Muziekinstituut en het Kreativiteitscentrum;
overwegende
- dat het bevorderen van de gelegenheid tot het
deelnemen aan activiteiten van kunstzinnige vor
ming mede een taak van de gemeente is;
dat een bezuinigingstaakstelling van f 1 miljoen
een onverantwoorde aanslag op het voorzieningen
niveau zou betekenen;
dat echter het aannemelijk lijkt dat een bezuini
ging van f 600.000,wel kan worden gereali
seerd
besluit
de gemeentelijke bijdrage voor het Muziekinstituut en
het Kreativiteitscentrrum te verminderen met een bedrag
van f 600.000,met ingang van 1994
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Dit is motie nummer 21.)
Dan kom ik tot een onderwerp waar wij gisteren zelfs nog de
correspondentie over op onze tafel vonden: Theater Romein,
Stichting de Westerkerk.
Laat ik allereerst duidelijk stellen dat wij de Westerkerk
natuurlijk niet op weg hebben geholpen om hem direct weer om
zeep te helpen. Dat is een suggestie die vanuit die instel
ling zelf is gewekt en die wij verre van ons houden. Wij
achten dan ook de reactie op de bezuinigingstaakstelling van
de instelling van: wij kunnen eigenlijk beter gelijk de poor
ten sluiten (dat is in mijn eigen woorden vertaald) ver over
trokken. Er is overigens wel iets anders aan de hand en dat
is, dat theater Romein in een opbouwfase verkeert. Wij willen
ook de ruimte geven, dat doen wij door jaarlijks daar toch
een flinke hoeveelheid geld aan te geven, om dat theater te
laten zijn wat het zou moeten zijn. Wij kunnen ons aan de
andere kant ook best voorstellen, dat er argumenten zijn
waarom een taakstelling in 1996 op zichzelf op een aantal
onderdelen belemmerend werkt voor de bedrijfsvoering van het
theater. Dus wat dat betreft is er aan de ene kant toch iets
van noodzaak om ook van theater Romein een bijdrage te vragen
voor het oplossen van de financiële nood van de gemeente. Aan
de andere kant is er ook begrip voor de situatie waarin het
theater zit. Wij hebben als fractie met dat probleem nogal
geworsteld. Wij hebben als fractie gezegd, gegeven het feit
dat over een aantal jaren genoeg ruimte is om te onderzoeken
op welke manier die taakstelling ook reëel haalbaar is,
hebben wij toch de neiging om dat te laten staan. Aan de
andere kant hebben wij ook heel goed geluisterd naar de
omgeving en ook naar onze leden, die ons dit hebben afgera
den. Niettemin was wel ook in die contacten duidelijk dat er
154
een situatie moet komen waarbij toch ook naar de efficiency-
van het theater gekeken moet worden. In hoeverre dat leidt
tot een bezuiniging, is dan nog de vraag. Het is ook onze
insteek om naar die efficiency te kijken, dan praten wij over
bedrijfsvoering met name. Niet alleen in relatie tot de
Harmonie, waar een paar weken geleden ook weer een flinke
commotie over ontstond, maar om dat te bekijken in het licht
van het totale accommodatiebeleid in de culturele sector en
daar bijvoorbeeld ook een Zalen Schaaf bij betrekken.
Onze eindconclusie is dat wij bereid zijn om de taakstelling
van f 75.000,vooralsnog niet goed te keuren en daar een
post p.m. voor te ramen, maar daarnaast het college wel
uitdrukkelijk de opdracht geven om nauwgezet samen met de
instellingen, en ik hoop ook in goede harmonie (in goede
romein), met elkaar te overleggen om te kijken in hoeverre je
toch tot een efficiëntere manier van werken kunt komen. Wij
hebben daar ook weer een motie voor voorbereid:
De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993,
gezien het voorstel de subsidie voor de Stichting Wes
terkerk per 1996 met f 75.000,-- te verminderen;
overwegende
dat theater Romein in een opbouwfase verkeert;
- dat theater Romein een reële kans verdient zich
te bewijzen;
dat een bezuinigingstaakstelling derhalve nu niet
zinvol kan worden opgelegd;
dat wel dient te worden bekeken of er mogelijkheden zijn
de gemeentelijke bijdrage op termijn te verminderen;
besluit
de bezuinigingstaakstelling p.m. te ramen;
en draagt het college op:
de mogelijkheden tot vermindering van de gemeentelijke
bijdrage nader te onderzoeken
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Dit is motie nummer 22.)
Dan schieten wij natuurlijk met dit verhaal een aantal gaten
in het geheel. Wij hebben gisteren al in het geheel van de
begroting, waar ik nu weer even naar terug keer, gekeken naar
het dekkingsplaatje dat bij deze zaak hoort. Nu zal ik u niet
vermoeien om alle optelsommen en plussen en minnen te maken.
Wij hebben met elkaar gezegd, je kunt zeggen van: wij kunnen
op geen enkele wijze komen aan de ondergrenzen die het colle
ge heeft gesteld. Dan hoeven wij deze behandeling ook niet te
hebben. Dan zouden wij ons ook gelijk moeten storten in de
goedkeuringen en dan staan wij over vijf minuten weer op