bal terug naar de politiek. Ik wil, voor zover dat aan mij
ligt, zeggen dat ik zal proberen om in ieder geval die ter
mijn te halen en 3, 4 en 11 mei mijn best te doen om dat te
realiseren. Maar ik wil de toezegging ook wel graag van het
college horen dat zij die poging ook wagen en het liefst ook
van de andere fracties, omdat het wat ons betreft van belang
is dat wij die zaken wel afronden. Het was de bedoeling dat
wij in juni die operatie zouden afronden, wij zeggen nu laat
het samenvallen met de zitting van de begroting. Ik wil er
dus van mijn kant alles aan doen om dat ook te laten slagen.
Wat dat betreft heb ik mijn motie op dat punt een beetje
aangepast. Bij het tweede en het derde streepje van onderen
staat voor 1 september een betrouwbaar inzicht te verschaffen
enz., daarvan moet worden gemaakt: zo mogelijk voor 1 septem
ber een betrouwbaar inzicht te verschaffen enz. en ook bij
het volgende streepje te zeggen: zo mogelijk voor 1 september
een analyse van de kwaliteit enz. Zodat wij in ieder geval
laten blijken dat wij die druk wel op de ketel willen houden.
(De heer Brinks: Maar dan doet mevrouw De Haan toch helemaal
geen andere uitspraak dan te zeggen van: blijf je best doen
zoals je nu al doet?) Daarmee geeft ik het belang aan dat wij
hechten aan het samenvallen van dit soort operaties en het in
één keer kunnen afronden. Het heeft dus te maken met het feit
dat wij met dit soort discussies graag naar onze achterban
terug willen kunnen en dat ook fysiek mogelijk moet zijn. (De
heer Brinks: Dit soort uitspraken vind ik eerlijk gezegd een
beetje obligaat als je weet dat het hele ambtelijk apparaat
daarop inzet, dat heeft het college net bij monde van wethou
der Heere gezegd. Dan vraag je de raad iets aan te nemen dat
normaal beleid is.) Even duidelijkheid over onze motie, daar
zitten een aantal elementen in die wij ook via de Commissie
Middelen hebben aangekaart en pleidooien die wij gehouden
hebben. Wat ik vanavond wil is vooral de lijn aangeven, daar
wil ik helderheid over hebben, die naar ons idee nodig is om
dit soort ernstige financiële situaties aan te pakken. Alle
elementen die daarbij horen hebben wij op een rij gezet en
daar willen wij graag duidelijkheid van de raad over. Daarom
hebben wij die motie ingediend, zodat het ook in de raad aan
de orde komt en niet alleen via toezeggingen in commissies
enz. Nu de situatie dermate ernstig is, willen wij van onze
kant duidelijk maken wat de lijn is en welke elementen daar
bij horen. Om die reden leggen wij de motie voor aan de raad,
zodat er geen misverstanden op dat punt meer zijn.
Ik heb verder aan wethouder Heere twee concrete vragen ge
steld en daar heeft hij, voorzover ik begrepen heb, niet op
gereageerd. Ik heb gezegd dat wij in de commissie een aantal
opmerkingen gemaakt hebben bij het plan van aanpak en dat in
de commissie eigenlijk niet erg helder is geworden wat het
college daarmee zal doen. Voor zover ik weet heeft hij daar
52
niet op geantwoord.
Ik heb gevraagd of de wethouder al enig idee heeft hoe wij de
actie richting rijk zouden kunnen gaan aanpakken. Hij heeft
alleen gezegd dat hij het ermee eens is dat die actie moet
plaatsvinden. (De heer Heere (weth.): Ik heb ook gezegd dat
wij via VNG, de Raad voor de gemeentefinanciën en Inspectie
Financiën Lagere Overheden een poging zullen doen om in kaart
te brengen welke elementen daarbij een rol spelen en daarna
zullen kijken hoe wij de actie moeten voeren.)
Dan ga ik nu naar de moties.
De eerste motie van de CDA-fractie gaat over de overdekking
die het college aangeeft te reserveren, in ieder geval tot de
begrotingszitting. De eerste twee punten hebben te maken met
middelen ten behoeve van het milieu, zowel de geluidwerende
middelen als de Schenkenschans middelen. Wij zijn van mening
dat op de plannen voor het milieu al fors is ingeleverd, maar
bovendien denken wij dat ook deze middelen uiteindelijk
zullen vallen onder de uitgavestop en de investeringsstop,
als wij die als raad terugkrijgen kunnen wij altijd nog
kijken wat wij daarvan vinden. Wij zijn niet van plan om deze
dekking nu al gaan te gebruiken.
De tweede motie van de CDA-fractie gaat over de werkgelegen
heid. De CDA-fractie heeft opgemerkt dat dat ook voor de
Partij van de Arbeid hoofdprioriteit is. Dat is waar, voor de
Partij van de Arbeid valt werkgelegenheid, p.r. en acquisitie
onder de hoofdprioriteiten, maar hetzelfde geldt voor sociale
vernieuwing, voor milieu en voor stedelijke vernieuwing.
Aangezien er op die punten ook ingeleverd wordt, hoe moeilijk
wij dat ook vinden, vinden wij op dit ogenblik eigenlijk geen
argumenten om te zeggen: werkgelegenheid mag persé niet. Om
die reden zullen wij met die motie niet instemmen.
Verder geeft de CDA-fractie een aantal suggesties om dekking
te zoeken. Het valt mij op dat het college daar niet echt
serieus op ingegaan is. Ik had eigenlijk gehoopt dat andere
wethouders daar nog wat over zouden zeggen, maar misschien
kan dat in tweede instantie nog. Laat ik beginnen met te
zeggen dat wij heel veel moeite hebben met het feit dat de
CDA-fractie hier in vredesbeleid en lokale apartheidsinitia
tieven streept. Ik denk dat dat een poging is van de CDA-
fractie om onder het contract dat wij in het Collegeprogramma
hebben afgesproken uit te komen. Wij hechten politiek gezien
zeer veel waarde aan storting in het vredesbeleid en zijn dus
absoluut niet van plan om daar te schrappen. Wij zijn het
daar inhoudelijk niet mee eens. Verder staan er de verkoop
van groentjes in. Voor zover ik weet is daar een uitgebreid
onderzoek naar gedaan en zie ik niet zitten dat dat binnen
kort op een andere manier geld zou kunnen opleveren.
De privatisering van de administratie van de ondersteuning
53