een aantal mensen gezegd, drie scholen in elkaar schuiven,
drie culturen in elkaar schuiven, is een heel ingewikkelde
operatie. Ik denk dat wij ons niet moeten fixeren op dat
aantal. In deze situatie zou het in elkaar schuiven van twee
scholen wel eens veel ingewikkelder kunnen zijn dan het in
elkaar schuiven van deze drie scholen. Ook daarbij hebben wij
als college gezegd dat ons die laatste optie, drie scholen in
elkaar schuiven, in deze situatie eenvoudiger lijkt dan het
in elkaar schuiven van twee scholen.
Ten slotte heeft mevrouw Dikken uitgesproken - ook anderen
hebben dat gedaan - dat iedereen die hierbij betrokken is
geweest zich hier uitermate constructief in opgesteld heeft.
Ik wil dat graag onderstrepen. Ik denk dat wij, in tegenstel
ling tot wat je in sommige andere gemeenten ziet, een heel
positief en constructief proces achter de rug hebben, dat mag
ook wel eens uitgesproken worden. Dat is voor een heel groot
gedeelte ook te danken aan de manier waarop de scholen daar
mee omgegaan zijn.
Mijnheer De Jong constateert dat voor hem eigenlijk maar één
pijnpunt overgebleven is, dat is diezelfde situatie in
Oud Oost. Hij vraagt zich af of dit wel de beste oplossing
is. Hij geeft vervolgens zelf het antwoord dat het eigenlijk
niet zo is, althans in zijn opvatting en dient een motie in
om toch tot een ander voorstel te komen. De overwegingen
zijn: ten eerste dat een te groot beroep zou worden gedaan op
de beheersbaarheid van de gefuseerde scholen. Ik ben dat niet
eens met mijnheer De Jong. Ik denk dat je je niet blind moet
staren op het aantal scholen dat fuseert, maar dat je veel
meer moet kijken naar welke partners bij zo'n fusie betrokken
zijn. Ik schat in dat de problemen van het in elkaar schuiven
van deze drie scholen wel eens minder groot zouden kunnen
zijn dan de problemen die je ontmoet bij het in elkaar schui
ven van de Plataanschool en de Tjerk Hiddesschool
Zijn tweede overweging dat een fusie tussen de Plataanschool
en de Zamenhofschool niet al te grote problemen oproept, vind
ik wat erg kort om de bocht, moet ik eerlijk zeggen. Ik heb
in de commissie geprobeerd uit te leggen welke problemen ik
voorzie en dan gaat het niet om de rondweg. Ik heb hem toen
ook gezegd dat die rondweg in verkeerstechnische zin een
probleem is waar je overheen kunt stappen. Voor mij is dat in
ieder geval niet een doorslaggevende factor. Wat wij wel
zien, is dat die rondweg een hele duidelijke barrière is waar
het gaat om het oversteken naar de andere school toe. Als je
kijkt waar de leerlingen van de Zamenhof school nu vandaan
komen, moet je constateren dat die voor een heel groot ge
deelte komen uit het voedingsgebied van Oud Oost, aan de
binnenzijde van de rondweg, voor een heel groot gedeelte
zelfs uit het voedingsgebied van de Tjerk Hiddesschool, voor
19
een deel zelfs uit het voedingsgebied van de Goudenregen-
school en maar voor een heel klein stukje vanuit de wijk
Heechterp-SchieringenIn die zin is de rondweg veel meer een
soort psychologische drempel dan dat er een verkeerstechnisch
probleem zou zijn. Op het moment dat je de Zamenhof school zou
fuseren met de Plataanschool is de verwachting - niemand kan
dat keihard maken je probeert daar wel zo goed mogelijk een
inschatting van te maken - dat heel veel leerlingen niet mee
zullen gaan naar die Plataanschool en dat je die vervolgens
kwijt zult raken binnen dat voedingsgebied waar ook de Tjerk
Hiddesschool-Goudenregenschool dan opereert. Vanuit die
overweging is het veel logischer om te zeggen, als de kinde
ren daar dan toch al vandaan komen, laten zij dan ook maar
fuseren met de school die daar dan het meest dichtbij staat.
Een ander probleem is dat de Plataanschool zo groot is dat de
Zamenhofschool daar waarschijnlijk meteen wel in gehuisvest
kan worden, zeker als daar enige terugloop van leerlingen
plaats vindt, waarmee je de vestiging op die plek vanaf het
begin ook meteen kwijt zult zijn. Dus als de heer De Jong
zegt, niet al te grote problemen, denk ik dat hij daar toch
iets te simpel tegen aan kijkt.
Het zal hem duidelijk zijn dat ik de motie, dat had ik ook in
de commissie al gezegd, op dat punt zal ontraden.
Mevrouw Garms stemt in met het b. en w.-voorstel, ook waar
het gaat om Oud Oost. Zij benadrukt nog eens, ik denk dat dat
een belangrijk punt is, dat wij niet van vandaag op morgen
nieuwe scholen creëren, maar dat wij drie jaar de tijd hebben
om daar naar toe te groeien. Ik ben het met haar eens dat er
zo snel mogelijk per school, op basis van de besluiten die
wij vanavond nemen, een stappenplan gemaakt moet worden,
waarin ook aangegeven staat wat voor die school het meest
wenselijke tijdstip is om de fusie te effectueren. Maximaal
heeft men daar drie jaar voor en men kan daar dus gefaseerd
naar toegroeien. Dat geldt zeker ook voor de drie scholen in
Oud Oost, dat hoeft niet allemaal overmorgen klaar te zijn.
Mevrouw Van Ulzen heeft ook een afwijkend standpunt waar het
gaat om Oud Oost. Ik begrijp van haar dat het niet zozeer
gaat omwille van de beheersbaarheid. Zij stelt ook voor om
drie scholen te fuseren, zij het drie andere. Dus dat pro
bleem is kennelijk voor haar niet doorslaggevend. Maar, zegt
mevrouw Van Ulzen, het gaat mij om het eigen karakter, ouders
kiezen voor het concept van de Tjerk Hiddesschool en niet
voor het concept van de ZamenhofschoolDat neem ik meteen
aan, overigens geldt dat in alle andere situaties ook, denk
ik, ouders kiezen voor het concept van de Wilaard en niet
voor het concept van de SinnemaschoolBij elke fusie kan je
datzelfde argument gebruiken. Dan komt er om de hoek kijken,
20