is de voorbeeldfunctie van de gemeente. Wij zijn het er als fractie volstrekt mee eens, maar als geconstateerd wordt dat het aantal meldingen nog maar het topje van de ijsberg is, zal die voorbeeldfunctie volgens de D66-fractie nog duidelij ker gestalte moeten krijgen. Op z'n minst zal veel meer bekendheid moeten worden gegeven en dat heel regelmatig, over het bestaan van het meldpunt. Tot slot de voorgestelde uitbreiding. Op zich zijn wij het volstrekt eens met het standpunt dat ook de heer Greving in zijn eerste termijn heeft verwoord, hij heeft artikel 1 van de Grondwet aangehaald, alleen op grond van praktische over wegingen kiezen wij toch uiteindelijk voor het voorstel van het college. Wij hechten er aan te verklaren dat wij akkoord zijn met de uitbreiding van de behandeling van klachten met sexuele gerichtheid als achtergrond. Wij gaan er ook vanuit dat ook hieraan voldoende bekendheid zal worden gegeven. De heer Bilker (weth.Voorzitter, de heer Greving heeft gewezen op het toenemend aantal meldingen en geconstateerd dat er dus iets gaande is in de samenlevingHelaas denk ik dat wij dat met hem moeten constateren, daarom hechten wij er ook groot belang en waarde aan om een discriminatiemeldpunt goed in te vullen. De heer Greving en ook andere sprekers betrekt het aanbieden van het manifest bij de algemene beschouwingen in januari j.l. hierbij. Mevrouw Waalkens spreekt de verwachting uit dat wellicht meer klachten door de bekendheid van het manifest binnen kunnen komen. Dat kunnen wij op dit moment nog niet overzien omdat dat in 1993 plaats vindt, maar wij zijn na tuurlijk ook benieuwd of dat inderdaad het geval is. De heer Greving zegt dat het jammer is dat 1992 er nog niet bijgevoegd is. Ik kan zeggen, ook mee als antwoord op vragen van anderen, dat de meldingen in het jaar 1992 in concept gereed zijn, die kunnen ons binnenkort bereiken. Maar wij hebben gekozen om eerst deze drie jaren in te halen, alvorens 1992 u voor te leggen. De heer Greving heeft de voorgeschiedenis uitgediept en spreekt nog over het telefonisch meldpunt dat opgericht is in 1985-1986 voor racistische discriminatie. Dan blijkt ook uit de meldingen dat juist die zich concentreren op die racisti sche discriminatie. Hij spreekt dan over de functie van de verbreding die het college nu voorstelt en heeft het over de ad hoccerige-manier nu het de meldingen van discriminatie van sexuele geaardheid betreft. Dat vind ik enigszins jammer. Waarom vind ik het jammer dat het woord ad hoccerig er aan toegevoegd wordt? Omdat al meer dan een jaar gezocht wordt naar een oplossing voor de verbreding. Wij zijn ook vanuit de 45 raad vanwege emancipatiebeleid daar op gewezen dat het dis- crimatiemeldpunt met die functie zal moeten worden uitge breid. Wij hebben heel lang naar een oplossing gezocht en hebben besloten dat te doen binnen de formatie. Ik kom daar straks iets uitgebreider op terug. Om dat nu negatief te noemen, lijkt mij niet juist, maar wellicht kan de heer Gre ving daar door deze verklaring iets anders tegen aan kijken. De heer Greving haalt ook de formulering aan vanuit de Grond wet. Zijn conclusie is dan dat je een betere onderbouwing voor die verbreding zou moeten hebben en gezien de ernst van de zaak verdient die uitleg in de raadsbrief een betere uitleg. Ik heb net geschetst waarom wij tot de verbreding met de klachten van sexuele aard zijn gekomen. Ik ben het op zich uiteraard met de heer Greving eens dat het heel goed zou zijn dat het hele scala in het discriminatiemeldpunt aan de orde komt. Overigens moet ik zeggen dat wij dat bij voorbaat niet uitsluiten, als er een telefoontje in die richting komt, zeggen wij natuurlijk niet: u moet hier niet wezen. De heer Zijlstra van de PvdA-fractie noemt de drie elementen die hier aan de orde zijn, de verslagen, de verbreding en het subsidieverzoek van het Anti-discriminatiemeldpunt Friesland. Hij vraagt ook wanneer het jaarverslag 1992 aan de orde komt. De verslaggeving, zegt de heer Zijlstra, is vrij uitgebreid, hij pleit dan ook voor een inkrimping van de gegevens. Hij concludeert of het niet verstandiger zou zijn om een cijfer matig overzicht te presenteren met een korte analyse daarbij. Ik ben blij met die opmerking, die mening ben ik ook toege daan, wij zullen dat ook trachten uit te voeren. Alleen, ik moet eerlijk zeggen dat het concept-jaarverslag 1992 aan die wens niet voldoet, want dat is al klaar en is vrij uitge breid, dus zult u moeten wachten tot het jaar 1993. De PvdA-fractie heeft ook zorgen over de toename van de klachten. Ik moet helaas zeggen dat er in het verslag 1992 sprake is van een forse toename. Wij zitten in het jaar 1991 op 37 en in 1992 komen wij op 70. Mijnheer Zijlstra spreekt over het subsidieverzoek, hij zegt dat er op dit ogenblik geen financiële middelen zijn en ook vanwege de experimenteerfase het zo breed mogelijk draagvlak. Ik heb begrepen dat de heer Zijlstra namens zijn fractie ook die verbreding, zo als dat nu wordt voorgesteld, ondersteunt. Mevrouw Waalkens van de WD-fractie zegt dat het rapport is gemaakt in 1992 en het allemaal wel wat laat aan de orde komt. Ik kan mij herinneren dat die vraag ook in de commissie is gesteld. Wij hadden een serie bezuinigingen en hebben toen naarstig moeten zoeken naar met name de oplossing van hoe vullen wij deze functie in. Door de serie bezuinigingen is 46

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 24