blijven? Dan is ook daartoe besloten.)
Dan heb ik nog de motie nr. 29.19 van de D66-fractie over
dekking nieuw beleid, waarover ik net ook sprak. Het college
wijst die van de hand.
Motie nr. 35 van de heer Brinks om alleen de Begroting 1993
te behandelen, ook daarover hebben wij gesproken. Ook die
wijst het college van de hand.
De Voorzitter: Ik wil graag de volgende spreker zijn.
Ik begin met een paar opmerkingen naar aanleiding van de
gehouden beschouwingen. Ik zal daarover kort zijn.
De heer Den Oudsten heeft gewezen op de mogelijkheid te
besparen op het gemeentelijk advertentiebeleid. Dat is ook in
de laatste Commissie Algemene Zaken aan de orde geweest. Er
is een aantal advertenties die een wettelijke achtergrond
hebben. In de Commissie Algemene Zaken werd geconstateerd dat
op een recentelijk verschenen pagina drie, vrijwel identieke,
advertenties over verschillende gevallen stonden, die natuur
lijk net zo goed in één advertentie hadden kunnen worden
samengevat. Wij zullen, dat heb ik ook toegezegd, daarin
actie ondernemen.
Hetzelfde geldt voor de databankfaciliteiten van de VNG. Wij
moeten er wel van uit gaan dat er ook bij de VNG een prijs
kaartje aan hangt. Het is redelijk om nog eens zorgvuldig na
te gaan hoe wij daarin tot een stuk besparing kunnen komen.
De heer Den Oudsten heeft nog even gesproken over het netwerk
Europese Gemeenten en de lobby in Brussel. Hij heeft gezegd
dat hij geen motie indient, maar aantekening vraagt, dat men
geacht wil worden te hebben tegengestemd. Ik vind dat jammer.
De lobbyist is indertijd aangesteld op nadrukkelijk aandrin
gen van de raad. Het past ook in de hele ontwikkeling van het
inspelen op de Europese verhoudingen. Het netwerk Europese
Gemeenten bevindt zich nog in een experimenteel stadium, maar
het is wel een netwerk dat ons aangereikt is door de NOM, het
EIC dat bij de NOM is ondergebracht. Ik denk dat je ook wat
dat betreft oog zult moeten blijven houden voor de p.r. uit
werking in de richting van de NOM, die op andere terreinen
vanmiddag genoemd is als een belangrijke gesprekspartner.
Mevrouw Waalkens heeft gesproken over de mogelijkheid om
commerciële evenementen te laten meebetalen in kosten van
hulpverlenende diensten zoals politie en brandweer. De brand
weer kent een dergelijke verordening niet. Het zou te overwe
gen zijn, hoewel het bij de brandweer beduidend minder voor
komt, dan misschien bij de Politie denkbaar is. Alleen, wij
218
zijn nu met de begroting van Leeuwarden bezig en tegen de
achtergrond van de komende regionale politie zou het invoeren
van een regeling die dan regionaal moet plaatsvinden, ons
geen cent voordeel opleveren. Dat is, denk ik, niet de bedoe
ling van mevrouw Waalkens. Waarmee overigens niet gezegd wil
zijn dat je, wanneer het om puur commerciële zaken gaat, niet
een zekere toedeling van kosten zou moeten doen plaatsvinden.
Ik ga over tot de behandeling van de moties die op mijn
portefeuille betrekking hebben.
Ik kom dan eerst bij motie nr. 5, ingediend door de heer De
Jong, met betrekking tot het gemeentepanel. De heer De Jong
heeft daarbij, hebben wij gisteren geconstateerd, geen dek
king aangegeven. Vandaag is de D66-fractie daar nader op
terug gekomen en heeft een dusdanige royale ruimte tot stand
gebracht, dat je daaruit je dekking zou kunnen halen, ware
het niet dat er toch niet algemeen ingestemd wordt met de
ruimte die de D66-fractie gepland heeft.
Wij zijn begonnen bij de voorbereiding van nieuw beleid te
inventariseren welke urgente wenselijkheden er binnen het
gemeentelijke te signaleren waren. Wij kwamen toen alras tot
de ontdekking dat wij daarmee een dusdanige aanslag moesten
plegen op de gemeentelijk middelen, zonder dat die voorhanden
waren, dat wij nadrukkelijk hebben moeten afwegen wat nu nog
net wel en wat net niet meer. Wij hebben op alle fronten
correcties aangebracht, vaak hele ingrijpende correcties. Ik
heb u gisteren al verteld dat in die afweging het gemeente
panel inderdaad uit het beeld verdwenen is. Wij wensen dit
voorstel te handhaven.
Er is bij motie nr. 15, door de heer Den Oudsten gesproken
over vermindering van het aantal wethouders. Datzelfde geldt
voor een punt in motie nr. 25 en motie 29.2, zij het dat er
daar een andere benaming is gekozen. Daar is iets als een
vacaturestop ten tonele gevoerd, die direct werkt, terwijl er
in het voorstel gesproken wordt over het op termijn laten
werken. Wij hebben als overweging gehad dat, als je zodanig
aan het bezuinigen bent dat taken worden afgestoten, op
termijn - vandaar dat wij ook op termijn voorstellen het
voorstel te laten gaan werken - er een taakverlichting moet
intreden. Dat zou met zich mee kunnen brengen dat, dat is in
meer gemeenten in Nederland gebeurd, je naar een geringer
aantal wethouders gaat. Wij hebben daarom gekozen voor het
voorstel over te stappen van vijf naar vier wethouders. Het
is natuurlijk best mogelijk dat op grond van de getalsmatige
verhoudingen op basis van een verkiezingsuitslag, of op grond
van de dan gesignaleerde feitelijke situatie na de volgende
verkiezingen, de conclusie is dat er toch vijf wethouders
moeten zijn. Er is vandaag ook al gesproken over de demo-
219