alternatief buitengewoon serieus moet worden overwogen. Dat
hebben wij gedaan. De uitkomst heb ik u net gezegd. Ook dat
is verwoord in een motie:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993,
gezien:
het voorstel de bezuiniging op de bibliotheekvoorziening
te realiseren door de filialen te sluiten;
overwegende
dat het alternatief van het bestuur van de Openbare
Bibliotheek Leeuwarden de dienstverlening minder aantast
dan het voorstel van het college;
besluit
de bezuinigingstaakstelling op de Openbare Bibliotheek
Leeuwarden te realiseren middels het alternatief bezui
nigingsplan van het bestuur van de Openbare Bibliotheek
Leeuwarden
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Dit is motie nummer 17.)
Dan ga ik over naar een ander punt dat heel veel mensen heeft
bezig gehouden en dan niet alleen wat ik noem de doelgroep,
maar vooral ook het ambtelijk personeel wat zich met dat
onderwerp bezig houdt, dat is het schoolzwemmen. Ook dat is
een onderwerp dat, niet alleen hier, maar in vele gemeenten
al jaren bij bezuiningingsoperaties ter sprake komt. Dat is
niet voor niets, je kunt daar ook geheel verschillende visies
over hebben. Wij hebben in onze fractie daar zeer uitgebreid
over gesproken, met name ook de verantwoordelijkheidskwestie,
wat de verantwoordelijkheid van de gemeente is in dit geheel
en wat de verantwoordelijkheid van de ouders is in dit ge
heel, is daar bij leidend geweest. Wij zijn tot de conclusie
gekomen dat er primair een verantwoordelijkheid van de ouders
bestaat. Natuurlijk zijn die verantwoordelijk voor het opvoe
den van kinderen en ook voor het meegeven van zoveel mogelijk
vaardigheden in het leven, om het zo maar even te zeggen,
waaronder je ook het zwemmen kunt scharen. De andere kant is
dat het ook van belang is dat voor het zwemonderwijs, dat
toch zodanig hoort tot de basisvaardigheden, een gemeentelij
ke verantwoordelijkheid blijft gelden. Even los van de situa
tie waarin je verzeild raakt als je het schoolzwemmen zou
stoppen, want ook dat heeft natuurlijk toch weer financiële
en organisatorische consequenties, maar bij ons heeft dit
inhoudelijk argument de doorslag gegeven. Wij vinden wel dat
er gekeken moet worden naar de mogelijkheid of via ouderbij
dragen de financiële druk van deze post op de begroting wat
kan worden verlicht. Wij zullen dat niet nader invullen, maar
150
denken dat het toch goed is om dat eens nader te onderzoeken.
Wij hebben daar ook een inschatting over gemaakt en vraagt u
mij niet die inschatting ook daadwerkelijk hard te maken,
want dat is buitengewoon moeilijk omdat je niet precies weet
wat de uitkomst is. De huidige begrotingspost bedraagt
f 226.000,Wij vinden dat het schoolzwemmen toch gehand
haafd moet blijven, maar dat er tegelijkertijd gekeken moet
worden naar de mogelijkheid om via ouderbijdragen op z'n
minst rond de f 50.000,op die totale begrotingspost in te
verdienen. Ook daarvoor is een motie door ons voorbereid:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993,
gezien het voorstel om het schoolzwemmen af te schaffen;
overwegende
- dat schoolzwemmen primair een taak is van de
ouders
- dat de gemeente desondanks een verantwoordelijk
heid heeft omdat schoolzwemmen de zelfredzaamheid
en de veiligheid bevordert van de Leeuwarder
kinderen;
besluit
de herwaarderingstaakstelling van f 226.000,-- ongedaan
te maken;
draagt het college op:
een onderzoek in te stellen naar een ouderbijdrage ten
behoeve van het schoolzwemmen en deze inkomsten (mini
maal f 50.000,in mindering te brengen op het be
grotingsbedrag voor het schoolzwemmen
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Dit is motie nummer 18.)
Dan het verminderen van de wijksubsidies.
Ook dat is een punt dat in de wijken nogal wat stof heeft
doen opwaaien. Niet ten onrechte, want het gaat om flinke
bedragen. Wij hebben nog niet zo lang geleden in de raad
gehad de manier waarop de wijksubsidies verdeeld zouden
moeten worden. Wij zijn er toen niet echt goed uit gekomen.
Wij hebben gezegd, laten wij dat nog eens nader bekijken, ook
eens even nader met de wijken overleg voeren. Als je kijkt
hoe die wijksubsidies worden gebruikt in de wijken en hoe
afhankelijk verschillende wijkorganisaties daarvan zijn, dan
zie je daar ook een heel divers beeld. Wi} hebben vooralsnog
gezegd dat het terecht is dat ook wijken een bijdrage leveren
in het lenigen van de financiële nood van de gemeente, maar
dat daarnaast het twee keer f 80.000,-- in mindering brengen
op die posten ons toch wat te fors over komt. Wij hebben
derhalve voorgesteld om de bezuinigingstaakstelling te halve-