soort een beetje ten onder te gaan gezien de lange wachtlijs
ten met name in Camminghaburen. Daar is door de vorige spre
kers ook al op gewezen. Ik ben het met mevrouw Dijkstra eens
dat als er in de toekomst sprake zou zijn van meer middelen
voor deze werksoort, ook mijn fractie voorkeur heeft voor het
uitbreiden van de capaciteit boven een hogere salariëring van
de leiding.
Tot slot voorzitter, er is in de commissie nogal uitvoerig
gesproken over de ouderbijdragetabel. Ik heb mij daar in
eerste instantie wat terughoudend bij opgesteld, maar wij
gaan akkoord met de ouderbijdrage zoals die nu is voorge
steld. Eén detail zou ik toch aan de wethouder willen voor
leggen, in de reactienota op bladzijde 3 wordt een vraag van
de Vereniging van Peuterspeelzalen in Leeuwarden om de inko
mensgroepen naar boven bij te stellen door het college afge
wezen. Ik denk dat die zin eruit moet.
De heer Oreving: Voorzitter, ook van mijn kant instemming met
de nota. Ik ben blij dat die er nu ligt. Ik heb slechts op
twee punten nog een opmerking.
Dat betreft een zinnetje in bijlage I, onder punt 8, extra
inkomsten die uit de nieuwe ouderbijdrage zullen komen zullen
worden aangewend voor volledige (staat er nog steeds) profes
sionalisering van het peuterspeelzaalwerk. Ik denk dat het
peuterspeelzaalwerk niet zonder vrijwilligers kan en daarom
moet denk ik dit woordje "volledige" toch wat anders uitge
legd worden dan dat ik het lees. Bedoeld zal zijn dat peuter
speelzalen allemaal kunnen beschikken over een professionele
kracht. Dat is iets anders dan volledige professionalisering.
Een ander punt dat ik aan wil roeren betreft de tabel voor de
ouderbijdrage, die is nogal progressief, maar daar kun je
voor kiezen en daar kan ik ook nog wel mee leven, maar waar
ik wel wat moeite mee heb, is dat de ouderbijdrage gekoppeld
wordt aan een netto-gezinsinkomen. Nu staat weliswaar dat
netto-gezinsinkomen nog eens omschreven, maar zoals het er nu
staat acht ik het alleen maar erg moeilijk controleerbaar en
ook fraudegevoelig. Wij beschikken zelf niet als gemeente
over mogelijkheden om het netto-gezinsinkomen adequaat vast
te stellen buiten de betrokkenen om. Dat maakt het moeilijk
controleerbaar. Ik had liever gezien dat wij het gekoppeld
hadden aan een andere zaak die wij via de belastingdienst wel
zelfstandig kunnen controleren.
Mevrouw Van Ulzen: Met betrekking tot de nota zal ik toch
iets uitgebreider zijn dan mijn voorgangers. Wij onderschrij
22
ven niet alle beleidsuitgangspunten. Wij zien de wijksoort
bepaald niet in dezelfde categorie als bijvoorbeeld de con
sultatiebureaus. Evenmin willen wij teveel zwaarte toekennen
aan de preventieve signalerende functie. Wij laten even voor
dit moment vijf sociale vernieuwingswij ken buiten beschou
wing. Ik kom daar later op terug.
Als wij over het peuterspeelszaalwerk spreken hebben wij het
over 95% peuters waar het leuk voor is om te spelen en dan
het liefst met goed materiaal. Het is ook prettig voor de
ouders die twee keer per week gedurende tweeëneenhalf uur hun
kinderen veilig geplaatst weten. Het is best mogelijk dat er
met een kleine categorie (dan is het een hele kleine) iets
aan de hand is, maar dat kan toch niet tot norm worden verhe
ven, zoals op bladzijde 9 bijna het geval lijkt te zijn.
Wij hopen ook dat die ondersteuning, uit te voeren door de
nieuwe welzijnsorganisatie, met de nodige bescheidenheid zal
plaatsvinden. Misschien maak ik mij daar iets teveel zorgen
over, want als alle genoemde instanties mee moeten doen met
de signalering en de beperking van knelpunten en problemen,
het organiseren van preventieve activiteiten, afstelling op
elkaar werk en activiteiten, loop je gelukkig een goede kans
dat de kinderen en hun ouders met rust gelaten worden en
zodoende niet onbewust in het big brothers signaleringscircus
terecht zullen komen.
Dan wat betreft de begeleiding, vrijwillig of professioneel.
Wij willen er toch op wijzen dat professionalisering mooi is,
maar dat het niet moet doorschieten. Dank zij zeer veel
vrijwilligers heeft deze werksoort zo'n vlucht kunnen nemen.
Wij vinden het dan ook teleurstellend dat peuterspeelzalen
met een vrijwillige status niet meer aanspraak zouden kunnen
maken op subsidie. Wij zijn van mening dat als er zo'n speel
zaal is en de ouders kiezen daar voor dan moet de mogelijk
heid tot subsidiëring open blijven. Ik verwijs ook in dat
geval op wat vanavond in de krant stond over iemand die een
particuliere peuterspeelzaal in Camminghaburen wil beginnen.
Normaal denk ik dat je dat particulier initiatief moet aan
moedigen, maar als ik dan lees: de gemeente kan eisen stellen
aan hygiëne en veiligheid, maar verder kan iedereen die niet
langer dan tweeëneenhalf uur per dag open gaat een peuter
speelzaal beginnen, dan zou ik toch parafraserend de heer
Heere willen citeren in de vorige zitting: Is dit nu wat de
burger wil hebben?
Het werkgeverschap.
Wij zien graag dat het werkgeverschap ondergebracht wordt bij
de SKLwaarbij wel gekeken moet worden naar een overgangsre
geling, want men kan bij de SKL geen ijzer met handen breken,
hoewel je soms wel eens denkt dat men dat bij de SKL wel kan,
23