commissievergaderingen getracht zeer uitgebreid uit te leg gen, maar de heer Burg blijft bij zijn standpunt. Ik wil toch nog eens aangeven waar het om gaat. Er leven een aantal knelpunten binnen de dienst, dat is ter informatie gebracht aan de CommisBie Economische en Sociale Zaken in december vorig jaar, toen wij aan de commissie kennis hebben gegeven van het feit dat het college de direc teur opdracht had gegeven om naar de structuur van zijn organisatie te kijken. Dat stuk hebben de commissieleden toen ontvangen en bij dat stuk zat een rapportage over knelpunten bij de dienst. De rapportage waar de heer Burg het over heeft van de directeur ging op diezelfde knelpunten in, alleen constateerden wij dat daar niet een stuk voorlag waar je besluiten op kon nemen. Deze informatie waar in het college een groot aantal vragen over leefden, hebben wij met de directeur afgesproken dat daar nog eens nader naar gekeken zou worden. Achteraf was het ook goed dat wij dat gedaan hebben, want toen bleek namelijk dat als je de zaak nog eens goed op een rijtje zet, je toch voor een deel tot een aantal andere conclusies komt. Bij dat proces was de raad volledig op de hoogte met de inhoudelijkheid van de zaak en hebben wij alleen maar zo de vork in de steel gestoken dat de raad ook een stuk kreeg waar zij iets mee kon. Dat de heer Burg dat in termen van de raad is primair bevoegd en het college houdt informatie achter plaatst, begrijp ik eerlijk gezegd niet. Na de discussie die wij daar in de commissie over hebben gehad, begrijp ik dat het bij alle raadsleden behalve de heer Burg en de heer Greving wel duidelijk is. Het tweede punt dat de heer Burg aanroert is de inhoud van het voorstel. Daar heb ik ook wat moeite mee, vooral de schets die hij geeft van het functioneren van wat hij de oude Sociale Dienst noemt. Ik ben blij dan de andere sprekers in deze raad daar een wat ander beeld van geschetst hebben, want naar mijn indruk is dat beeld wat meer conform de werkelijk heid als het beeld wat de heer Burg schetst. Ik begrijp ook niet goed dat hij in zijn verhaal in het geheel niet ingaat op de zaken die in de commissie uitvoerig aan de orde zijn gekomen. Een zaak die je eigenlijk het best zou kunnen schet sen door de beeldspraak te gebruiken - misschien spreekt dat de heer Burg wel het meest aan - dat je de dienst zou kunnen vergelijken met een winkel die verbouwd wordt terwijl de verkoop gewoon doorgaat. Hier is het niet zo dat de winkel één verbouwing ondergaat, maar vijf verbouwingen in eenzelfde periode, elkaar kort opeenvolgend met een verschillende invalshoek. Ik denk dat hij zich kan voorstellen hoe ingewik keld het wordt om dan toch de juiste prijs op het juiste produkt te blijven zetten. Ik wou verder niet ingaan op die vijf verbouwingen die in de commissie zeer uitgebreid aan de orde zijn geweest en op 24 basis waarvan de ontwikkelingen zijn gegaan en de situatie is ontstaan zoals die nu is ontstaan. De heer Burg heeft ook het punt van de verantwoordelijkheid aangegeven. Ik denk dat het een verantwoordelijkheid is dat op het moment dat je constateert dat al die ontwikkelingen tot een situatie leiden die niet meer zo structureel kan blijven voortbestaan, dat je dan ingrijpt en dat je dan maatregelen neemt. Een voorstel tot dat type maatregelen ligt nu voor de raad op tafel. Het laatste punt, de dekking, heeft de heer Burg een motie over ingediend. Ik heb daar bij mevrouw Garms haar verhaal ook al iets over gezegd. De dekking zoeken in de algemene reserve verdient niet een schoonheidsprijs, daar ben ik het helemaal mee eens. De heer Biemans vroeg of het een vrijbrief zou zijn voor het college om nu allerlei andere zaken daar ook uit te dekken. Ik kan hem gerust stellen dat dat geens zins het geval is. Het voorstel van de heer Burg om de kosten via een extra herwaarderingstaakstelling op de dienst te verhalen, kan ik alleen maar van zeggen dat er op dit moment al een extra herwaardering op de dienst rust, althans daar gaat de raad in november over discussiëren, maar het college heeft daar in ieder geval een standpunt over ingenomen. Wij hebben de directeur ook opdracht gegeven om begin volgend jaar te rapporteren over de invulling van die herwaardering. Daar nu nog een taakstelling bovenop zetten, lijkt mij niet reëel Een tweede punt is dat de dienst geacht wordt de regels uit te voeren die zij uit moeten voeren. Als het aantal uitke ringsgerechtigden toeneemt, zijn daar meer mensen voor nodig en als het aantal uitkeringsgerechtigden afneemt, zijn dat er minder. Als bijvoorbeeld onze fraude-acties, die wij in een plan hebben vastgesteld en waar in de commissie uitgebreid over gesproken is en mee heeft ingestemd, geld opleveren, dan boeken wij dat natuurlijk blijmoedig in, net zoals wij helaas gedwongen zijn wanneer er meer RWW-ers komen, en daar is op dit moment op een vrij vervelende manier sprake van, daar meer geld aan uit te geven. Dus lijkt het mij niet zo zinvol die dekkingswij ze te volgen. De heer Biemans is akkoord met het herstelplan. Hij heeft ook problemen met de dekking en aangegeven dat er in de fractie is gediscussieerd over de dekking. Dat geldt voor het college ook en uiteindelijk zijn wij tot dit voorstel gekomen. Hij heeft aangegeven dat hij nu instemt met deze dekking, wat dat voor acties betekent heb ik al beantwoord. De heer Den Oudsten heeft aangegeven dat vanwege een aantal ontwikkelingen de zaak nu voorligt zoals die voorligt en dat de dekking geen schoonheidsprijs verdient, die discussie hoef 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 13