alleen naar onszelf, maar vooral ook heel breed naar de achterban te luisteren. Wij hebben instellingen uitgenodigd om in ons partijpand De Bres te vertellen wat zij vinden van de gemeentelijke plannen. Men is daar in grote getale op af gekomen. Wij hebben heel goed geluisterd naar de signalen uit de samenleving. Wij hebben niet alleen geluisterd, wij hebben er ook wat mee gedaan. Wij hebben een aantal keren onze leden geraadpleegd en zijn op bezoek geweest in wijken. Kortom, wij hebben ons terdege georiënteerd, ook buiten de visie van het college om, om te kijken wat ons te doen stond. Dat heeft ook geleid tot datgene wij vanmiddag ook aan wijzigingsvoorstel len op de collegevoorstellen aan de orde willen stellen. Eerst even concreet op het aansluitpunt van de bezuinigingen, voordat ik een aantal voorstellen langsloop. Ik zal ze niet allemaal behandelen, alleen die waar wij een aantal opmerkin gen bij plaatsen en die waar wij graag een andere uitkomst van willen zien. Maar voor dat ik dat doe, sluit ik toch even aan op de opmer king die ook gisteren al in de raad klonk. Het uitgangspunt wat wij raadsbreed hebben ondersteund, dat wij nu in een keer als het ware een grote klap maken om te proberen ook in de komende jaren verschoond te blijven van iedere keer weer opnieuw nadenken en bezuinigen, zeg maar de politieke lijnen trekken voor bezuinigingsoperaties waar wij de komende jaren mee uit kunnen komen, het is de vrrag of wij dat uitgangspunt wel zullen halen. Dat wordt natuurlijk voortdurend ingehaald door ontwikkelingen, zowel positief als negatief. In onze begroting zitten een aantal open einden die wij van te voren slechts globaal kunnen inschatten, maar waarvan de uitkom sten, zonder dat wij daar invloed op kunnen uitoefenen, best eens anders kunnen zijn. Maar de signalen dat er toch weer tegenvallers aan zitten te komen die groter zijn dan datgene wat wij geraamd hebben, hoor je alom. Misschien is het een beetje Leeuwarders om de pessimistische kant te zien, zo van wij doen dit wel, maar dit zal ook wel niet voldoende zijn. Ik zou graag van het college willen horen of zij nog steeds van mening is dat het oorspronkelijke uitgangspunt, dat wij met deze bezuinigingsoperatie een slag maken die ons voor een aantal jaren een bestendige politieke lijn gunt, inderdaad nog steeds gehaald kan worden. Dan wil ik nu graag ingaan op een aantal concrete voorstel len. Ik heb voor elk voorstel een aparte motie of amendement voorbereid. Het lijkt mij goed dat ik u dat hele pakketje nu maar gelijk even ter hand stel, dan hoeft de bode niet vaker te lopen. Laat ik beginnen met een tweetal incidentele bedragen waarvan het college heeft gezegd, dat moeten wij uitstellen. Dat gaat om de bouw van het buurthuis De Meenthe en de verbouw van het dorpshuis De Twirre. Wij denken, gegeven de omstandigheden waarin die twee projecten zich bevinden, dat uitstel ook het risico in zich draagt van mogelijk afstel en het goed is om deze projecten door te laten gaan. Wij hebben derhalve voor deze projecten een motie voorbereid: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993, gezien het voorstel om de eenmalige investeringen ten behoeve van het buurthuis De Meenthe en het dorpshuis De Twirre niet in 1993 te doen; overwegende dat uitstel van de bedoelde investeringen niet verant woord is; besluit de investeringen van respectievelijk f 59.900,en f 27.700,in 1993 goed te keuren en gaat over tot de orde van de dag." (De Voorzitter: Dit is motie nummer 14.) Dan kom ik op het voorstel van het college om het aantal wethouders te verminderen. Wij hebben al eerder laten weten in commissievergaderingen dat wij daar tegen zijn. Niet, zoals sommigen wellicht denken en ook gezegd hebben, omdat wij tegen de verkiezingen aanzitten, maar vooral ook om twee andere redenen. Allereerst zien wij dat de werkdruk van wethouders op dit moment al buitengewoon hoog is, zo niet te hoog. Wethouders werken op dit moment al dag en nacht om al die projecten en zaken die aan de orde zijn, en waarvan wij ook vanuit de raad een goede sturing verwachten, te kunnen bemannen en bevrou wen Het tweede argument is, dat wij denken dat het college zich zeker de komende jaren noodzakelijk zeer intensief bezig moet houden met het sturen van veranderingsprocessen. Niet alleen binnen het gemeentelijk apparaat, maar vooral ook om al die zaken waar wij vandaag toe besluiten, op een goede manier op de rit te zetten. Kortom, het zou best kunnen zijn dat wij over een aantal jaren mogelijkheden zien om het aantal wet houders te verminderen, maar nu een besluit nemen achten wij ondoordacht en dus niet juist. Daarvoor heb ik ook motie voorbereid "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993, 147

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 3