nen dat de Blauwe Stoep alleen maar passieve dingen zou doen
en de Muziekschool alleen maar actieve dingen. Dat is natuur
lijk in het geheel niet het geval. (De heer Brinks: Ik vind
dit wat een flauwe opmerking van de wethouderHij weet
natuurlijk best goed waar mijn opmerking vandaan komt. Vanuit
de Muziekschool zelf is het onderscheid tussen muzikale
vorming en muziekonderwij s juist in die zin gemaakt dat
muzikale vorming eerder het leren luisteren naar muziek is en
muziekonderwijs de actieve beoefening is.) Ik zie de mensen
van de Muziekschool op de publieke tribune hard "nee" schud
den, dus laten wij maar niet proberen die discussie hier op
dit moment voort te zetten, maar het voorstel afwachten dat
er van de kant van het college met betrekking tot dit onder
werp, in nauw overleg met degenen die er echt verstand van
hebben, wordt opgesteld.
Het derde punt, waar het gaat om mogelijkheden tot besparin
gen, hebben wij genoemd het koppelen van verschillende con
tributies aan verschillende vormen en aan verschillende
doelgroepen, waar het de kunstzinnige vorming betreft. Als je
kijkt naar de tarieven van het Muziekinstituut, dan zijn die
op dit moment, als je het landelijk vergelijkt, zeker niet
aan de hoge kant, eerder aan de lage kant. Aan verschillende
doelgroepen en verschillende vormen van kunstzinnige vorming
kun je verschillende typen van contributies koppelen.
Tot slot hebben wij aangegeven dat als wij voorstellen om een
bezuiniging van f 1 miljoen te doen, zijnde de helft van de
gemeentelijke bijdrage, het niet anders zal kunnen zijn dan
dat het aanbod van kunstzinnige vorming teruggebracht zal
moeten worden. Wij geloven niet dat het mogelijk is om de
volledige bezuiniging alleen te vinden in enerzijds efficien
cy en anderzijds andere vormen van onderwijs en ten derde
hogere bijdrage van de cursisten.
Wat wij gezegd hebben in het blauwe boek is dat wij op basis
van dit uitgangspunt willen aangeven wat de consequenties
zijn als in 1994 die gemeentelijke bijdrage met f 1 miljoen
verlaagd zal worden. Wij hebben inmiddels ook bij andere
gemeenten gekeken waar deze actie al eerder is uitgevoerd. Ik
kan mij nadrukkelijk vinden in de uitspraak die de heer
Bilker daarover heeft gedaan, dat de landelijke tendensen
positief zijn en dat het opzetten van één instituut je steeds
meer ziet gebeuren. Dat brengt een goede bundeling van krach
ten met zich mee en kan tot een vergroting van de uitstraling
van het instituut leiden.
Het voorstel van het college behelst dat wij, nadat de raad
hierover besloten heeft, op korte termijn zullen gaan uitwer
ken wat het betekent als je zo'n nieuw instituut vormt en wat
je dan met ongeveer f 1 miljoen aan gemeentelijke bijdrage
vorm kunt geven in dat instituut, wat voor consequenties dat
heeft, wat voor soort keuzes je dan zult moeten maken. Daar
236
over wil het college een besluit nemen en dat besluit wil het
college aan de commissie voorleggen.
Wat ik uit de reacties van de verschillende fracties heb
begrepen, is dat sommige fracties zeggen: je moet het beper
ken tot f 0,5 miljoen. De PvdA-fractie heeft gezegd: je moet
het op f 6 ton zetten. Het college heeft het op f 1 miljoen
gezet. Het college stelt de raad voor om het besluit over de
hoogte van het bedrag nu vast te stellen op die f 1 miljoen
en dan te kijken, aan de hand van het onderzoek dat ik ge
noemd heb, wat de consequenties van invulling van dat bedrag
zijn. Vervolgens concrete besluitvorming te nemen aan de hand
van een concreet voorstel, zodat het ook wat gemakkelijker
praat. (De heer Brinks: Ter verduidelijkingwant de wethou
der zegt, laten wij dan op basis van een uitgewerkt voorstel
er in de commissie over praten, zou dit ook kunnen betekenen
dat in het uitgewerkte voorstel een bedrag van f 5 ton te
bezuinigen wordt gesteld? Dus als de taakstelling niet ge
haald wordt? Of wordt die sowieso altijd gehaald, volgens het
voorstel van het college?Het doel van het voorstel zal
zijn: wat betekent het als je f 1 miljoen bezuinigt? In de
besluitvormingsprocedure gaat het altijd zo dat zo'n voorstel
eerst bij het college komt. Ik denk dat het college daar dan
een besluit over zal moeten nemen. Ik denk dat ik vooruit
loop op dat besluit, als ik nu al aangeef wat het voorstel
zal zijn wat het college aan de commissie zal doen. Dat is
afhankelijk van de consequenties die uit dat onderzoek blij
ken en dat is afhankelijk van hoe het college die consequen
ties beoordeelt.
De Voorzitter: Dan ga ik met u nog even langs de nog open
staande moties, zodat wij daar geen misverstand over hebben.
Volgens mijn boekhouding staan nog open de moties 5, 10, 11,
15, 17, 19, 21, 23, 25 (voor een deel), 28, 29.2, 29.3, 29.4,
29.5, 29.6, 29.7, 29.8, 29.10, 29.12, 29.13, 29.15, 29.17,
29.19, 30, 32, 34, 35 en 36.
Hoe lang wenst u fractieberaad? (half uur.)
Ik schors de vergadering.
De Voorzitter schorst, om 20.25 uur, de vergadering voor
fractieberaad.
De Voorzitter heropent, om 21.10 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
237