voren werd gebracht.
Het derde argument, de plannen om vooral ook preventief te
gaan werken. Het gemeentelijk meldpunt beperkt zich puur tot
het melding maken en registreren daarvan en doorverwijzen
naar de desbetreffende instanties. Preventief werk in het
kader van discriminatie is, dat hebben wij ook bij de algeme
ne beschouwingen van dit jaar genoemd, een van de belangrijk
ste peilers om iets te doen aan het voorkomen van discrimina
tie.
Een bezwaar om te kiezen voor een provinciaal bureau, zou
zijn dat het bureau niet in eerste instantie bereid zou zijn
ook te dienen als meldpunt voor discriminatie ten aanzien van
sexuele geaardheid. Dit laatste weegt voor mijn fractie
zwaar. Vanmiddag heb ik nogmaals navraag gedaan bij het
bestuur van het Anti-discriminatiebureau over de vraag hoe
hard dit wat hen betreft is. Dit blijkt niet een hard punt te
zijn, zij zijn gaarne bereid vanaf het eerste moment dit
onderdeel ook mee te nemen. Wat ons betreft is daarmee de weg
open om te kiezen voor een provinciaal bureau.
In de externe overlegcommissie noemde de wethouder een aantal
argumenten om het niet te doen. De belangrijkste waren: de
financiën en dat je nu nog niet weet hoe het provinciaal
meldpunt zal gaan functioneren. De PvdA-woordvoerder noemde
dit ook al. Met andere woorden, je weet wat je hebt en je
moet maar afwachten wat je er voor terug krijgt. Een interes
sant uitgangspunt voor een politicus waar je volgens mij niet
erg ver mee komt.
De financiën.
In de commissie heb ik al aangegeven dat het wat mijn fractie
betreft niet meer mag kosten dan wat er op dit moment aan
wordt uitgegeven bij het gemeentelijk meldpunt. Het zal
lastig zijn om dat precies te berekenen en vrij te maken,
maar als de wil er is niet onmogelijk. Dit alles leidt er toe
dat wij met de volgende motie komen:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 12 juli 1993,
overwegende
- dat de onafhankelijkheid van een discriminatie
meldpunt de voorkeur verdient boven een gemeente
lijk meldpunt;
dat het provinciaal Anti-discriminatiebureau
bereid is om klachten met een sexuele gerichtheid
als achtergrond in behandeling te nemen;
dat het subsidie aan het provinciaal Anti-discri
minatiebureau gelijk is aan wat de gemeente nu
uitgeeft aan haar eigen meldpunt;
besluit
43
om het college opdracht te geven in principe de Stich
ting Provinciaal Anti-discriminatiebureau te subsidi
ëren.
De motie is ondertekend door mijzelf. (De Voorzitter: De
motie maakt deel uit van de beraadslagingen.
Ik ben mij er van bewust dat er nog het een en ander uitge
zocht moet worden omdat op dit moment het Anti-discriminatie
bureau nog niet functioneert. Wel weet ik dat wanneer de
gemeente Leeuwarden de zaak financieel zou steunen, het
bureau in ieder geval kan starten en dat dat er wellicht toe
leidt dat andere gemeenten ook over de brug komen. Daarmee is
tevens de vicieuze cirkel van te weinig financieel draagvlak
doorbroken.
Mevrouw Tieaersma: Voor mij is de belangrijkste zin uit de
raadsbrief dat het aantal meldingen wat nu binnen komt bij
het discriminatiemeldpunt van de gemeente waarschijnlijk nog
maar het topje is van de ijsberg. Dat doet onzes inziens
voldoende recht aan het handhaven en het zelfs uitbreiden,
verbreden van de doelstelling van dit meldpunt. Wij kiezen op
dit moment voor het handhaven van het gemeentelijk meldpunt
op basis van de aanwezige ervaring die er nu is, de bereid
heid tot verbreding van het meldpunt en de financiële positie
van de gemeente.
Waar wij nogmaals de aandacht voor willen vragen is het feit
dat het ons heel erg belangrijk lijkt dat de bekendheid van
het meldpunt waar mogelijk wordt vergroot en dat daar ook op
het terrein van voorlichting iets aan wordt gedaan.
De heer De Jong: Voorzitter, aan het Anti-discriminatiemeld
punt wordt een drietal functies toegedicht. De eerste is een
signalerende, de tweede is een bemiddelende en de derde een
voorbeeldfunctie
Die eerste twee functies zijn heel concreet en zijn ook
zichtbaar gemaakt in het verslag. Ik moet u zeggen dat wij
geschrokken zijn van het aantal anonieme brieven dat binnen
komt en vervolgens naar de politie wordt gebracht, discrimi
nerende brieven. Dan staat er altijd het keurige zinnetje: de
politie heeft de brief in ontvangst genomen en voor kennisge
ving aangenomen. Dan bekruipt je een soort machteloos gevoel
van, wat gebeurt er dan verder mee, krijgen wij daar ook grip
op? Dat moest ik toch even kwijt.
Ook valt mij op dat er geen structureel patroon zit in de
discriminerende uitlatingen. Dat is dan nog een schrale
troost, zou ik willen opmerken.
Een derde functie die het anti-discriminatiemeldpunt heeft,
44