De heer Krol heeft gezegd dat er een viertal oorzaken zijn
waardoor deze tekorten ontstaan. Hij heeft met name zijn
grote zorgen voor de toekomst uitgesproken. Ik heb namens het
college nadrukkelijk gezegd dat wij die zorg delen. Wij
hebben ook toegezegd daaraan buitengewoon krachtig te zullen
gaan werken om in de eerste plaats zo snel mogelijk alles wat
verstorend is aan het licht te krijgen en vervolgens daar
passende maatregelen voor te treffen.
Hij heeft gezegd dat hij in grote lijnen akkoord kan gaan met
de dekking, maar dat hij zich met een aantal aspecten van die
dekking niet kan verenigen. Dat heeft dan met name betrekking
op de onderdelen 2.f en 2.g. In een motie heeft hij daar
alternatieve dekking voor gevonden. Wij hebben dat in het
college besproken en menen dat het pakket dat wij hebben
aangeboden aan dekking een zeer evenwichtig pakket is, hoewel
werkgelegenheid en acquisitie op zich natuurlijk hoge prio
riteiten zijn, maar er komen in het hele pakket ook andere
hoge prioriteiten voor. Wij hebben dan ook gezegd dat wij die
motie niet kunnen steunen, wij ontraden die motie en houden
vast aan het door onszelf gedane voorstel wat de dekking
betreft
Verder heeft de heer Krol een motie ingediend die een meer
algemene strekking heeft en die ook ingaat op de punten waar
ik bij mevrouw De Haan al op ben ingegaan: voldoende inzicht
in de betrouwbaarheid van het financieel beheer, het plan van
aanpak en de deskundigen daarbij, terughoudendheid bij het
doen van uitgaven. Bij punt 7 dat de uitkomst van de
HEGT/HELT-operatie tegelijkertijd met een definitieve afron
ding in september zal moeten plaatsvinden, maak ik dezelfde
kanttekening voor wat betreft de haalbaarheid in tijd. Overi
gens ook hier de begroting in november.
Een element waar ik nog wel iets van moet zeggen, dat komt
namelijk in die andere motie niet voor, is de Commissie
Middelen nadrukkelijk betrekken bij de opzet en de uitwerking
van het plan van aanpak. Ik zou bijna willen zeggen, uiter
aard.
De opmerkingen van de heer Krol over de artikel 12 status ga
ik verder niet op in. Ik denk dat ik daar voldoende gele
genheid voor krijg als wij de notitie in de Commissie Midde
len bespreken.
De heer Brinks heeft een wat andere toonzetting gekozen. Hij
heeft gezegd: bezuinigen kan niet meer, willen wij niet meer,
wij willen een andere lijn trekken en wij willen naar de
artikel 12 status omdat wij daar meer in zien. Zij denken dat
Leeuwarden daar ook voor in aanmerking komt. Ik wil de dis
cussie niet overdoen. Ik denk dat het verstandig is dat wij
die discussie aan de hand van een notitie in de commissie
voeren.
48
Zijn dekking uit de algemene reserve kunnen wij natuurlijk
niet mee instemmen. De algemene reserve is op dit ogenblik
ongeveer f 2 ton. Je zou een geweldig gat trekken. Dat bete
kent dat je een begrotingswijziging zult moeten maken. Die
begrotingswijziging moet naar de provincie en kan vervolgens
geen genade vinden. Dus is dat een onhaalbare weg.
De heer Greving heeft ook zijn zorg uitgesproken over het
tijdpad september-novemberIk heb daar het mijne al van
gezegd en hoef daar verder geen opmerkingen over te maken.
Zijn suggesties met betrekking tot het Cambuurstadion, daar
over is door een ander raadslid al opgemerkt dat je geen half
stadion kunt bouwen. Daar is het college het geheel mee eens.
Wij bouwen dan ook een heel, dat wil zeggen als de besluiten
daartoe worden genomen, want die moeten nog worden genomen.
Overigens merk ik terloops op dat de selectie die de heer
Greving heeft gemaakt van voorstellen die wij niet via Salo
mon hebben beoordeeld, daar overigens ook de kinderopvang
onder valt.
De heer Hoogeveen heeft gezegd dat de dekking die wij nu
vaststellen voorlopig is, want na de zomer zullen wij de
balans opmaken. Dat is juist, ik denk dat als er aanleiding
is wij dat ook zullen doen. Er komen natuurlijk nog allerlei
regeringsnota's over maatregelen die nu in de maak zijn, die
zullen ook hun effecten wel weer hebben. Zo gauw dat bekend
is, dat zal waarschijnlijk wel samenlopen met het voorberei
dingstraject voor de begroting, zullen wij dat aan de raad
voorleggen.
De heer Hoogeveen heeft ook gesproken over de wenselijkheid
van HEGT/HELT als een structurele oplossing voor het structu
rele tekort dat in het beleidsplan aantoonbaar is. Hij heeft
daarbij de suggestie gedaan om het aspect van nieuw beleid
daarbij te betrekken, namelijk in die zin dat het minder zal
zijn. Ik denk dat wij nog volop gelegenheid krijgen op 34
en 11 mei om dat soort suggesties te doen en daar beslis
singen over te nemen. Ik nodig hem uit om dan daar nogeens op
terug te komen, op dit moment voelen wij er in abstracto niet
veel voor om daarin mee te gaan.
Met zijn onothordoxe methode voor wat betreft de artikel 12
status zijn wij het in die zin eens dat ook hij heeft gezegd
dat dat niet kansrijk moet worden geacht.
Hij heeft ook nog een opmerking gemaakt over het Frigem-geld.
Ook zijn fractiegenoot de heer Hiemstra heeft er al blijk van
gegeven dat daar bepaalde ideeën over leven in de D66-fractie
en wellicht ook elders. Ik heb daar nogal wat aantekeningen
ook van de ambtelijk zijde over. Wij kunnen daar vanavond
lang en breed over praten, maar het lijkt mij het beste dat
wij het volgende doen. Op dit moment moet ik zeggen dat als
49