De heer Janssen (weth.Ik ben benieuwd, voorzitter.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 230).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 224).
De Voorzitter: Aan de orde is Nota Peuterspeelzaalwerk.
Mevrouw Dikken: Voorzitter, ik kan gerust zeggen dat de
behandeling van de nota veel te lang op zich heeft laten
wachten. Zowel voor de peuterspeelzalen als voor de politiek
was dit een grote ergernis. Nu de nota er dan uiteindelijk
ligt, kunnen wij wel constateren dat het een goede nota is
waarin soms wat te pretentieus duidelijk wordt beschreven
welke plaats de peuterspeelzaal in de Leeuwarder samenleving
inneemt. In de commissie zijn wij inhoudelijk uitgebreid op
de nota ingegaan, dat wil ik nu niet weer doen.
Twee dingen wil ik nog naar voren halen, het ene positief,
het andere negatief.
Positief vindt de PvdA-fractie dat het college goed heeft
geluisterd naar de opmerkingen over de ouderbijdrage. De
tabel heeft aan de onder- en aan de bovenkant een inkomens-
schrijf erbij gekregen. Zo blijft de peuterspeelzaal algemeen
toegankelijk, ook voor ouders met een smalle beurs.
Het andere onderwerp is wat moeilijker oplosbaar.
Er zijn nu een aantal peuterspeelzalen met wachtlijsten waar
soms wel meer als 100 kinderen op staan. Met name in een
groeiwijk als Camminghaburen is dit een groot probleem. Wij
hebben gezocht naar mogelijke oplossingen, maar de oplossing
extra groepen starten, kost extra geld en dat is er jammer
genoeg op dit moment niet. Het enige dat in de toekomst
misschien nog wat ruimte biedt, is het onderzoek naar buurt
20
en wijkaccommodaties. In deze accommodaties zitten namelijk
ook peuterspeelzalen. Mocht het zo zijn dat uit het onderzoek
blijkt dat er een aantal accommodaties moeten sluiten, dan
heeft dit ook gevolgen voor de daarin aanwezige peuterspeel
zalen. Op dat moment moeten wij opnieuw zien of wij met de
dan vrijkomende middelen een knelpunt als bijvoorbeeld in
Camminghaburen kunnen oplossen.
Voorzitter, ik wil afsluiten met de opmerking dat wij verder
akkoord gaan met deze nota.
Mevrouw Dijkstra: Mijnheer de voorzitter, onze fractie is
verheugd over de Nota Peuterspeelzaalwerk die nu voor ons
ligt. Het is een duidelijke nota die als richting kan dienen
voor de ontwikkelingen op dit terrein. Professionalisering
vindt steeds meer plaats en op zich is dat goed. Toch wil
onze fractie blijven pleiten voor het vele werk dat ook nog
steeds door vrijwilligers hierin wordt gedaan. Dit moeten wij
vooral blijven waarderen, want een goed en warm gevoel is nog
altijd een belangrijke motivatie voor het omgaan met kinde
ren. Wij zijn blij dat het peuterspeelzaalwerk niet omgebouwd
wordt tot voorziening voor halve dag opvang. Dit is onzes
inziens een andere functie.
Gezien de financiële positie van de gemeente is er momenteel
geen ruimte voor uitbreiding van het peuterspeelzaalwerk.
Mocht er echter op enig moment iets ruimte komen, wat mis
schien kan door een verhoging van de ouderbijdrage, dan gaat
onze voorkeur uit naar het terugdringen van wachtlijsten
boven een eventuele hogere salariëring van de leidsters.
Wij zijn blij dat de ouderbijdragetabel aangepast is, zoals
wij reeds in de commissie hebben opgemerkt, zowel naar bene
den als naar boven. Wij laten de bevoegdheid tot jaarlijkse
aanpassing graag aan u over, als het maar voor de lagere
inkomens met daarbij vele uitkeringsgerechtigden betaalbaar
blijft.
Voor het overige stemmen wij in met de voorliggende nota en
de subsidieverordening.
De heer De Jong: Voorzitter, wij hebben ons in de commissie
in twee keer akkoord verklaard met de nota. De eerste keer
wat in brainstormende zin, dan kun je je op zich niet akkoord
verklaren, maar de tweede keer hebben wij gezegd dat wij
akkoord gaan met de nota. Ik zal vanavond uiteraard geen
ander standpunt innemen.
Wij spreken over een succesvolle werksoort, wij zien een
deelnemingsgraad van 60% van de kinderen in deze gemeente.
Dat vinden wij een succes en aan dat succes dreigt die werk-
21