distantiëren van opmerkingen als zou de opvang van deze
mensen op dit moment discriminatie zijn. Daar wil ik mij
graag tegen afzetten. (De heer Brinks: Mag ik dan bij inter
ruptie de heer Greving nog vragen wat hij bedoelt met alloch
tonen die nog niet in ona land toegelaten zijn? Ik kan mij
vooratellen dat buitenlandera niet toegelaten worden tot ona
land, maar er zijn en worden een heleboel allochtonen toege
laten, dus ik denk dat dat een woordgebruik ia dat niet past
in dit verband.) Ik doel hiermee op de allochtonen die op dit
moment nog niet de goede papieren hebben om in ons land
toegelaten te worden.
De heer Bilker (weth.Voorzitter, ook de tweede instantie
onderstreept dat wij zorgvuldig met de vragen om moeten gaan
die in de brief aan het college worden gesteld. Ik wil van
mijn kant wel met een afgewogen en zorgvuldig antwoord naar
het college komen en dan naar de raad.
De heer Brinks zegt dat hij toch het college wil verzoeken om
iets te zeggen over de mogelijke inhoud. Ik kan alleen zeggen
dat het uiteraard moet passen binnen ons beleid. Ik denk dat
wij dan over hetzelfde spreken.
Wat, zegt mevrouw Van Ulzen, als het bezoek blijkt niet leuk
te zijn? Het gaat niet om leuk of niet leuk of minder gezel
lig, het gaat om informatie - alle raadsleden die mee willen
gaan zijn uiteraard van harte welkom - om het juiste stand
punt af te kunnen wegen. Dat is het doel van het bezoek, ik
heb begrepen dat dat meestal het doel is van werkbezoeken.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Sub I.
Dit verzoek wordt in handen gesteld van b. en w. voor pread
vies
Sub J en K.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
8
voorstel van b. en w.
Sub L
De heer Ten Hoeve: Mijnheer de voorzitter, ik wil graag bij
deze brief van de bewoners van de Noordersingel een paar
opmerkingen maken.
Bedoelde bewoners spreken hun zorg uit over het hoofdgebouw
en de omgeving van het voormalige Diaconessenziekenhuis. Die
zorg deelt mijn fractie. Het ziekenhuis staat al heel lang
leeg. In het verleden heeft mijn fractie uitgesproken wat wij
graag met het gebouw en het gebied wilden. Daar is veel
overleg geweest en er waren problemen met de aannemer. Een
aantal zaken zijn gelukkig gebeurd, er staan nog een paar
dingen op de rails, maar er zijn ook een aantal dingen blij
ven liggen. Dat is dan met name de poli, de omgeving van het
hoofdgebouw en het hoofdgebouw zelf.
Wij zijn het eens met de briefschrijvers dat het gevaar van
brandstichting niet denkbeeldig is. Er ligt een brief ter
inzage die wordt verstuurd, daar staat keurig in wat de
gemeente allemaal heeft gedaan om tot opheffing van deze
situatie te komen, maar daar heb je op zich niets aan. Het is
prima dat dat gebeurt en wij vinden dat daar ook mee doorge
gaan moet worden, maar de situatie verandert er niet door.
Wanneer dat overleg blijft doorgaan, komt misschien die
oplossing, maar ik wil graag weten of die toch op termijn te
bereiken is, want zo de situatie nu is, is het niet denk
beeldig dat er plotseling in het gebouw brand ontstaat. Er
zit ruimte in de dichtgetimmerde ramen en dan gebeurt iets
waar wij jaren overleg over hebben gevoerd om juist te voor
komen
Hetzelfde geldt overigens voor de omgeving. Een aantal zaken
is daar opgeleverd, maar nog steeds moet er aan het omge
vingsplan nog heel veel gebeuren. Ik zou de wethouder willen
vragen hoe de overeenkomst met aannemersbedrijf Visser in
elkaar zit, kunnen wij op basis daarvan actie ondernemen en
aanschrijvingen verrichten en wat kan er gedaan worden om de
vervelende en brandgevaarlijke situatie te voorkomen?
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de overeenkomst die
wij hebben gesloten met aannemersbedrijf Visser is niets meer
of minder dan een exploitatie-overeenkomst waarin de ver
schillende partijen zich hebben verplicht om, weliswaar niet
precies aangeduid in welk traject of op welk termijn, aan te
geven welke activiteiten door wie en op wiens kosten worden
gedaan. De afgelopen periode zijn een aantal van die zaken
9