wij in ieder geval blij zijn dat die dekking toch op een solide manier plaats vindt en dat het niet zo is dat wij nu een deel van het bedrag dekken en volgend jaar maar kijken in hoeverre wij uit de begroting het andere deel van de noodza kelijke gelden beschikbaar moeten stellen. Wij gaan akkoord, voorzitter. De heer Greving: Ik kan kort zijn, mijnheer de voorzitter. De heer Burg heeft een uitvoerig betoog gehouden waar ik mij in z'n volle breedte bij aan wil sluiten, dat hoef ik niet te herhalen. Ik had nog één extra puntje dat ik onder de aandacht had willen brengen. Er wordt nu in het voorstel wel een bepaalde richting aange wezen waarin het herstel vorm moet krijgen, maar er wordt niet een concrete doelstelling geformuleerd en er worden ook geen criteria vastgesteld om te meten of die doelstellingen straks ook gehaald gaan worden. Waar het bij deze dienst al meerdere malen mis is gegaan, denk ik dat het goed is dat de wethouder toch probeert die doelstellingen hier te formuleren en die ook in de notulen vast gelegd te krijgen, zodat wij in de toekomst kunnen evalueren of deze hersteloperatie, die toch nog wel wat geld kost, ook werkelijk effectief is ge weest. Ik zou daartoe de wethouder graag nog willen uitnodi gen. De heer Hoogeveen: Voorzitter, de problemen bij de Dienst Economische en Sociale Zaken zijn voor de zomervakantie uitgebreid besproken in vele commissievergaderingen. Ik heb dan ook niet de behoefte om net zoals de heer Burg dat hele bed nog een keer af te halen. Voor mijn fractie is het duide lijk, wij hebben al meer signalen gehad dat het met de grote reorganisatie van 1989 niet goed is gegaan, wij hebben daar al vaker over gesproken. In 1991 bij de algemene beschouwin gen hebben wij daarover een motie ingediend. Die werd helaas door geen van de andere fracties gesteund. Wij constateren zonder vreugde dat inmiddels onze opvatting, dat er geëvalu eerd moet worden en dat wij een bijsturing moeten toepassen, toch wel noodzakelijk is en dat daar meer steun van andere fracties voor komt. Het is jammer en het is ook erg laat. Deze herstelactie is voor deze dienst, denk ik, een laatste kans om nu echt orde op zaken te stellen. Het college is hier verantwoordelijk en ik verwacht ook dat het voltallige colle ge die verantwoordelijkheid neemt, niet alleen voor deze dienst, maar voor alle diensten waarover wij hier het bestuur voeren. De dekking, waarover in de commissie discussie was, heeft de 22 heer Biemans verstandige woorden over gesproken. De WD-motie lijkt ons ook geen begaanbare weg, de dekking zoals voorge steld is waarschijnlijk op dit moment de enig haalbare. De heer Janssen (weth.Voorzitter, ik wil de sprekers even langslopen. Mevrouw Garms is begonnen met te spreken over, waar anderen het ook over gehad hebben, dat het hier om een toch vrij fundamentele andere manier van werken gaat. Dit wordt ook wel forse reorganisatie genoemd. Ik merk dat dat begrip wat misverstanden opwekt. Ik heb ook al eerder in de commissie gesproken over een wat andere structurering van de dienst, daar zijn wij toen akkoord mee gegaan. Waar het hier om gaat is meer de interne manier van werken aanpakken. Die wordt afgezet tegen de totale reorganisatie die in 1990 is ingezet en waarvan door verschillende sprekers is gevraagd naar de evaluatie. Ik heb begrepen dat er onlangs in de Commissie Middelen over is gesproken. Ik zou college Heere willen vragen om daar verder op te reageren, omdat ik niet in zijn portefeuille wil treden. Op de tweede plaats heeft mevrouw Garms aangegeven niet gelukkig te zijn met de dekking vanuit de algemene reserve, maar zij heeft aangegeven er wel akkoord mee te gaan omdat zij geen alternatief ziet. U weet wellicht uit de discussie die wij hebben gehad dat er nogal wat afgediscussieerd is over de dekking, dat er in het college aanvankelijk ook verschillend over werd gedacht. Dat geeft wel aan dat je er op verschillende manieren tegen aan kunt kijken. Ik merk dat de meerderheid van de partijen in deze raad vertegenwoordigd het eens zijn met het voorstel zoals dat nu voorligt. Ik ben wel blij dat mevrouw Garms haar verhaal zeer positief afsluit, het belang van het project voor het functioneren van de dienst onderkent en ook de mensen die daar aan moeten werken en tot dat resultaat moeten komen veel sterkte toe wenst. Dat het ziekteverzuim bij de dienst zo hoog is, is een waar heid als een koe en het is heel belangrijk om daar iets aan te doen. De heer Burg heeft een wat ander getint verhaal gehouden. Op de eerste plaats is hij ingegaan op het moment waarop de notitie in de commissie is gekomen. Hij heeft gezegd: wij hebben bij de behandeling van de herwaardering vorig jaar gevraagd om nadere uitleg, die hebben wij niet gekregen voordat de herwaardering in de raad aan de orde was en dat vinden wij een omissie, dat hoort zo niet. Hij zegt dat het college te zorgvuldig heeft gehandeld. Ik ben dat geheel niet met hem eens, ik heb dat in twee 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 12