De andere sprekers geven mij geen aanleiding om nog op in te
gaan.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Ik breng eerst in stemming het amendement, ingediend door de
fractie van D66.
Het amendement van de heer De Jong van de D66-fractie wordt
verworpen met 27 tegen 5 stemmen. Voor stemden de leden van
de D66-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie van
de WD-fractie.
De motie van mevrouw Van Ulzen van de WD-fractie wordt
verworpen met 28 tegen 4 stemmen. Voor stemden de leden van
de WD-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 10.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de D66-fractie
geacht wil worden te hebben gestemd tegen punt 2.e.
Punt 11, 12 en 13 (bijlage nrs. 164, 148 en 153).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 14 (bijlage nr. 155).
De Voorzitter: Aan de orde is Voorbereidingsbesluit ex arti
kel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een perceel
grond aan het Zwenkgras te Leeuwarden.
De heer Timmermans (weth. Voorzitter, in de Commissie
Stadsontwikkeling is gepleit, zoals dat ook in de raadsbrief
waar het onderdeel bespreking in de commissie is verwoord al
27
is aangegeven, om in overleg te treden met de desbetreffende
tandarts om te zien of het ook mogelijk is de oorspronkelijke
lokatie meer in oostelijke richting te verplaatsen. Het
gesprek heeft plaatsgevonden, de conclusie moet zijn, ik heb
dat de verschillende fracties ook al laten weten, dat de
initiatiefnemer daartoe niet bereid is. Dat betekent dat als
de raad instemt met dit voorstel, men feitelijk dan ook
instemt met de westelijke lokatie.
De
Voorzitter: Wij gaan eerst koffiepauze houden.
De Voorzitter
pauze
schorst de vergadering, om 21.20 uur, voor de
De
Voorzitter heropent, om 21.45 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
Aan de orde is punt 14.
De heer Bakker: Mijnheer de voorzitter, in de commissie
hebben wij een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het onder
havige voorstel. De vraag die wij ons toen stelden kwam er in
het kort op neer of het bedoelde perceel al dan niet, dan wel
deels bebouwd zou mogen worden. Na alle argumenten pro en
contra te hebben afgewogen, zijn wij tot de conclusie gekomen
dat bebouwing van het bedoelde perceel tot de mogelijkheid
zou dienen te behoren. De belangrijkste drie argumenten die
wij daarvoor hebben gebruikt zijn:
1. de bestaande bestemming maakt bebouwing mogelijk;
van parkeerproblemen zoals door de appellante is aan
gegeven is naar onze mening geen sprake, zeker niet in
relatie tot een tandartspraktijk;
er zijn in de directe omgeving, dat wens ik te onder
strepen, voldoende speelmogelijkheden voor kinderen. Er
zijn in deze stad voldoende plaatsen bekend waar kinde
ren het met beduidend minder moeten doen.
Tot slot wensen wij de wethouder het verzoek mee te geven er
voor te zorgen dat er een adequate verkeerssituatie wordt
geschapen op of rondom het perceel.
De heer Heinz: Jammer dat het overleg niets heeft opgeleverd,
zoals de commissie in meerderheid graag had gezien. Het
voorstel dat de PvdA-fractie deed sprak ook ons aan. Ik treed
2.
3.
28