toch meer bekendheid gegeven moet worden aan het discrimi
natiemeldpunt. Ik ben dat met hem eens, wij doen binnen het
budget dat wij daarvoor hebben het nodige.
De D66-fractie kiest uit praktische overwegingen voor het
collegevoorstel
De heer Graving: Voorzitter, ik wil nog even reageren op wat
de wethouder gezegd heeft.
Ik heb naar voren gebracht dat ik de uitbreiding van het
discriminatiemeldpunt met het thema sexuele gerichtheid wat
ad hoccerig vind, ik kan ook zeggen op ad hoe basis. Daar
bedoel ik mee te zeggen dat ik vind dat wij hier te maken
hebben met verschillende grootheden en ook in de voorgeschie
denis ligt dat nogal anders. Ook als wij op dit moment kijken
- daarom heb ik de formulering van de Grondwet erbij ge
haald - naar de verschillende belangrijke deelgebieden waar
discriminatie plaats vindt, wordt weliswaar discriminatie op
grond van sexuele gerichtheid niet uitgesloten, maar het
wordt ook niet als zodanig met zoveel woorden genoemd. Als je
tegelijk kijkt naar het aantal klachten dat op dit moment
binnen gekomen is dat gaat over sexuele gerichtheid, dan is
dat verhoudingsgewijs gelukkig maar een heel klein deel. Dat
brengt mij er toe om er toch voor te pleiten niet direct te
zeggen dat wij de klachten over de sexuele gerichtheid ook
graag bij dit meldpunt binnen willen hebben. Ik kan mij goed
vinden in de algemene beleidslijn die op dit moment wordt
gevoerd, die de wethouder ook nog een keer naar voren heeft
gebracht. In feite wordt er van geen enkele klacht die dis
criminatie betreft gezegd dat die bij voorbaat wordt uitge
sloten als die niet valt onder racisme en misschien dan
straks ook de sexuele gerichtheid. Ik heb er alle vrede mee
als klachten die sexuele gerichtheid betreffen op die wijze
behandeld blijven worden, ook volgens instructies zoals die
gelden voor racistische klasse, maar om nu in de publiciteit
die twee items typisch aan elkaar te verbinden bij ons dis-
criminatiemeldpunt vind ik onjuist, omdat er dan zoveel
andere zaken zijn. Dan zou ik het graag beter onderbouwd
willen hebben en breder willen zien, dan gaat het ook om de
politieke gezindheid, dan gaat het ook om zaken als geslacht,
godsdienst en levensovertuiging. Ik vind dat je dan met een
bredere onderbouwing moet komen van het geheel. Dat brengt
mij ertoe te zeggen dat ik niet gelukkig ben met het accent
te leggen op deze uitbreiding. Om die reden ben ik tegen dat
onderdeel van het voorstel.
Ik heb in mijn eerste termijn maar weinig gezegd over het
provinciale Anti-discriminatiebureau i.o. omdat ik mij wat
dat betreft goed kan vinden in het standpunt van het college.
49
De heer Zijlstra: Mijnheer de voorzitter, wat mij opvalt bij
mevrouw Garms is dat je er als politicus in ieder geval om
moet denken dat je niet alleen maar denkt van, je weet wat je
hebt en niet wat je krijgt, dus laat het zo maar. Dan kom je
niet ver. Mijn bedoeling is om in ieder geval heel ver te
komen, zeker met dit onderwerp, want dat is daar belangrijk
genoeg voor. Vandaar dat ik ook heel graag wil weten dat als
het Anti-discriminatiebureau niet al die financiële middelen
krijgt waar zij haar werkplan op heeft gemaakt, hoe zij
verder zal gaan met de beperkte middelen. Die informatie
hebben wij niet. Het Anti-discriminatiebureau zegt dat zij nu
wel sexuele gerichtheid als onderdeel mee wil nemen, maar
daar ligt ook geen informatie over. Dat alles bij elkaar
roept nogal wat vragen op. Voor mij is er te weinig informa
tie om te zeggen dat wij met het Anti-discriminatiebureau
zouden moeten gaan samenwerken. Daarbij staat in de motie nog
dat de inruil van het werk dat nu door de gemeente gedaan
wordt en overgenomen wordt door het Anti-discriminatiebureau
financieel kan, daar zou ik ook nog wat meer en duidelijker
informatie over willen hebben.
Voor mij zijn dat de redenen om op dit ogenblik niet in zee
te gaan met de motie, wellicht zouden wij in de toekomst, als
wij wat meer informatie hebben, er nog eens over kunnen pra
ten.
Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat het ver
slag 1993 wat anders opgezet zal worden.
Mevrouw Haalkans: Mijnheer de voorzitter, het lijkt bijna wel
dat wij de commissievergadering opnieuw doen.
Ik wil nog even het standpunt van mijn fractie geven over de
motie. Wij hebben in eerste instantie al gezegd dat de finan
ciële stand van zaken ons zorgen baart. Ik denk niet dat het
goed is als wij de gelden voor een goed lopend Leeuwarder
discriminatiemeldpunt nu zouden stoppen in het provinciale
meldpunt, want het besluit van de motie geeft al aan het
college opdracht te geven om dat bureau te gaan subsidiëren.
Zover is het nog lang niet, nog niet de helft van de gemeen
ten heeft gereageerd, dus dat zou helemaal niet kunnen. Ik
denk dat sowieso de motie al anders zou moeten luiden en dat
wij zouden moeten aangeven dat wij dat bureau zouden willen
steunen. Maar ook uit het antwoord van de wethouder blijkt
dat in de experimenteerfase het provinciaal meldpunt zich zal
houden aan de gegevens zoals wij nu hebben gesteld. Het
verbaast mij wel dat zij nu 1 juli ineens volledig om zouden
zijn. Ik denk dat voor wat dat betreft er een briefje voor de
raad had moeten liggen waarin de intentieverklaring tot
uitdrukking was gekomen. Ik denk ook niet dat wij op dit
moment de deur dicht doen. Wij moeten gewoon afwachten hoe de
50