zijn daar tegen, wij kunnen nog wel meegaan voor wat betreft 1993, maar in 1994 na de verkiezingen vinden wij dat het met één minder moet kunnen. Motie nr. 19, de wijksubsidies terugbrengen van f 160.000, naar f 80.000,ook hetzelfde verhaal, geen fondsen. Motie nr. 21, daarnaast ligt nog motie nr. 34 van ons. Zoals de D66-fractie al heeft gesteld willen wij toch probe ren om één motie te krijgen waar wij ons allemaal in kunnen vinden. Wij trekken motie nr. 34 in en kunnen instemmen met de f 6 ton en het gestelde van de heer Den Oudsten ten aan zien van het wel of niet fuseren. Op dit moment nog niet, maar laten bekijken of wij met de instituten en de commissies en het college samen tot een plan kunnen komen. Wij zijn voor motie nr. 21. (De Voorzitter: Motie nr. 34 is ingetrokken.) Motie nr. 23, f 50.000,korten op p.r. Wij volgen hier de uitleg van de burgemeester en zijn dus tegen de motie. Motie nr. 25 over de groenvoorziening vinden wij zeer sympa thiek. Wij kunnen ons vinden in motie nr. 25 en zullen daarin meegaan. Het is wel duidelijk dat dit in de stad zo enorm leeft dat wij daar toch wel f 1 ton voor over hebben. Als men kijkt of de ouders bij het schoolzwemmen niet meer betalen dan 75 cent per keer, en het misschien toch kan komen tot nog geen f 40,per jaar, dan zouden wij dat er zelfs helemaal uit hebben. Die mogelijkheid is er nog, want men gaat dit nog onderzoeken. Motie 29.4 over de verslaglegging stemmen wij in mee. Wij kunnen ons in die verslaglegging vinden en vinden dat die niet te summier moet worden. Motie nr. 30, ik denk dat wij wat vriendelijk moeten worden tegenover elkaar. De D66-fractie heeft de motie ingetrokken van het Stadhouderlijk Hof. Wij trekken deze motie in en gaan mee met 29.3 van de D66-fractie. (De Voorzitter: Motie nr. 30 is ingetrokken.) Motie nr. 35. Ik heb inmiddels verklaard waarom wij niet zover konden gaan als de PAL/Groen Links-fractie ten aanzien van de meerjarenbegroting. Motie nr. 36 heb ik al besproken. 250 De heer Brinks: Voorzitter, ik ben begonnen in mijn eerste termijn met te stellen dat onze opstelling is dat wij eigen lijk alleen maar over 1993 willen praten. Over de jaren die daarna komen willen wij wel praten, maar daar willen wij geen besluitvorming over vanavond. Ik heb daar zelf twee redenen voor genoemd. De kerntakendiscussie is nog niet helder, dat heeft nog geen zicht geleverd op wat voor taken je nu kunt afstoten en wat voor taken je zou moeten intensiveren. Het tweede is dat de herwaarderingsvoorstellen op lange termijn ook nog niet bekend zijn, zodat je op dit moment niet een afweging kunt maken van de verschillende zaken. Nu kregen wij te horen: je gaat wel een aantal dingen zeggen over de her- waarderingsvoorstellen van 1994 tot 1996, dat zou je eigen lijk helemaal niet moeten doen, want daar wil je helemaal niet over praten. Het lijkt mij dat als je er niets over zegt, terwijl iedereen erover praat, je dan juist heel erg onduidelijk bent over wat je standpunt is. Het standpunt kan best zijn, dat wij vinden op dit moment dat je absoluut niet moet bezuinigen op dat en dat punt. Zo zijn er een aantal punten die ik genoemd heb die voor 1994 en verder gelden en waarvan wij hebben gezegd dat je daar niet op zou moeten bezuinigen en dat het college dat maar mee moet nemen in de verdere ontwikkeling van het geheel. (De heer Den Oudsten: VoorzitterDit is nu precies ook ons probleem met deze redeneringDe heer Brinks geeft zichzelf een vrijbrief om uitsluitend te praten over wat hij niet wil.) Nee, natuurlijk is dat niet zo, de voorstellen die je wel wilt daar heb ik de PvdA-fractie eerlijk gezegd ook niet over gehoord. Anders hadden wij elk herwaarderingsvoorstel waar wij voorstander van zijn moeten benoemen. Dat heb ik van de PvdA-fractie ook niet gehoord. (De heer Heins: En was het niet zo dat wij vorig jaar met een PALternatief hier in deze raad zijn geko men met een groot aantal dekkingsvoorstellen die zonder meer in de prullenbak verdwenen? Wij kunnen hier zo tien dekkings- voorstellen op tafel leggen, dat is totaal geen probleemdat had zo gekund. Als wij dat doen is de eerste reactie die wordt gegeven: dat zijn onze dekkingsvoorstellen niet, he laas.) (De heer Den Oudsten: Ik had eigenlijk niet willen interrumperen, maar dit ontkwam mij even, sorry.) De wethouder zei naar aanleiding van onze interventie, wij moeten een sluitende begroting hebben en een sluitende meer jarenraming. In mijn visie wordt door het voorstel van de PAL/Groen Links-fractie niet een gat geschoten in de meerja renraming. Als ik kijk naar het derde aandachtstreepje bij het besluit, staat daar dat de door de burgemeester en wet houders voorgestelde bezuinigingen vanaf 1994 gebruikt zouden moeten worden als mogelijke dekking voor de tekorten in de jaren 1994 tot en met 1996. Met andere woorden, je schiet geen gat, je zegt alleen op dit moment nog niet: dit zijn de 251

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 55