.)
Moties nrs. 19 en 29 over de subsidiëring van de wijken en
buurten. Het college hecht eraan dat het voorstel van het
college wordt gehandhaafd.
Ik kom vervolgens bij de moties nrs. 20, 25 en 29, die be
trekking hebben op de korting van het CAD. Daarvan kan ik
zeggen dat het college heeft besloten die moties over te
nemen.
(De Voorzitter: Ik mag aannemen dat de indieners en de raad
ermee instemmen dat ook deze moties verder buiten behandeling
217