straat. Wij kunnen ook kijken in hoeverre wij toch wat kunnen schuiven met mogelijkheden die in die begrotingen zitten. Wij hebben dat gedaan door het college te vragen in 1993 de vinger zodanig op de knip te houden dat het overschot van 1993 ook werkelijk aan het eind van het jaar een overschot is. Dan ontstaat er in feite niet direct een probleem omdat de meeste voorstellen die wij doen slaan op 1994 en latere jaren. Je kunt dat overschot inzetten voor het dekken van het tekort voor 1994. Ik zie wethouder Koopmans al met zijn hoofd schudden, maar ook het college heeft zich veroorloofd in 1994 ons een eindplaatje met een tekort voor te schotelen. Nu komen wij uit op een tekort in 1994, dat bijna even groot is als dat van het college, van f 170.600,Het lijkt ons dat dat in een nadere voorbereiding van de begroting 1994 toch een op te lossen probleem moet zijn. Ik zou overigens toch nog een aantal suggesties willen geven om te kijken in hoeverre er in 1994 wat extra dekking wordt gevonden. Die suggesties lopen van wat kleinere zaken tot zaken waar wellicht wat meer muziek in zit. Wij zitten in de gemeentelijke belastingsfeer eigenlijk al aan het plafond en willen dus absoluut ook niet voorstellen om daar nog iets te doen. In tegendeel, je zou dat eigenlijk moeten verlagen, maar ook daar zien wij op dit moment geen mogelijkheden voor. Wij hebben ons afgevraagd in hoeverre het zinvol is om het fenomeen van de toeristenbelasting te onder zoeken. Er zijn vele gemeenten die dit fenomeen kennen. Wij zeggen steeds dat wij, en dat blijkt ook zeker in de zomer maanden, hier ontzettend veel toeristen hebben. Het gaat om relatief geringe bedragen die dan als opslag gelden voor allerlei voorzieningen die voor die toeristen openstaan. Wij kunnen op geen enkele wijze inschatten in hoeverre dat een substantieel bedrag oplevert, maar wij zouden deze suggestie wel graag aan het college willen meegeven. Het tweede is het gemeentelijk advertentiebeleid. Dat lijkt een klein onderwerp, maar als je de vele kleintjes jaarlijks optelt? Wij zien in de kranten voortdurend gemeen telijke advertenties staan van aankondigingen die ook offi cieel via die kranten gedaan moeten worden. Wij zien elke keer in die kranten aparte advertenties staan, soms staan er zelfs vijf op één pagina. Als je dat samenvoegt kan er een substantiële besparing ontstaan in de advertentiekostenHet kan per jaar vele tienduizenden guldens opleveren, als wij dat op de goede manier oppakken. Een derde onderwerp, daar sluit ik mijn onderwerp over de dekking mee af, is het gebruik maken van de databank van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 156 De VNG kent een databank waar gemeenten op aangesloten kunnen worden, als de gemeenten overigens beschikken over goede apparatuur en ook een eigen infrastructuur zodat die aan sluiting ook daadwerkelijk gebruikt kan worden. Dat voorkomt dat gemeenten zelf voortdurend op zoek moeten naar informatie die zo uit die databank te trekken is. Dat geldt niet alleen voor Leeuwarden dat geldt voor vele andere gemeenten. Wij hebben daar eens ons licht over opgestoken. Wij hebben het signaal ontvangen dat als je dat goed aanpakt en als de ge meente daar klaar voor is, en dat geldt dan niet voor dit jaar maar toch in de komende jaren, dat een substantiële besparing, ook in tijd, kan opleveren. Ook daar gaat het wellicht om vele tienduizenden guldens. Dan zou ik nog een paar opmerkingen willen maken over de voorstellen die wij wel volgen, maar waar wij toch vraag tekens bij zetten, dan wel een bepaalde visie op kwijt wil len Laat ik allereerst iets zeggen over de plannen van het colle ge met het Stadhouderlijk Hof. Wij zijn over die plannen verdeeld. Een minderheid, laat ik maar zeggen de grootst mogelijke minderheid, van onze fractie heeft moeite met dit collegevoorstel. Daar liggen een aantal redenen aan ten grondslag. Allereerst zegt deze minderheid dat het de afspra ken schendt die wij indertijd bij de overdracht van het Koninklijk Huis naar de gemeente Leeuwarden van het Hof hebben gemaakt. Het tweede is, dat is een wat meer principi ële reden, dat men van menig is dat de wethouders eigenlijk op het Stadhouderlijk Hof gehuisvest moeten zijn. Daar zitten natuurlijk een aantal aspecten aan. Er zitten aspecten aan van op welke manier sta je als politiek bestuur naast/ boven het ambtelijk apparaat staat, of werk je, en hoe werk je, daarmee samen. Dat wil zeggen in hoeverre is het functioneel of niet om ook de werkkamers te zoeken in het nieuwe Stads kantoor. De mensen die van mening zijn dat dit voorstel niet gevolgd moet worden, zijn van mening dat het verstandig is in meerdere opzichten, om het politiek bestuur, dat wil zeggen het college van burgemeester en wethouders, apart van het ambtelijk apparaat te huisvesten. Het zal u niet verbazen dat de meerderheid, en dat is dan uiteraard de kleinst mogelijke meerderheid, deze minderheid niet volgt en meegaat met het collegevoorstel, hoewel wij buitengewoon kritisch zullen zijn over welke mogelijke bestemmingen dan aan het Stadhouderlijk Hof gegeven kunnen worden. (De heer Grevingrekent u dan ook de wethouders bij de fractie, want dat is dan interessant.) Wij rekenen de wethouders altijd bij de fractie, zoals u weet maken ze daar ook deel van uit, dat is op zichzelf logisch. (De heer GrevingDan weet ik hoe de stemverhouding aan die 157

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 8