Punt 10 tot en eet 15 (bijlage nrs. 132, 138, 139, 140, 141
en 142
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 16 (bijlage nr. 143).
De Voorzitter: aan de orde is Voorbereidingsbesluit ex arti
kel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor het perceel
Hobbemastraat 1 te Leeuwarden.
De heer Van Olffen: Voorzitter, dit punt is twee keer in de
commissie behandeld. De meerderheid van mijn fractie is van
mening dat genoeg pogingen zijn ondernomen om tot een compro
mis te komen. Het compromis is bereikt in de vorm van de
hellinghoogte van 60° terug te brengen naar 45°. Dat vindt een
meerderheid van mijn fractie aanvaardbaar. Een minderheid is
van mening dat een laagbouw voldoende zou moeten zijn, omdat
het hier in wezen gaat om een uitbreiding van activiteiten.
Die minderheid is van mening dat dat ook voldoende in die
laagbouw tot zijn recht zou kunnen komen.
Er zullen dus een aantal leden tegen dit voorstel stemmen.
De heer Schreuder: Mijnheer de Voorzitter, de fractie van D66
is van mening dat, alle belangen afwegend zoals het woongenot
van de bewoners van de direct aanliggende woningen van de
Frans Halsstraat alsmede de bedrijfsuitbreiding van de wat
uit zijn jasje groeiende detailhandel. Beide partijen niet
tot een compromis hebben kunnen komen, hoewel er overeen
stemming mogelijk was omtrent een bedrijfsuitbreiding van
400 mJ in plaats van 500 m1, hetgeen zeer forB is voor een
buurtwinkel. Dat de plaatselijke omstandigheden van het
leefgebied achter de woningen zodanig is dat bebouwing hoger
dan drie meter wel degelijk het woongenot aantast, kunnen wij
niet akkoord gaan met het nemen van dit voorbereidingsbe
sluit.
De heer IJntema: Mijnheer de Voorzitter, de kleinst mogelijke
minderheid van de CDA-fractie kan niet akkoord gaan met het
voorstel zoals verwoord in dit voorbereidingsbesluit. Het
gaat om ondergetekende die genoemde minderheid vormt. Waarom?
Na uitvoerig gesprek hebben de verschillende partijen, de
stukken doorlezend, de situatie ter plekke bekeken. Helaas
twee zielen wonen in één bos, de één wil van de ander niets
weten. Toegepast op mijn persoon heb ik het over mijn commer
cieel betrokken ziel en mijn maatschappelijk betrokken ziel.
Mijn sociaal maatschappelijk betrokken ziel wilde in deze
kwestie uiteindelijk van de ander niets weten. Voorzitter,
afgezien van de valse start bij de aanvang van de bouw, mee
gezien het feit dat de heer Terpstra de betrokken partij niet
tijdig heeft geïnformeerd als goede buur en bedenkend dat hij
zonder een verzoek om vrijstelling van het college al een
paar jaar zaken doet in een woonpand, nu het punt waar het om
gaat. Er ontwikkelt zich hier een bedrijf met een, naar mijn
mening, bovenwijkse functie. Er wordt gesproken over klanten
uit heel Friesland, zelfs van daarbuiten. Natuurlijk is deze
expansiedrift te prijzen van de heer Terpstra, dat spreekt
mij zelfs aan. Een goed ondernemer tracht in de toekomst op
dezelfde energieke wijze door te gaan. Maar past een derge
lijk groot bedrijf, zoals hier wordt bedoeld, straks nog in
deze buurt? Twee andere bedrijven hebben de wijk verlaten
vanwege het te groot worden. Het straks weer zover laten
komen in is mijn optiek geen goed besluit. Dit is dan ook
mijn hoofdbezwaar.
In het voorstel worden de ruimtelijke marges in deze kwestie
uitgerekt door te stellen dat het aanstaande bouwwerk geen
onevenredige aantasting is op het aangrenzend woonklimaat. Is
dit geen opmerking die getuigt van weinig inlevingsvermogen?
Wel wordt gesteld dat het uitzicht wordt beperkt door de
verbouw van het pand, alsof dat geen aantasting is of nadeli
ge beïnvloeding van het woonklimaat. Te stellen dat de schut
tingen om het woonerf het uitzicht toch al beperken, zoals
wordt opgemerkt, gaat mij onder andere als motief om toch te
bouwen te ver. Deze schuttingen zijn, en ik wil niet teveel
van uw fantasie vragen, niet geplaatst in het verleden om het
uitzicht te beperken, maar uit oogpunt van privacy, veilig
heid en dat soort zaken. Een eigen keus, mogelijkheid tot
afbreken blijft. Dit in tegenstelling tot de nieuwe situatie.
Kortom, het uitzicht wordt inderdaad niet bedorven, zoals
vermeld in dit voorbereidingsbesluit, maar wordt totaal
verpest naar mijn mening.
Met nog een aantal passages uit het voorbereidingsbesluit heb
ik moeite. Op pagina 4 staat: "De bewoners volharden (met
nadruk op volharden) ondanks de tweede aanpassing in hun
bezwaren." Het mag u bekend zijn dat de bewoners uit de Frans
Halsstraat meerdere aanpassingen over zich heen hebben laten
gaan. In die zin beslist geen vervelende buren. Verbazingwek
kend staat op pagina 6 dan nog dat de heer Terpstra door
middel van twee aanpassingen zich tot het uiterste (let wel
uiterste) heeft ingespannen. Gezien de bereidheid van de
35