standpunten die daarover zijn verkondigd en de gedachtengang
in het college daarover, zou ik willen voorstellen om de
motie die door de PvdA-fractie is ingediend en die als volgt
luidt
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 26 januari,
gezien het voorstel de bezuiniging op de bilbiotheek-
voorziening te realiseren door de filialen te sluiten;
overwegende:
dat het alternatief van het bestuur van de OBL de
dienstverlening minder aantast dan het voorstel van het
college;
besluit
de bezuinigingstaakstelling op de OBL te realiseren
middels het alternatief bezuinigingsplan van het OBL-
bestuur
als volgt te wijzigen:
"besluit
het college op te dragen in overleg met het bestuur van
de OBL met een invulling van de f 3 ton bezuiniging te
komen op basis van het door de OBL aangedragen alterna
tief en dat voorstel aan de Commissie Cultuur, Sport en
Recreatie voor te leggen."
(Mevrouw Waalkens: Mag ik vragen of het ook de wens is van
het college om inderdaad te proberen die filialen te laten
bestaandat dat dan heel nadrukkelijk wordt meegenomen? Want
dat vind ik één van de belangrijke punten. Als wij nu weer
teruggaan naar gewoon overleg, denk ik toch dat er een duide
lijk wil moet aanwezig moet zijn.)
Het besluit is dat het college op basis van het door het
bestuur van de OBL aangedragen alternatief kijkt hoe het nu
precies zit met de invulling van die f 3 ton bezuiniging.
Daar moet overleg met het bestuur van de OBL over worden
gepleegd en dat voorstel wordt aan de commissie voorgelegd.
Ik zeg dat omdat er ook voor ons op een aantal onderdelen nog
een aantal vraagtekens in het verhaal zitten, zoals het door
het bestuur van de OBL is aangeleverd. Dit geeft zowel het
college als de commissie de ruimte om de financiële conse
quenties en andere consequenties van het voorstel van de OBL,
maar ook van het voorstel van het college, nog eens met
elkaar te bediscussiëren en dan kan op een zorgvuldige manier
tot besluitvorming worden gekomen. (De heer Bilker: Mag ik
even vragen wat dan precies het verschil is van de opstelling
van het college nu met de inhoud van onze motie. Ik zie in
feite geen verschilWij vragen nadrukkelijk om twee modellen
naast elkaar te leggen. In de argumenten geeft de wethouder
eigenlijk aan dat een lichte voorkeur van het college toch
bij het eigen voorstel van het college ligt. Nu zet de wet
houder een ander besluit onder motie nr. 17, waar naar ons
234
gevoel duidelijk de bedoeling van onze motie in komt. Ik neem
aan dat het voor de hand gelegen zou hebben om dan onze motie
over te nemen.) Het is goed dat de heer Bilker deze opmerking
maakt, want dan kan ik gelijk een misverstand uit de weg
helpen. Ik heb gezegd dat het besluit van de raad is - ik heb
geluisterd als college naar de opvattingen die vanuit ver
schillende fracties over dit onderwerp hier vanavond naar
voren zijn gebracht - dat het college in overleg met het
bestuur van de OBL het alternatief van de OBL voorlegt. Dat
is het uitgangspunt voor de invulling van de f 3 ton bezuini
gingstaakstelling. Dat is dus niet een soortement gelijk
waardige positie waar twee modellen met elkaar vergeleken
worden. Wat de inzet van het college betreft, is het uit
gangspunt het alternatief zoals dat is aangeleverd door het
OBL-bestuur. (De heer Brinks: Is het collegevoorstel daarmee
van de baan?) Ja, dit is in plaats van de formulering zoals
die in het blauwe boek staat. (Mevrouw Van Ulzen: Mag ik nog
even vragen voor de duidelijkheidbetekent dit dat het
uitgangspunt van het college nu is dat de filialen open
blijven?Ja, dat klopt. (De heer Den Oudsten: Ik zou willen
voorstellen dat wij kennis nemen van deze wijziging die het
college voorstelt. Laat ik nu maar vast vragen om enige
ruimte voor fractieberaadzodat wij dit kunnen meenemen.)
Voorzitter, het laatste onderwerp waar ik op moet reageren
betreft de bezuiniging op de kunstzinnige vorming.
Ik wil beginnen met het algehele beeld dat in sommige bij
dragen toch nog wat doorklinkt, namelijk dat er sprake zou
zijn van het opheffen van het muziekonderwijs of de creatieve
vorming zoals de Blauwe Stoep die verzorgt, danwel dat er
sprake zou zijn van alleen nog maar de mogelijkheid van het
genieten van kunstzinnige vorming door diegenen die dat
kunnen betalen. Dat houdt het voorstel van het college niet
in. Ik word er zo langzamerhand, eerlijk gezegd, een beetje
flauw van om uit te leggen dat dat het voorstel van het
college niet is. Het voorstel van het college behelst het
vormen van een nieuw instituut van kunstzinnige vorming. Wij
zien globaal vier besparingsmogelijkheden wanneer wij dat
doen. De eerste mogelijkheid is een besparing in de overhead,
dan gaat het om leiding en administratie.
De tweede vorm van besparing zien wij in een andere vorm van
invulling van het onderwijs, waarbij zowel gedacht kan worden
aan grotere groepen als aan verschillende soorten cursussen.
Daarbij is ook weieens de term onderwijs versus vorming naar
voren gekomen. De PAL/Groen Links-fractie heeft dat vertaald
in termen van vorming is passief luisteren en onderwijs is
actief. Dat is hun invulling van beide begrippen. Ik denk dat
als men zich enigszins verdiept in wat ermee bedoeld wordt,
het dan natuurlijk om hele andere zaken gaat. Dat zou beteke-
235