dat allemaal op de achtergrond geraakt, hoewel het functione
ren zelf uiteraard niet. In februari j.l. is in de Commissie
Samenlevingszaken en Onderwijs nadrukkelijk opgenomen hoe die
functie wordt ingevuld doordat de commissie toen positief
advies heeft gegeven over een werkplanning op de afdeling
Samenlevingszaken van de Dienst Welzijn. Toen kon het in snel
tempo worden verwerkt.
De cijfers 1992 ben ik al op ingegaan.
Ook mevrouw Waalkens wijst op het manifest. Zij zegt dat zij
niet instemmen met het anti-discriminatiebureau Friesland
vanwege het ontbreken van het financieel draagvlak en om dat
het zich nogal beperkt tot klachten op het gebied van rassen
discriminatie. De WD-fractie wenst klachten van sexuele
geaardheid mee te nemen. Daarom is de WD-fractie akkoord.
Mevrouw Garms van de PAL/GL-fractie spreekt over het functio
neren van het gemeentelijk knelpunt en wijst op de discussies
in de Commissie Emancipatie-aangelegenheden en de Externe
Overlegcommissie Etnische Groepen. Wij hebben daar inderdaad
uitvoerig gediscussieerd. Zij spreekt nadrukkelijk over het
inruilen van het discriminatiemeldpunt tegen het meldpunt van
het Anti-discriminatiebureau Friesland en acht het slordig
dat nu pas de zaak aan de orde is, want er is al een verzoek
van 1991. Er zijn wel gesprekken gevoerd, moet ik zeggen, er
is ook een brief gestuurd dat het inderdaad wat langer zal
gaan duren vanwege de serie bezuinigingen en hoe het allemaal
in onze eigen dienst handen en voeten zal moeten krijgen. Het
kan misschien wat slordig overkomen, maar wij hebben wel
correct gehandeld in de contacten naar het bestuur van het
Anti-discriminatiebureau Friesland
Dan voert mevrouw Garms argumenten aan om toch te kiezen voor
het Anti-discriminatiebureau vanwege de onafhankelijke posi
tie en de mogelijkheid van tolken. Dat laatste punt, de
tolken, hebben wij ondervangen in die zin dat wij met de
instelling van etnische groepen de afspraak hebben dat die
instelling via hun mensen meldingen kunnen maken van discri
minatie, mocht het zo zijn dat de melder de Nederlandse taal
niet beheerst. Dus liggen daar afspraken over.
Het gemeentelijk meldpunt registreert alleen, zegt mevrouw
Garms, en opereert niet daadwerkelijk preventief. Ik ben dat
niet geheel met haar eens, ik kom daar zo meteen op terug bij
de motie.
Het bezwaar van de gemeente zou zijn, zegt mevrouw Garms, dat
het ADB Friesland niet in zal zijn voor klachten van sexuele
geaardheid vanwege de krappe organisatie. Mevrouw Garms heeft
telefonisch contact gehad en dan blijkt dat er wel een moge
lijkheid is, als daar de wens toe zal worden geuit. Ik ben
dat niet met haar eens, wij hebben daar een brief over ont
vangen. Ik baseer mij op die brief, waarin nadrukkelijk staat
47
dat in die experimenteerperiode van drie jaar, die nu aan de
orde is, die mogelijkheid er niet is.
Dan zegt mevrouw Garms dat ik in de commissie een aantal
argumenten heb gezegd die er op neerkomen dat het eigenlijk
uitsluitend en alleen van financiële aard zou zijn. Zij zegt
dat ik gezegd heb: puur en alleen financieel. Ik moet haar er
aan herinneren dat ik een aantal argumenten heb genoemd (die
staan overigens ook in de raadsbrief): de ervaring, het meld
punt sinds 1985-1986, de contacten die de gemeente heeft met
diverse instellingen (SBL, Maatschappelijk Werk enz.), de
korte lijnen die er zijn, het rechtstreeks contact met de
politie omdat de politie deel uitmaakt van de interne commis-
siediscriminatiemeldpunt, er is ook het tripartite overleg
waar de burgemeester deel van uitmaakt, dus ook die lijn is
erg kort en intern binnen de gemeente kunnen wij - mochten
daar klachten over bestaan - natuurlijk onmiddellijk opere
ren. Ik wil daar nog een argument aan toevoegen dat ik bij
het Anti-discriminatiebureau Friesland wellicht wat meer zou
missen maar hier wel aanwezig is, dat is de kennis van de
plaatselijke en regionale arbeids- en woningmarkt, waar
natuurlijk ook nog wel eens klachten over komen; ook die
lijnen zijn kort.
Het zal u dan ook niet verbazen dat ik namens het college kan
zeggen dat door die argumenten, die een belangrijke rol spe
len, de motie van de PAL/GL-fractie ontraad.
Mevrouw Tiemersma van de CDA-fractie spreekt over het topje
van de ijsberg. Wij zijn dat met haar eens, wij noemen dat
ook. Zij wijst dan op de aanwezige ervaring en de financiële
positie van de gemeente en komt tot de conclusie dat de CDA-
fractie het collegevoorstel steunt. Zij wijst wel op een
belangrijk aspect, dat doet de heer De Jong van de D66-frac
tie ook, zij wijst op de voorlichting. Het kan u niet ontgaan
zijn dat daar in de voorlaatste Huis aan Huis een hele pagina
aan besteed is en herhaaldelijk wordt in een aparte colofon
het telefoonnummer van het discriminatiemeldpunt genoemd met
daarbij een klein verhaaltje.
De heer De Jong van de D66-fractie wijst op signalering en
bemiddeldende voorbeeldfunctie en spreekt er zijn verbazing
over uit dat er hier en daar staat dat het voor kennisgeving
is aangenomen door de politie. In de commissies is die opmer
king ook geplaatst en ik heb daar gezegd dat dat natuurlijk
niet betekent dat de politie het voor kennisgeving aanneemt
en er verder niets mee doet. Integendeel, er worden in het
door de heer De Jong genoemde voorbeeld ook intensieve acties
ondernomen, alleen helaas nog niet altijd met het gewenste
resultaat.
De heer De Jong concludeert dat er bij de voorbeeldfunctie
48